167p. Den twintigften van Slagtmaand deezes
' jaars ftorf ook de Heer Peter van Schootcn,
Hoogleeraar in de Wiskunft te Lcy de.
H y was de Zoon van Frans van
Schooten; welkc in’t jaar vyfcienhonderd-
ccncntachtig aldaar gebooren, cn in den
ouderdom van dcrcigjaaren, om de Wiskunft
(*) Neflerduytlche taal op die Hooge
pjg.350. fchool te leeren, aangefteld was geworden
: onaangezien hy , Krygsvernufteling
des Lands zyude, in die hoedaanigheyd,
ftaande zelf dit Hoogleeraarfchap, de
veldtogten van Prins Maurics telkens by-
woondc. Den elfden van Wintermaand
des jaars zcftienhonderdzesenveercig, mec
het ftcrvelyke ook die waardigheyd afleggende,
is hy door zynen oudften Zoon
Frans van Schooten in hec Hoogleeraarfchap
gcvolgd, en uaa deezes overlyden , den
achtften van Louwuiaand in ’ tja ar zefticn-
honderdeenenzeftig, aan zynen jongeren
Broeder Pcccr van Schooten, welke den
tweecntwintigften van Sprokkelmaand zes-
tienbondcrdviercndcrtig gebooren was ,
tocgeftaan dat Beroep eerft voor een jaa r,
en naamaals vooraltoos waar te neemen:
zynde nu over negen jaaren aan Iicm ook
vergund de Wiskunft tweemaals ’s weeks
in de Latynfche (z) taal te leeren ; ’c ge-
ne hy tot zyne dood toe heefc achter- pag%4
volgd. Z yn ovcriydeu wordc op deezen
penning , en de zelve in de penningkafle
van den Heer Balthazar Scott , Oud-
fchepen ^ en Raad , midsgaders Onrfan-
ger van ’s Lands middelen ce Amfterdam,
bewaard.
De gemelde Hoogleeraar Peter van Schooten zit in zyn bock vertrek aan eene tafel, op de voor-
Jydc, houdende in de flinker hand eenen winkelhaak, en in de rechter ecncn palTer, waar medc
hy eenen aard-ofhemelklooc, atmectj binnen dit randfchrift:
A C C ID IT IN P U N C T O , QJLJOD N O N S P E R A T U R IN A N N O .
D A A R G E E E U R t WE L t N E E N E N OOG EN B L IK , H E T G E N E I N
G E E N J A A R VE RWACHT WORDT .
cn opfchrift de tegcnzyde beftempcid is , leeft men dit om-
P E T R U S A S C H O O T E N , P R O F E S SO R M A T H E S E O S L E Y D s E ,
O B I IT 30. N O V e m b r i s , 1Ö7P.
P E T E R V AN SCHOOTEN, H O O G L E E R A A R I N D E fV I S K ü N S T
T E L E T D E , O V E R L E E D T D E N 30. V AN
SLAGTMAAND- , idyp.
Gelyk dees Hoogleefaar in dit jaar de
Hooge fchoole te Leyde, zoo was ook in
’c zelfde de Heer Gilles de R o y , Prioor
van het Roodkloofter , ’t gene buyten
BruiTel aan den ingang van ’t Soniënbofch
legt dar, tot gecn kieyne droefheyd aller
Klooilerlingen, door dc dood ontvallen
Dit Gedicht, ’t gene om de uytneemendheyd
zyner Fonteynen ( } ) zeer vermaard (3) S»n-
D '• .ooriprongk van zekeren
Priefter Gillis Olivier; welke aldaar e e r f t H-Kub.
een cenzaam leeven leydde, federt eenen
Willem Daniels, Kappellaan van Sinte
Godule, by zich nam, en in 't jaar derticnticnhonderdzcscnzcftig
van Vrouwe Johan-
na, Hertoginne van Brabant, de magt ver-
worf, om tcr plaatfe, daar nu hec Roodkloofter
ftaat, uyt hunne gemcenc goede-
MSaii- ren een verblyf ( i ) voor negen perlbonen
te ftichten: ’c wclke, mids de muuren van
lom.Ül. binnen rood geverwd wierden, daarom fe-
Rub. Vall. ¿crt hcc Roodkloofter genaamd is. Naa ’c
ovcrlyden van Giilcs, ’c gene binnen twee
jaaren iedert voorviel, nam Willem Daniels
uog twee andere Heeren by zich; uyt wier
ingebragce goederen , met tocfteraminge
van den BiiTchop van Kamcryk, nietallcen
in ’tjaar dercicnhonderdncgencndertig eene
kappel gefticht, cu das dit verblyf toc cen
volflaagen klooftcr opgerecht, maarook
door hen gezamentlyk de klceding en Icc-
vcnsregel der Reguliere Kanonniken aan-
vaard wicrdt; zulks dc gemelde Willem
Daniels de eerfte Prioor van die nieuwgeftichtc
kloofter was. Scdcrc hebben nog >ß79 ‘
zescricwintig anderen die waardigheyd bc-
kleed, welke, naa ’ c ovcrlyden van Lau-
rents (2) Strooband, in ’tjaar zeftienhon- ¿„iilräb.
derdzevcntig aan deczen Gilles dc Roy,iiiuftr.
als achcentwintigften Prioor wierdc opge- yin.
draagen. Hy was van Bruflcl geboortig, fel.i».
in de Hoogc Ichool te Loven coc Li9en-
tiaac in de Godsgeleerdheyd verheeven,
cn had, toc Leermeefter in zyn eygen
kloofter over de jonge Mouuikea zynde
aangefteld, eenen uytmuntendcn yver,
ftaande dac bewind, docn blyken. Negen
jaaren federtmet geen mindere cocjuychiiige
Prioor van het Roodkloofter zynde geweeft,
heefc hy met hct leeven, in ditjaar, die
waardighcyd afgelegd, en wordc zyne gedachtenis
op deezen gedenkpenning bewaard
, die my tc Bruflel in handen is gevallen.
De voorzyde is met zyne bccldcnifle in Gecftlyk gewaad beftcmpeld, en vocrt in den rand dit ‘
opfchrift :
Æ G ID IU S D E R O Y , P R IO R R U B E Æ V A L L I S , S a m c t æ
T h e o l o g i æ L i c e n t i a t u s .
G I L L E S DE R O Y , P R IO OR VAN H E T ROO D K LO O S T E R ,
L I C E N T I A A T D E R H E Y L I G E GO D S G E L E E RDH E YD .
j
Op de tegenzydc is, onder een brandend hart, 't gene twee Engelen vafthouden, tulTchen
twee vruchthoorens zyn blazoenfchild, voercnde drie kroonen, verbecld; boven deezc fpreukj
ZOO op zynen naam als zyne ordre zinipeelende :
R E G A L I T E R E T R E G U L A R I T E R .
K O N I N G L I K E N R E G E LMA A T I G .
1 1 1 . T)nl. Ccc c BESCHRY.