t i l , ;» Il t 'i|
i8Ó
1676.
( i ) Brandt
L e c v . van
de Ruyter,
ib i. ro to ,
( i ) Rciol.
derStaaten
Gcncr.
1 4 Aug.
1Ó76.
wigcn, deedea door den Zceraad tc Anr*
fterdam in dc Nieuwe kerk eene zeer prächtige
begraafplaats ( i) van marmcr, tcr
waarde ( i ) van tienduyzend guldens, op-
rcchteo, en daaronder zyn lighaam, ’c genc
gebalfemd te fcheep naar ’c Vaderland
gevoerd was, raet zoogroote plegtig.
hedcn , als zyne achtenvyftigjaarige
krygsdicnften verdicnd hadden, ten kofte
des Lands begraaven. T e Amfterdam in ’c
byzonder fcheen men niet vernoegd met
binnen zyne muuren dc cerwaardige over-
(3 ) L e c v .
van Gè-
rard
Brandt,
p a g .i.
blyfl’els des gefneuvelden Zeehelds tc
bezittcn; maar de Heer Peter Fran9ius,
Leeraar der Hiftorien cn Latynfche wcl-
iprcekendheyd, hcefc in hct Koor vande
Nieuwe kerk, dat geheel met rouw was
behängen, hem cn zyne grootc oorlogs-
daaden door ’c uytfpreckeu van een La-
cynich Lykdicht, meer dan elf honderd
vaarzen lang, openlyk op cenc uytnee-
mcnde wyze gepreezen; ja men heeft
goedgcvondcn nog daarenboven , toc zyne
ccr, deezen gedenkpenning te maaken.
Hct geharnafte borftbeeld van den gefiieuveldcn Admiraal, verfierd met dc Ridderordre van Sint
Michiel ftaac op hcc voorftuk, cn daarrondom in den rand die ty^lfchrifc ;
M IC H A E L D E R U Y T E R , P R O V IN C IA R U M C O N F O E D E R A T a rüm
B E L G I C a ru m A R C H IT H A L A S S U S ; D U X E T EQ U E S .
MI C H I E L D E RUT T E R , A D M I R A A L D E R V E R E E N I G D E
N E D E R L A N D S C H E G EWE S T E N ; HE R TOG
E N R ID D E R .
Op het ruggcftuk ziet men ecncn geweldigen fchcepsftryd verbecld, cn daaronder op den voorgrond
dit woord tot opfchrift:
P U G N A N D O .
A L S T R YD E N D E .
Z yn leeven is door den Remonftrant-
fchen Lecraar Gerard Brandt indiervoege
befchrceven, dac men mag twyfelcn ot de
Ruyter meer door de pen van Brandt, of
Brandt door ’c befchryven van de Ruyters
Iecvcn is verecuwigd geworden. Zoo
geleerde Vader had ook zoodanigcn Zoon
eu Naamgenoot; (3) die hem, den zcsden
van Grasmaand des jaars zefticnhon-
derdzevenenvyfcig, in ’c dorp Nienwkoop
( i) L c c -
vfnvau
Gerald
( i ) Lee-
G c i?d
Brandt,
pag.23-
(3)Lee-
ven van
Gerard
Brandt,
pag. 28.
om in dc zelvc te vorderen, de gefchicde-
niftcn der jaaren zeftienhondcrdvier- en
vyfenzeventig befchrecven. In ac plaats
zyns Brocders Kaspar ( i ) Brandt, wierdt
hy te Schoonhoove beroepen, ftondt ook
de Remonftrantfche gemeente te Dokkum
eenen geheclen winter met zeer grooten
roeloop tcn dienft, cn wierdt ledert, in ’t
drieentwiutigfte jaar zyns (x) ouderdoms,
te Rotterdam cot Predikant dier Kerke
aangefteld: aiwaar hy o o k , om zyne
weergalooze wellprcekendheyd zoogroo-
ren toeloop had, dac de kerk telkens als
opgepropt was, en de toevloed cot zyn gehoor
dagelyks mecr toe- dan afnam. Hebbende
rot Gemaalin genomen Elizabec
Verduyn, (3 ) zag hy binnen twaalf maanden
alle vier zyne Medelceraars door de
dood wcggerukt, en vooripelde daaruyt
zelf eerlang hec ook zyne beurt te zullen
weezen. En waarlyk, ccr vier maanden
federt vcrfcheenen waaren, begoft hy
zich, in ’c middcn van Slagtmaand, aan
eenc fteependc koorts nicc wel te gevoelen;
welke, hoewel nict zwaar, zyne krachten
fleet, en hem, den eenentwintigftcn van
Wintcrmaand des jaars zeftienhondcrddrie-
cnrachtig, ten (4) half twee uuren naa den
middag, in den oudcrdom van zescntwin-
cig jaaren en ruym acht maanden, uyt hcc
leeven rukce; naalaaccndc eenen Zoon,
en eene Dochter. Z yn ontydig affter-
ven is door Joachim Oudaan , Johan
Antonides , Peter Rabus , Jooft van
Gecl , cn andere (y) voornaame Dichters
, in uytgegecvcnc Lyk - en Trcur-
dichren op eenen verhceven tränt bc-
klaagd; evenals zyne gedachrenis door
deczen in ’t licht gegevcu penning ver-
eeuvvigd.
rß7Ö.
(4) L e e -
ven van
Gcrard
Brandt,
pag. 62.
(5) L e e ven
van
Gerard
Brandt,
pag. 64.
\
Zyn borftbeeld ftaat met mantel en bef op de voorzyde, omzoomd met dit randfchrift:
G E E R A A R D T B R A N D T D E JO N G E , G e b o o r e n V I . A P R i l
M D C L V I I . O v e r l e e d e n X X I D E C e m b e r
M D C L X X X m .
Boven de ftad Rotterdam, gelegen aan dc rivier de Maas, ziet men eene ondergaandc zon vcrbceld
i onder deeze twee dichtregels:
O L I CH T VOL G E E S 7 \ O G E E S T VOL V I E R I
WAT S T A A T UW O N D E R G A N G ONS DI E R .
was gebooren. Want van jongs a f onbe-
twiftbaare blyken van zynen edelen geeft
hebbende gegeeven, heefc hy acht jaaren
naa elkanderen zieh,, onder Philips van
Limburg, zoo in de Wysbegecrte als Godsgeleerdheyd
geoeiFend, enby zyne kennis
der Latynfche taale ook de Griekfche, ,
Hebreeuwfche, (4) Franfche, en Engel-ven v"
fche gevoegd, doch vooral zich in die vao
zyn eygen Vaderland geoefTend, cn dus, pig"«!'
(6) Hift.
Gedenkp.
vsn Lode-
"■yk den
XIV.
II. dee],
154.
veiT,».
Naadat dc Ruyter door de ontfange
wond buyten ftaac gefteld, c n ’ t gevecht
ledert ook geeyndigd was, nam de Onder-
admiraal Kornelis de Haan het opper-
gcbicdder vloocebyde hand, liec de Ad-
miraals vlag van zyn fchip waaijen, en,
om zich te herftellen, het eerft naar Sara-
gofta, doch, mids gebrek van ’c noodige,
vcrvolgens vandaar naar Palermo wenden.
De Franfche zeemagt was ondertuiTchen
tot achtentwintig ichepcn van oorlog, negen
branders, cn vyfentwintig (ö) galeijen
ce Meflina aangegroeid: zulks de Hertog van
Vivonne, die daarvan hec opperbevel voerde
, verftaande hec omkomen van de Ruyter,
een befluyt nam, om dc Spaanfche en Nederlandlche
vloot opce zoeken,ja indeha-
ven van Palermo te bevechten. Met die
oogmerk, den achcentwintigften vanßloei-
maand, van Meflina zynde vertrokken,
ondekce h y , naa drie dagen zeylens, de
Nederlandfche en Spaanfche fcheepsmagc;
welke vau zyne aankomft verwittigd zieh
voor den mond der haven, in de gedaante
i A a a X van
"Vf
■Ir
riü..
, il
:r: