F '
i ...
f: l i I
IU I li
i , 1'
^ 3 4
N E D E R L A N D S C H E
® 3 ‘t —
1677. Dc Godin Minerva, welkc opdc tegcnzyde nevens haaren uyl verbeeldt ftaat, houdt met de eenc
_______ hand cell Ichild , voerendc het hoofd van Meduza, en m dc andere cenc fpcer, omvangen met
ecne Muurkroon. Hct randfchrift luydt aldus ;
M IN E R V A V IC T R IX .
B E O F E RW I N N E N D E MINERVA.
Dat is dc voorzigtighcyd, die door haar betekend wordt. Voorts zoo ftaat op dcn voorgrond
dit opfchrift tc icezen ;
F R IB U R G O B R I S G O JA E C A P TO . M D C L X X V I I .
F R E T BU R G IN 'T B RI SGAUIV SC HE I N G E N O M E N . 1677.
( r )H o ’ l.
Merk.
16 7 7 . pag.
13 4 .
( i ) Holl.
Me rk-
16 7 7 .
p a g .z o j.
16 7 7 . pag.
206.
Niccmiu gclukkig voor de Franfchen
eyndigde de vcldcogt iu Nederland: want
terwyl her leger der Bondgenootcn zich
mcc liec verilcrken van ( i ) Hal, naa ’c opbreeken
des belegs van Charleroy, aldaar
ophieldt, om de geraeenfchap tuflchen
Bergen in Henegouwe cn BruiTcl open te
houden, was de Hertog van Luxemburg,
met het geheele Franlche leger , tot by
Aalft afgezakt, en dccd vandaar acht- of
tienduyzend man naar de vaart van Brui-
lel trekken, mec voorneemen om zich
van de fterkte, die de Driegaaien dektc ,
mcefter te maaken, en vervolgens dcn
kruyn der brugge inflaande, den tocvoer
naar die ftad te water te verhinderen.
Maar ccn Ncderlandich Hopman, die in
deeze fterkte hct bevel voerde, ontfing de
aanvallers zoowel, dat zy ten kofte van
omtrent drie- o f vierhondcrd man moeften
aftrekken, uyc vreeze van hct verbonden
leger, zoo z y lang vertoefden, (2) op
den hals te krygen. Des wendden hec dc
Françoizen naar Gent ; aiwaar z y Jangs
drie bruggen over de Schelde getoogen in
’c land van Waas vielen , en aldaar zoo
fchrikkelykc verwoeftinge aanvingen, dat,
behalven dc Heercflocen wel drieduyzend
huyzen dcr inwoonderen verbrand, en die
dus genoodzaakt wierden, om metde Françoizen
over de totnogtoe geweygerdc (3)
brandfchatting te verdraagcn. Op ’c gerucht
van deeze dwangmiddelen zakte hec
verbonden léger wcl a f toc by Bruflel;
doch de Franichen wachtten hec niet af,
maar Vlaandre vcrlaarende deeden hun leger
ichcyden, en zondcn des zelfs benden
in de omgelegene fteden toc bezetting.
Die wierdc door de Bondgenoocen naagevolgd,
ende Duytfche hulpbenden dieper
te landewaart in , ja de Munfterfchen naar
hun eygcn land terng gezonden; zulks
niemand meer icccuvcis waande. Maar dc
Françoizen, hun volk mec nieuwe rokkeu
voorzien, veel brandhout cn koolen voor
’t leger, en hooi voor dc paarden byeen
gebragc hebbende, rukten onder den
Maarlchalk van Humieres (4.) den cerften (4)HoH.
van Wintermaand, weder in ’c veld, eu ^
ten beleg van Saint Ghislayn. Naadac de 234.'
dc uadcTniftcn van drie kanten waaren geopend
, gelukte hec den beleggeren, tuft
fchcn den negenden en tiendcn, cenc rc-
duyc ftormenderhand te vermeefteren,
vervolgens een werk de Paftey genaamd in
tô neemen, ja alles tot den algemeenen
ftorm hebbende vervaardigd, op den tienden
dier maand de ftad zelve (^) toc hetope-
nen haarer poorten onder billyke voor- i677.*pag.
waarden, te noodzaaken. De gedachtenis *’3î*
van ZOO onverwaçhcc en welgeluktc onderneeming
wordt op deezen penning bewaard.
Op de rugzyde van dcczcn penning, wclke dc zelfde voorzyde als de voorgaande heefc, zict
(Ollefol.
lierScaat.
Generi
i60a.
1677.
(i)Refoî.
ileiStaate»
vjn Holl.
10 Maart
1674. fol.
66,07 ea
68.
(3)} HHco ll.
Merk.
(4)Refol.
derStaat.
Cener.
7N0V;
1677.
H I S T O R I P E N N I N G E N . I IL Boek. 2; 5
men de Godinnc Pallas,houdende eenofpics in de cene,cn eenflangerond,’ cgene hetiinncbecldyan 1677.
cen rond en afgcloopcn jaar is , omvlochten mec ccncn zeegetak, in dc andere hand, vcrbceld;
waarom ook in den bovenrand gelcezcn wordc.
A N N U S F E L I C I T E R C L A U SU S .
N E T J A A R G E L U K K I G L Y K GE S LOOTEN.
Verder ftaat nog , tot meerdere opheldering , opdcu voorgrond dit opfchrift tc leezen;
F A N U M S a n o t i G I S L E N I C A P T U M . M D C L X X V I I .
S A IN T GH I S L A T N GE IVONNEN. 1677.
Eer het verbouden leger (chcydde, had
de Prins van Oranje, hebbende hec
Hooge bevel in handen van den Graaf van
Waldek geftcld, dat verlaaten, cn was
eerft naar ’s Graavcnhaage, en vervolgens
vandaar, verzeld van deu Hecr van Odyk
( i ) , over Hcllevoetilnys met drie Koniug-
lyke jagten, onder geleyde van twee En-
gcHclic en vctfcheydeue Nederlandfche oor-
loglchepcn, naar Engeland verreysd; om
aldaar, vermids de Staaten van Holland
hem tot het aangaan van een huuwe-
iyk reeds over drie jaaren op eene zecr
plegtige wyze verzocht ( i ) hadden, cenc
zoodaanige verbindtenis met Maria, oiid-
rtc Dochter van ’s Konings Broedet den
Hertog van Jo rk , waare het moogelyk, te
fluyten. Den negentienden van Wyu-
maand ftapre hy te (3 ) Harwich aan land,
wierdc mec ongemeene ftaatlykheden door’t
Engelfche H o f ontfangen, endoor ’c aan-
richten van wedloopcn en renfpclenj’ choudcn
van maaltyden, en andere hoflykhe-
dcn bovenmaare onthaald, en de eerfte
voorflag tot hct gemelde huuwelyk door
den LordDanby ’s Konings gunfteling aan
den zcivcn met die abelhcyd gedaan , dat
die aanftonds zyncn Broeder oncboodt, cn
van den zclven tegens eygc verwachting,
de gevorderde tocftemming op ’ t verzochte
huuwelykerlangde. Vandeezeblydctyding
gafhy, afzendendeden HecrvanStangcrland
totdat eynde naat ’s Graavenhaagc, nietalleen
aan de Vereenigde Staaten kennis, maar
vcrzocht ook hunne tocftemming op deczc
(4) aanftaande verbindtenis. Wclke,
nietandcts wcnichende, met zeer grootc
vreugde het bewilligde huuwelyk goed-
kcurden, cn den Prinfe, cvenals ook den
Koning, hunnc Koninglyke Hoogheden den
Hcrtoge en de Hertoginnc van Jork , en
de twee Prinfcflcn hunne Dochteten, met
uytdrukkelyk aanfchryven, op de aller-
veroligtendfte wyzc deswegen gcluk
wenfchten. Z y bcfchonken ook den
Hoofdman van ’t Engelfche jagt mec honderd
dukaaten,cn verzochtcn dc Holland-
fchc Gemagtigden van zorg tc willen draagen
dat tot hct luyden der kiokkcn, lol-
ien vau ’t geichut, cn andere vreugde tekenen
de noodige ordc in ’s Graaveiihaage
{ ; ) mogtc gefteld worden, ja dccdcn door »erStaat,
den Hecr van Heukelom, cn andere Gcmag- J»)™,
tigden rot dcBuyccnlandfchc zaaken aan dc 1657.
Afgezanten des Keyzers, der Koningcn,
Prinfen , Vroften, cn Scaaten , zich in
’s Graavcnhaage oiithoudcndc , van de
gcfloote Verbindtenis aldaar, .als ook door
hunnc Staatsdicnaaren aan de Hor en dicr
Vorften kennis geeven. Den veertienden
van Slagtmaand de Hccr van Stangcrlaiid
mcc dc verzochte toellemmingc der Staaten
aan 't Eugcllcbe hof zynde terug
gekomen, zoo wierden nog dien zelfden
avond , als zynde de Gcboortedag des
Prinfen tcn elf uuren de Huuwclyksplcg-
tighcden, doot den Biflchop van Londeu ,
in ’t byzyn van den Koning, die dc ßruyd
aanbood , den Hertog cn de Hertogin vau
Jo rk , en den eerften Adel des Hofs, be- ,
diend, en het huuwelyk (6) door bedge- rirsi'at.'
mcenlchap nog dien zelfden nacht voltrok- Cc^,.
kern Sedert ecnige dagen iu veelerhande
vrolykhedcn zynde gefleeten, ftapte het
jonggetrouwdc Vorftlyke (7) paar, den Me ii.,
zevenden van Wintermaand, te Mariegate ‘677. pag.-
t’fcheep, en had hct geluk vanden twcc-
den dag daarnaa te Terheyde aan laud te
treeden, cn, naa cen wcy nig uy truftcns op
hct hof ce Honshoircdyk, den vecrticn-
deu dicr maand met vecle ftaatlykheden
zyne openbaare intreede binnen ’s Graavcnhaage
te verrichten: aiwaar ccrft de
(8) Prinfcs cn tocn haar Gemaal, uyt den,™
naam der Algemeene Staaten, door de Gener.
Heeren van Gent, Werkeudam, Sceyn ,
O dyk, Renswoude, Bootsma, Slooc,
Gruys ; en den Griffier Fagel ; zyn (,)Refol.
verwelkomd , cn mec hun (9) vob
trokken hunwclyk gcluk gewenfcht.
’c Gene ook aanleyding tot hct maakcn 16 7 :.
van dccze penningen hecft gcgeeven.
N nn i !■ Hcc
‘i i ;