il:;,, S':;’ _ïzi
l'i
i H i l l
i ' r
hillil'ïL
106 N E D E R L A N D S C H E
o f veroverd wierdc. En dewyl deeze de
dcrde zeege was, welke de Deenen ce water,
binnen ruym een jaar tyds, op de
ZwcedcQ behaald hadden, vindt men de ^^7 7 »
gedachtenis daarvan op deezc drie pen* (i) Jacob,
ningcn ( i ) bewaard. Dan. foi.
986« 99.
Hct gelaurierde borftbeeld van den Zwcedfchen Koning is, op de voorzyde, omringd met dce-
zen tytel:
C A R O L U S X I , D e i G r a t i a R E X S U E c o r u m .
K J R E L DE X I , DOOR GODS G E N A D E KONING
D E R ZWE E D E N .
De tegcnzyde verbeeldt de gewönne ftad, en ’t flot van Helzingburg, als blykt uyt dcn bo-
vengeftelden wimpel; want die voert tot opfchrift;
H E L S IN G B U R G .
Sedert het winncn van dac ilot, toog de
Zweediche krygsmagc voor Chriftiaanftad,
(i)Hoii. op hoope van insgelyks deeze plaats
door cen beleg te zullen veroveren, eer de
16 3 ,
(2) Holl.
Merkur.
16 7 7 .
pag. 164.
Koning van Deenemarkc mec zyn opnicuws
vergaderd leger in Schoone konde
aankomen. In deeze ftad voerde de
Deenfche Hoogbevelhebber Meerheym
als Stcdevoogd hec beve l, en deed,
zoo door veelvuldig fchieten als gcftaadige
uytvallen, grooteren tegenftand, dan de
Zweeden verwacht hadden; ja hy rckte
hct beleg zoodaanig, dat de Koning van
Deenemarkc tyds genoeg had om, per-
foonlykin Schoone zynde gekomen, z y ne
benden byeen, en tuifchen den zesden
en zevenden van Zomermaand des nachcs,
ten onderftand der belegcrde ftad, tegens
de Zweeden te trekken ; wclke, naadac
het.Deenfche leger in voile flagorde ren
gebede nederkniclde, om daarop hct gevecht
te waagen, eerft in hunne vcrfchan-
fing (z) bleeven, vervolgens hec beleg op-
braakcn, cn des nachts hec aangebooden
gcvccht ontwceken. Mec hcc opgaan
van dcn volgenden dag hec Zweediche leger
tevergecffch zynde naagejaagd, deed
de Koning van Deenemarkc vervolgens op
eene zecr ftaatlyke wyze , den elfden van
Zomermaand , in de ontzcttc ftad z y ne
intreede: cen dagvoorwaar, daaicnbo*
ven nog mcrkwaardiger door hec gevecht
’ c gene tuflchen de Zweedfche eu Deen-
fche oorlogsvlooten op de hoogte van Roftok
voorviel. Dc ecrfte, negen (3) oorlogfchepen,
twee jagten , drie branders
cn nog vier andere fchepen fterk, was
uyt Gotchenburg, onder 'c beleyd van
den Admiraal Erich Zeeblad in zee geloo-
pen, om hec door de Belt te zetten, en
zich by de overige Zweedfche fchepen,
die alle uurcn uyc de Scharen ftonden te
komen, te gaan voegen. Doch door dcn
cegenwind in de Belt langer, dan hy gedacht
had, werdende opgehouden, zoo
liep de Deenlchc Admiraal Niklaas Juel
mec elf oorlogfchepen, deu tweeden van
Zomermaand, vanKoppcuhaageiuzee, cn
ontmoetende op de hoogte van Langeland,
den elfden dier maand, dc zoogemelde
Zweedfche (4) fcheepsmagc, viel mcc
eene zoo weergalooze dapperheyd op haar
aan, dac binnen twee uuren vechtens, behalven
het fchip van den Zweedfche Admiraal,
nog zeven anderen (y) veroverd
wierden. Eene raaand daarnaa gefchiedde
op de hoogtc van Koogc cen tweede gevecht
met de Zweeden; aan welke andermaal
, onaangezien zy veertig ichepen
ftcrk waaren, zoo grootc nederlaag te beur-
te viel, dac wcl de helft der zelvc o f in
dcn groud gefchooten, o f verbrand, (6)
o f
(3) H oll.
Me ik.
1677. pa^.
164.
(4) Leev.
van Com.
Tromp.
SS?"-
I677- p:>6'
i6 j .
(6)HolJ.
Merkur.
1677. pag.
i7oen
71-
I. Dc e e r fte , die van c cne ongemeene groocte i s , cn w e l ze send e r tig lo o t aan g ou d w c e g t (l),
verbeeldt op de ecne z y d e , in den rechteren h o ek eene h a n d , d ie u y t de w o lk en k o m t } onder muI. Reg.
d u b y f c h n f t ; ^