I':»' i l
1 » ! ' " f l
U. I I. .' ,i'' : : ■
'' l ö l
De eene zyde bevat nevens het jaar 1676. de ftad Philiphurg, cn zyne Overrynfchc fchans, en
dc andere zyde dit Hoogduytfchc opfchrift:
V o n d e r r ö m i s c h e r k a i s e r l i c h e r M A I e s T a t
U N D D E S H e y l i g e n R ö m i s c h e n R E IC H S W E G E N ,
B E L A G E R T U N D E R O B E R T ,
IM JA H R ifiyi. D E N 7. U N D 17. S E P T E M B E R ;
F A N D E R ROOMSCHE E N K E T Z E R L T K E M A J E S T E T T
E N D E S H E T L I G E N ROOMS CHEN R TK S WE G E ,
B E L E G E R D E N F E R O F E R D ,
I N ' T J A A R 1S7«. D E N 7. OF 17. F A N HE R F S TMA AN D .
( r ) Rcfol.
derSiaaten
Ccner.
1676.
( i)R e fo l
dcrStaa t.
Gener.
Ï 7 July
i6lC.
Dit beleg van Philipsburg, en dat het
Franfche leger, door den ccnen en anderen
derwaart gezonden onderftand, in Ncderland
ZOO merkelyk verzwakt was, noopre
den Prins van Oranjc, om Maaftricht nog
voor het eynde van den veldtogt te bele-
gcren. Invoege deeze fterke ftad, onaangezien
die van eene bezetting van omtrent
zesduyzend man, onder het beleyd van
Kalvo, voorzien was, zich ten derdcn dage,
naadat de Koning van Vrankryk terug
naar zyn Hof verreysd was, aan de
Brabantfchc zyde door de Staatfche en
Engelfchc benden , en aan de Wykfche
door de Duytichen, betend zag. De
Vereenigde Staaten, wectende de aangelegenheyd
deezcr oudcrnceminge, gaaven
ondertuiTchen, een plakaat in ’t licht, van
nietalleen des Zondags, maarook ( i )
door de week iu alle kcrkcu deu Hemel
om eene Ijioedige verovering van zoo gewigtige
ftad te bidden : waartoc dc Prins
van Oranje zyne uyterfte poogingen aan-
wendde, ja zynen perfoon niet ontzag;
zulks hy z elf gequetft, en deswegen (z)
door den Staat bcklaagd en aangemaand
wicrdt, om iu ’t vervolg zyn dicrbaar leeven
nict zoo ligt in de waagfchaal te ftellen.
Hoewel de loopgraaven den negen-
tienden van Hooimaand geopend, de ftad
federt zeer heftig befchooten, en verfchcydene
buytenwerken een- en andermaal be-
ftormd wierden, zoo betoouden de Franfchen
echter weynig bekommeringe voor
de belegerde plaats, maar van zins te zyn
om eerft Arie aan te taften, cn dat gewonnen
hebbende, daarnaa op het ontzetten
van Maaftricht te denken. Dc ftad Ariëj,
gelegen op de uyterfte grenzen van Artois,’
was wel gefterkt, en dus aan haare behoudenis
den Spanjaarden niet weynig gelegen.
De Maarfchalk van Humieres kreeg
tot de uytvoering van deeze onderneeming
het bevel; terwyl die van Schömberg,
imet het overige Franfche leger, het bele»
tegens de onderneemingen van den Spaan?
fchen Landvoogd Villahermoza ftondt
te dekken. Den vierentwintigften van
Hooimaand wierden de loopgraaven (3) (,)HiS.
voor de fchans van Sint François wcl- Gsäinkp-
ke de ftad dekte, geopend; m'aar de b e -S ï " '
zettmg verliet die den volgenden ¿¡p.iienxiv.
z u fe de belcgeraars toen de itad zelveaan] pag“','';.
taftten, des nachts van den uegenentwin- '’“ i“-
tigften den bedekten weg en een hoorn-
wcrfc ftormenderhand vermeefterden , ja
dus eene plaats, berocmd door twee zeer
ftraffe voorheen uytgeftaane (») belegerin-
gen, in v y f dagen naa’t openen der loop- ftiuSo.
graaven, tot dc overgaaf dwongen ; aan
welk bckomen voordeel dees penning zyne
geboorte verfehuld is.
Hct
Hct kopftukdesFranfchen Konings ftaat, opdc voorzyde, binnen deeien zynen gewoonlykcn
tytcl :
L U D O V IC U S M A G N U S ,-R E X C H R I S T IA N I S S IM U S .
LO D EWT K DE G RO O f E , A L L E R C H R I S T E L T K S T E KONING.
Ecne voortrennende Overwinning j rukt in ’r voorbygaan de muurkroon van hct hoofd ecncr op
de aardc zittende vrouwe, die het zinnebeeld der veroverde ftad is, welke in’ t.verfchiet gezien
wordt; onder dit randfchrift :
T R A N S E U N T I S E X E R C I T U S E X P E D IT IO »
K R T G S V E R R I C H T IN G VAN T V O O R B T T R E K K E N D E L É G E R .
Wclke nu deeze krygsverrichiing geweeft zy, gceft dit opfchrift van, den voorgrond te ken*
nen :
A R IA C A P T A . M D C L X X V I .
A R I E V E RO V E RD . 1676.
Ondertuflchen ging hcc beleg van Maa-
ilrichc zyncn gang; ’cgene, hoe heftig
aangevochten, echter kloeker verdeedigd
Wierdt. De Engelichen beftormden me:
vecl dapperheyd een- en andermaal het
bolwerk van den Dolfyn, op den dertigften
dier maand, ja hadden hec geluk van
dac, ten kofte van veel bloeds, eyndelyk
in te neemen: doch de belegerden, cer
de bcfchanfmgen voltrokken waaren,vielen
mcc groote verwocdheyd op de ingedron*
genen uyc, en dwongen die dcningenoo-
nien grond weder mcc zeer grooc verlies te
verlaaten. Sedert wicrdt echter de ftorm
(LHoll. op dat bolwerk, den ( i ) vierden van
iß'Jpag. Oogftmaand, hervat; cn ofwel de aanval-
156. Icrs, naa hec veroverd tc hebben, door ’t
fpringen eener myne, meeft leevendig onder
dc nederftorcende aardc begraaven
wierden, zoo wierden dc weynige overge-
blecvenen echter ftraks onderfteund, eu
dus deeze ftandplaats in bezit gehouden.
Scderc die geluk naderdeu de belcgeraars
tc ftcrker den bedekten weg, midsgaders
zeker hoornwerk , ea bygelege halve-
U L Veel.
676. png,
löo.
maan; onaangezien dc gcduurige uytvalJen,
die de bezettelingen byna dagdyks
deeden. Den elfden had de Prins van
Oranje hec geluk van een gedeelte van
den bedekten weg, naa eenen bloedigen
ftorm, aan dc flinker hand, cn ’s daags
daaraan in eenen tweedeu hcc overige aan
de rechter hand te veroveren. Tocn
goldt hec een bylegen hoornwerk ; waarop,
(z) den zesentwintigften vau Oogft- (z)Ho11.
maand, de ftorm met zoo groote verwoed-
heyd wierdt ondernomen , dac door ’c
bloed vergieten de hartsrochccn veeleer
inecrder opgewekc dan verzaadigd wierden,
en men das niemand zyne ftandplaats dan
tegelyk mec zyn leeven verliezen zag.
Zulks de aanvallers, onaangezien z y door
verfcheydene afgefteegenc ruyters en andere
hulpbenden telkens onderfteund wierden,
zich eyndelyk genoodzaakt vonden
mec gecn kleyn verlies weder a f te trekken.
Ondertuflchen was hcc Franfche leger
mec verfcheydcne nieuwe benden verfterkt,
cn tot by Tongeren afgezakt, om
’c ontzcc te waagen : ce meer, mids de be-
D d d Icgeriii
\
:;a.-
I f i -;
Ir!-;
I .- .
L y