l l i '
■ J ’
n
(O Aitze-
n ui a a kcn
van font
en oorl.
i. d e e l,
fol. 118 9 .
(M I .d c e l
foi. 20Ö.
( i ) Ovid.
Metam.
lib, X I.
ÿruioi.
dcieqq.
l i b . x i r .
■¿'fu 16 .
V irg .
Æneid.
lib. II.
lifu 6 10 .
& fcqq.
V IR T U S E T P R A E S E N T IA R E G I S ,
DE D A P P E R H E T D E N T E G ENWOO RD IGH E TD
D E S KONINGS ,
En dewyl men aan dceze hct dwingcn van 200 overfterke ftad toefchreef, ftaat vooas op de
voorgrond tc Icczen:
T R A J E C T um a d M O SAM E X P u g n a t u m .
M D G L X X I I I.
MA A S T R ICHT ING ENOMEN, idyj.
II. Dc tweede heeft in den rand van ’c voorftuk, dat het gelaurierdc borftbeeld des Franfchen
Konings vertoont, tot omfchrift deezen tytel;
L U D o v ic u s X IV , D ei G r a t i a F R a n c i j e E T N A V a r r ^ R E X .
l o d e w t k d e X I F , DOOR GODS G E N A D E KON IN G V AN
V R A N K R T K E N N A V A R R E ,
En dewyl de Franfche Koning, in ’ t jaar zefticnhonderdtweeendcrtig, zoo door ( i ) zyne v ct-
leaide hulpbenden oader den Hertog van Bouillon, als door hec vcritrekte geld, niec weynig
tot het winnen van Maaftricht aan dc Vereenigde (*) Geweften tegens dcn Spanjaard de hand gc-
leend had, 200 is hy op het ruggeftuk als dc Zeegod Nepcuyn verbeeld; wclke de muuren van
Troie die hy eertyds geftichc (z) had, thans zelf mec zynen drietand beftormt. Waarop ook dit
randfchrift zinfpeclt;
Q U A S C O N D ID IT , E R U I T A R G E S , xöyj.
HT V E RWO E S T DE S T E R K t EN, D I E HT Z E L F
GE S T ICHT HEE F T . 1674
4 ~
Op du andere zyde ftaat dc Godin Pallas metden rechteren voet op de watcrliruyk dcr Maaae,
houdende in de ccnc hand eenen blixem, cn in de andere ccne fpeer; onder dit randfchrift; --------
V IR T U S R E G I S IN V I C T I S S IM I . 1S75.
D E D A P P E R H E T D F A N D E N O N F E RW I N N E L T K S T E N
KONIN G . 1673.
Op den voorgrond leeft men voorts, tot meerdere opheldering van hct voorgaande dit by-
fchiift;
M O S . ® T R A J E C T um X I I I D IE B u s E X P U G n a t u m .
M A A S T R I C H T I N 13. D A G E N V E RO V E R D .
(0 Brandt
Le cv. van
(le Ruyter .
fol. 798.
(2) Brandt
I, ecv. van
(if Ruyter ,
fol. 803.
(3I Brandt
Le cv . van
de Ruyter
f o l .8 i s .
III. De derde vertoont op dc eene zyde desKonings geharnaft borftftuk} binnen hct rnndfchri^
deezes rytcls :
L U D o v i c u s X I V , D e t G r a t i a F R a n c iæ E T
N A V a r r æ R E X .
LODEWT K DE X I V , DOOR GODS G E N A D E KON IN G
VAN V R A N K R T K E N NAVARR E .
Op
(4) Brandt
Leev. van
dcRuy ie r
fol,816.
Het zelfde geluk had de Franfche krygsmagt
geenszins te water, want deeze al-
leen dertig zwaare fchepen, behalven
zeven fregatten, tien branders en eenige
galiootcu fterk, had z ich , onder’t beleyd
van den Graaf van Eftrees, by de Engel-
iche oorlogsvloot, den vyfentwintigften
van Bloeimaand , gevoegd; welke door
Prins Robbert beftierd wierdt, en nu mec
de Franfche te iamen over de hondcrdvcer-
tig zeyleii fterk was. Dus wendden zy
het naar de Nederlandfche; die zich om-
trcnc Schoneveld ophieldt, en hoewel be-
neden winds en veel zWakfcer, echter haar
met veel moedighcyd afwachtce. Zulks
het gevecht omtrent twee uuren des naamiddags
van dcn zevenden ( i ) van Z o mermaand,
mec zeer grooce Wreedheyd
wederzyds begoft, en niec voor den avond
toc naadeel dcr Engelfchen en Franfchen
eyndigde: mids die daarin met de branders
omtrent ( i ) veertien fchepen verlooren. Sedert
eenigo dagen mcc hcc herftellen der
geleede fchaade zynde gefleeten, wendde
hec de Nederlandlche vloot door ’t eerft
bekomen voordeel aangemoedigd,nu zelve
naar den vyand; die hec gevecht naar z y ne
kuften (3) poogde tc ontwyken. Invoege
men nice voor den veertienden,
omtrent vier uuren naa den middag hem
hebbende ingehaald, aan elkander geraakte.
Tromp was de eerfte, die ’c gevecht bcgoft,
zynde van Zweerts, en de Ruyter
gcvolgd, tuifchcn wiens fchepen en die
van Prins Robbert een zeer zwaare ftryd
ontftond: zoodat decs al vechteode naar
dc Engelfche kuften week; en hebbende
dc nacht het gevecht gefcheyden, den volgenden
dag geene vyandlyke vloot meer
in zee (4) gezien wierdt. De Vereenigde
Staaten, die wegens dit bekomen voordeel
eenen Dankdag uytfchreevcn, en tot
vcrftcrking der vloocc laft gaaven , poog-,
den ondertuflchen ook den ingedrongen
vyand te lande van hunne grenzen te ver®-
wydercn. Met dat oogmcrk had de befaamde
Rabenhaupc befloocen zich , het
koftce wac hec wilde, van dc Nieuwe-
fchans meeftcr te maaken, en al het noodige
daartoe van langer hand doen vcrvaar-
digen: temeer, mids hy de zcIve een
groot gedeelte van den voorleeden winter
reeds had ingeflooten en berend gehouden.
Dus heefc h y , naa ’c veroveren van de
Booncrichans, aan de overzyde van den
Dollaarc, zich zoodaanig op den (y) Bon- (5)Vcr-
derdyk voor de Nieuwefchans neêrgeflaa- yclw'äS ’*
gen, dac hy de zelve van drie kanten kon- Europa,
de naderen. Wel is waar, dat de Biffthop
van Munfter, weetcnde de aangelegenheyd
der fterkte, den Overfte Mynders-
hage,meczeshondcrd ligtc paarden en vier-
honderd voetgaften,rot onderftand der Nieu-
wefchans bytyds afzondt, maar die wier-
den door *c beleyd van Rabenhaupt geheel
vcrftaagen, cn vcrvolgens de aanvcchtin-
cingcn mcc des te mecr naadruks voorrgc-
zec. Doch die fchriktc den Munfterfchea
Kerkvoogd gcenszins a f , maar deed hem
te meer op de hulp der bclegerden bedagc
zyn: zulks hy eenen tweeden envrymagri-
geren onderftand, onder Sint Paul, afzondt.
om ’cregcmcnt van Aquila langsde bygelc-
gene moeren te ovcrvalleo. Maar Raben-
haupt,tydighiervan (ß) verwittigd, zondt
dcnMajoor Dham met negen benden dcn verward
zyncn tot onderftand; die den vyand aldaar pag X ,
zoowel ontfingen, dat h y , mer verlies
van driehonderd man, en zonder ict gevorderd
tc z yn , moeft terug trekken. On-
dertuflcheu waaren de loopgraaven tot op
een’ muskctichooc aan de Schans gebragt,
die hy dcn achtftcn van Hooimaand deed
opeylchen : doch dewyl de belegerden,
als mannen van eere, betuygden zieh tc
willen verwecren, wicrdt vcrvolgens des
G g 1 nachcs
b .1