> r . . J j
!
\ i ff
i'f f i
i ff
1(173- nachts tuflchen dcn ccn- eu twceentwin-
^ tiftcn, ceiie halvemaan door dc aangevoer-
dc Staatichc benden zoo heevig beftormd,
dac z y nietalleen de verweerders daaruyt
jocgcn, maarook tegelyk met de vlugtelingen
in de Schans indrongen, die vermeefter-
dcu, en alles op genadc enongenadc voor
hunnc zeegepraalendc wapenen ( i ) dee- (dVci- ^
den buygen. Die voorval maakte een J"!®,™ ‘
groot gerucht in dien oord, boezemdc Eu rop a,
den Staatfchen geen kleynen moed in , en 1” ®'
gaf aanleyding dat, tot lo f van den zeeg-
hafcigen Rabenhaupc, dees gedenkpenning
gemaakt wierdt.
f)e voorzyde bevat het borftbeeld van Rabcnhaupt, cn de tegenzydc de vcroverde Nieuwe
ichanSi binnen dceze randlchriften:
D O O R G O D T , E N ’T B E L E I T V A N S Y N E X E L L E N t i i
R A B E N H A U B T , D E N IE U W E S C H A N S M E T S T O R M
E R H A N D T IN G E N O m e n : D en iz. J U L y j tdyj.’
(a ) Ver-
v o lg v a n ’t
Verwa rd
E u ro p .i,
pag. 388.
(3 Ì Brandt
L c e v . van
de R uyter
k' ■ ■
4 -,
(4) Brandt
L e e v . van
lie R u y te r
toL S gy .
(î)ReroI.
«1er Staat,
van Holl.
Jr Aug.
61697.3- fol.
Hoewel Graaf jföhan väiiNafibu het zelfde
geluk niec (x) had in het aantailea van de
Zwartefluys , zoo hadden de Vereenigde
Geweftcn echter federt overvlocdige reden
om wegens het beleyd van den Admiraal de
Ruyter voldaan te wcczeu. Dees had naa
’c laaft behaalde voordeel, om ’t valfche
geruchc des vyands, als o f de Nederland-
iche vloot binnen gaats gejaagd was, tegens
te gaan, hcc mec zyue ondcrhoorige
ichepcn eerft naar (3 ) de Engeliche, en aldaar
gecu voordeel könnende bejaagcn,
federt naar dc Vlaamlche kuften gewend.
Hier verftondc hy den achcentwintigften
van Hooimaand, uyc de brandwacht houdende
ichepcn, hcc uytloopcn der Franfche
en Engelfche oorlogsvloote, en beval
des, de zeylen byzettende, mids ’c voordeel
van den wind, die te gcmoece te vaa-
len. Doch deeze hieldt nu by , nu weder
af, cn zochc op die wyze de Nederlanders
van hunne kuften a f te trckken, om
ftaande die verwydering met eenige in-
gclcbeepte manfchap ecne landing aldaar te
(4)onderueemen. Zulks de Ruyter, die uyc
zoo zonderling gedrag vermoedende, met
’s Lands vioote weder terug en tot op de
hoogte van Schevenig afzakte. Doch,
der t’huyskomende (y }
Ooftindifche fchepen, wicrdt federt dien-
ftig geoordeeld hier nict langer ce vercoe-
vcn, maar dcn vyand aante taften: zoo
dat de Ruyter hierop weder zee koos,
den twintigften van (6) Oogftmaand dien
in ’c gezigc, maar niet voor deu volgcnden
dag binnen fchocts en, terwyl men in
Holland alom om eenen (7) goeden uyc-
flag bade, tot vechten kreeg. Omtrent
ten half negen uuren nam die zyn begin
tuffchen den L. Admiraal Bankert en de
Franfche ichepcn, van welke laatften eenigen
zich manlyk , anderen ilappclyk ver-
weerdcn, doch alien hec eyndelyk om den
Ooft wendden ; aiwaar z y in dcn wind blec-
ven leggen hangen, zonder weder a f te komen
: waarop z y door de Onderadmiraalen
Evcrtszoon cn Enno Doedes Star (8) wierden
naagcwcnd, doch, geduurig afwy-
kende, voor hen geen ftand hidden.
Ondertuflchen waaren de fchepen onder dc
Ruyter mec die van Prins Robbert in een
zoo Icherp gevecht geraakt, dac z y verfcheydene
maalen door elkanderen hecn
ilocgen, alsof men door eenen verborgen
drift wilde tc kennen geeven, dat dit hec
laatfte gevecht zoude z y n , waarin men
hct uyterfte proefftuk van (9) beleyd cn
dappcrheyd zoude toonen. Staande die
gevecht verteerdcn verfcheydene Engelfche
brandfchepcn vruchteloos, cn had dc
Ruyter, met de fmaldcling onder Bankert
verfterkt, mids de Françoizen zich nog
buyten fchoots hielden , het geluk van
Prios Robbert aan ’c viogten tc brengen, ’c
genc
(<5) Brandt
L e e v . van
de Ruyter.
fo l. 856.
(7) Refol.
derStaaten
van HoU.
8 A u g .
16 7 3 . fol.
65.eo
1 1 dito
i673.fol.
74.
(8) Brandt
L c e v . van
de R uyter
fol. 857.
(9) Brandt
L e e v . van
de Ruyter,
fo l.8 5 8 .
(i) Brandt
Le even
van de
Ruyter,
fol. 839.
(z) Brandt
L e e v . van
de R uyter
fbl.86o.
Robbert Spraghs in gevaar zynde fchceps- 1^*73 ■
mage te hulpc kwam. Invoege alhier op- "
nieuws een nicuw cn gruiiwzaara gevecht
wicrdt begonnen; in ’c wclkc tcn half zevcn
uuren twee Engelfche branders co ccn oor-
logfchipdoor’ t vuur vcrtcerdcn,en een aiidcr
’ tgenchem gelegenheyd gaf om totondcr-
ftaud van Tromp tc zeyien , welke met
ecnc ongeloovelyke kloekmoedigheyd tegens
dcn Ridder Spragh, Admiraal dcr Blaau-
wc v.iaggc, veifcheydcne uuren ( i ) ach-
tcrecn cn zondcr zeylen te reppcn in gevecht,
doch ook zoo gclukkig was, dat in
drie uuren tyds byna niemand van al zyn
volk gcquctft, enSpr.ighs fchip zoo door-
nageld wicrdt, dat hy ten twaalf uuren op
deu middag de (2) vlugt moeft neemen;
onaangezien hy door vyftien o f zeftien
zyner fchepen zoodaanig onderfteund
wierdt, dac Tromp eyndelyk op zyue
beurt van fchip moeft veränderen: even-
gelykook Spragh, wclke by ’c overvaaren
cn door ’c in dcn grond ichieten van de
boot verdronk en dus met meer anderen
het leeven daarby verloor. In deezen ftand
was ’ r , als dc Ruyter Tromp, ca Prins
de Françoizen zich zyner hulpc niccbckreu- deTuytJr!
nen, omtrent den zelfden tyd afhicldt, en
met zyne vloot naar de Engelfche kuften
week; werwaart zy tor naa der zonne ondergang
door de Nederlanders vcrvolgd
wierdt. Onder dc luyden van naam, ten
kofte van wier leeven deezc zeege bcvoch-
ten was , wierden de Hopluyden David
Zweerts , cn Jonker Johan Pau-
welszoou van Gelder gereld ; welker
welverdiende lo f , vaa voor ’c Vaderland
op ’c bedde van eer te zyn geftorven,
door deezc twee penningen bewaard is.
I. De voofiyde van den eerften , tot lof van dcn gefneuveldcn Zweerts gemaakt,verbeelJc eenen
opgerechten wapenxuyl van allerhande fcheepsgereedfchappcn, vlaggen, en gefchut j waaraan des
overleedens wapenfchild gehecht, en waarvoor hyin voile wapenrufting , boven dit ondergeftel-
de opfchrift, leggende verbeeld is :
III. Veel Hh J O n k e r
I : '