Y ! ' ■f i
■ I- I i
: r i " -
| i r l Y T i s
' ■ F ì ì t ì -
..’l'IiV " ' 7 ¥ " 'ri Y i,/!,
I i P . ' Y JU jè 'f f
te . i l Y ' f c f
!Mj
k - Y i l , fc
â f ‘'ifcft I:'mÎ
’'Y.
rt!.1 '"M'fe-fo.'jl:
1690. temeer mids dc vyand dagelyksoieuwc ver-
" ftcrkiugen ontfing en daardoor te ontzaglyker
wicrdt. En vvaarJyk, het zecgepraa-
lend leger nu meefter in ’t veld , maakte
zich in ’t vervolg nietalleen meefter van
Zaloflb , SavilJano, FoiTano, en andere
nabuurige fteedcjes, wclke op’ t bevel des
Merkur?^' Hcrtogs, om de gewifle plondering te ( i)
iifdecl > hunne lleutcls aan den Heer van
pag. 161.’ Katinat bragten, maardees had reeds voorafook
Rumilly, Anneçy, cn Chambery,
Hoofdftad van Savoye, en dus dat geheele
Geweft, zoo men Montmelian uytzon-
dert, gedwongen den eed van getrouwheyd >
hulde, en onderwerping aan (2) den Fran- -
fchen Koning af te leggen: waarom zyne TuiLodc-
Hoogc fchool der Gedenkpenningen en op-
fchriften in ’c vervolg daarop den ecrften 11. dee!,
deezer twee penningen hecft in *t lichc ge- *33*
geeven.
S A B A U D Ï A I N P R O V I N C I A M R E D A C T A .
M D C L X X X X .
S A V O I E TOT E E N W I N G EW E S T G EMA A K T . 10510.
I. Wiens voorzyde vertoont het kopftuk des Franfchen K o n in g s , binnen deezen z yn engc-
wooolyken tycel in den rand;
L U D O V I C U S M A G N U S , R E X C H R I S T I A N I S S I M U S ;
LO D EWY K D E GROOTE, A L L E R C H R I S T E L T K S T E KONING.
De achterzyde verbeeldt het treurcnde Savoye als eene weenende V ro uw , tuftchen verfcheydene
fteyle roifen , en aan den voet eens hoogen bergs gezeeten j onder dit cenvoudige randichrift:
S A B A U D I A S U B A C T A . M D C L X X X X .
S A VOI E T ’O N D E R G E B R A G T . 1690.
I I . Hct voorftuk van dcn tweeden en grootften heefc, binnen het zclfde tytelfchrifc , hct K o ninglykc
borftbeeld , en het ruggcftuk de zelfde verbeelding , onder die verfchiliende byfchrift
:
S A -
Hiermede zoude ik dit jaar befluyten,
’t en waarc ik my nog verpligc oordeeldc,
om eerft den gcwelddaadigen oploop, in
hct zelve tc Roci;prdam, wegens hec vonniflen
van Kornelis Kofterman, aangerichc,
kortclyk re befchryvcn. Dees , tuflchen
den ( i ) achc-en negenentwintigften van
iv!^dcel, Oogftmaand, als Schütter onder hec Scad-
16 9 0 . pag. huys de nachtwachc hebbende, en beftaan-
de, benevens nog twee andere Adelborfteu
en eenenTanaboer, ten tien uuren een half
anker wyns tc fluyk derwaart te brengen,
om daarmede der uicuwaangeftclde Adel-
borften welkomft te viercn , wierdt door
de Pachters der wynen , van twee Deur-
waarders en even zooveel Toezienders onderfteund
, in 'c wederkeeren aangedaan ,
hen dc geflooken wyn ontweldigd, daar-
op ftraks onderling een zeer heevig gevecht
begonnen, en ftaande het zelve door
hem een van ’s Pachters Toezienders onder
den voet geftoken. Kofterman deswegen
in hechcenis genomen, wierdc dan op
de gegeevc getuygenis van des Pachters bedienden,
de overeenkomft der wonde met des
gevangens geweer, en eyndelyk op zyne
eyge bekentenis, dcn elfden van Herfftmaand
gedaan, met eenpaarige ftemmen
der Schepenen teu zwaarde verweezen,
doch die vonnis v y f dagen laater zeer on*
gelukkig uytgevoerd; vermids de Beul, ont-
fteld’tdoormorrendes V olks,’ tgenerond-
uyc z e yd e , dac de gedoemde onfchuldig
was, en flechts door vreeze van den pyn-
bank dcn aangctuygden doodflag beleeden
had, hem zes o f zeven houwen gaf, cer
h y hec hoofd kon van hec lighaam fcheyden.
Dit,en hec voorgeeven als o f de nog
(i)Europ, in hechteuis zittende Tamboer (z) thans
jv iS d , dieu manflag zelfs begaan te hebben,
16 9 0 . pag. en gevolgelyk Kofterman c’ onrecht ge-
dood te zyn , veroorzaakte dac ’s daags
daaraan vcel volks achter het Raadhuys,
cn voor het huys van Peter vander Steen,
eenen der Pachters, byeen fchaarde, des
zelven glazen nietalleen uytfmeet,maarook
de deur hebbende op den grond geloopen,
in huys viel, cn alien inboel en huysraad
in ftukken flaande, o f uyc de venfters
werpende, in korten tyd te fchande maak-
» te en vernieldc. En ofwel , tot ftuyting
(3)Earop. aangCvätigen oploop,denachctien-
Merk. den eene zecr ftrenge waarfchouwing van-
wcgedenMagiftraat(3)in'd ich t, eneenig
pag. 83. geregeld kiygsvolk u y t 's Graavenhaage in
de ftad kwam, zoo wierdt daardoor de
thans ryp geworde zweer van ’c opgevat
misnoegeu veeler inwoonderen tegens den
Hoofdlchouc Jakob Zuylen van Nycvclc
veeleer opengereetcn dan geneezen. Invoege
men vecle fmaaifchriften, ccr ophic-
fmgevan’c graauw in dc achtcrftraaten des
nachcs voor dcn vyfden van Wynmaand had
aaugeplakt; ’c gene hem nog dieu dag van
’s Graavenhaage in de ftad terug komende
(4)veelelcheldwoorden langsde ftraat naar
'c hoofd fmeet, en in grooce menigte toc
aan zyn huys verzelde. Hier groeide tocn
hecgetal der misnoegdeu handoverhand,vcele
fteenen vioogeu oader de voor zyn huys
gefcbaarde foldaaten; weike om den drang
ce weeren, ccns voor de lens, en voorts
met ernft vuur gaaven, en dus in’c eerft wcl
deverwocde menigte deeden deynzen, maar
deeze, hebbende drie ftukken gefchuts vaa
den wal gehaald, noodzaakte weder op haare
beurt door’tvuurgeeven de gewaapende
manfchap vandaar, ja ook dea Hoofdfchout
in foldaaten (y) kleeding nevens de z elve,
den volgenden morgen uyt de ftad te wyken,
welke ftraks hierop geflooten, cnhec
gefchut op het huys van den gevlugtcn Baljuw
mec dien uytflag geloft wierdc dat eerlang
de deur op den grond geveld lag. Toen
ftoof de woedende hoop met grooten drang
ten huyze in, aiwaar alles verfcheurd, verbryzeld
, eu op de ftraat aan ftukken gefmeeten
wierdr. Die was ’tnier alles, want
hec geheele huys zelf wicrdc gefloopt, de
gevangen Tamboer, benevens verfcheydene
anderen uyc de boeijen verloft, de in 'c
Tuchthuys zittende gevangens op vrye voeten
geftcld , en des Hoofdfchouts buyten
deftad leggende tuynen fpeelhuysop gelyke
wyze onder den voet gehaald en mishandeld.
Aldus ftonden de zaaken , als
omtrent elf uuren des morgens verfcheydene
Burgervendels, ziende dac ook andere
huyzen d oor’t graauw gedreygd wierden,
in de wapenen , en dc Burgcmeefters ter
puye (6) van hec Stadhuys verfcheencn,
en hct volk tot ftilftand vermaandcn, mids
men het Baljuwsampc aan den Voorzitten-
den Schepen Jakob Beyer thans by voorraad
had opgedraagen. Hiermede nam hec op.
roer een eynde, tan 'c welkc zoowel, als
van de onthoofding van Kofterman, men
de gedachtenis op deezen te vinnigen fpoc-
penning bewaard vindc.
M m ra in rnm i Oß
(4) Enrop:
Merkur.
IV . de ci,
1690.
P"g . «7.
Icrkur.
I V .d e e j ;
1690. pag;
(6) Eu ropi
Merkur.
IV . deel,
1690. pag;
9«,