f c r i - I Ö
iff
' i Cj J . opde rugzyde, die geenc vcrbcclding dan ccne zeege* of laurierkroon hecfc, ftaat in ’t mid-
^ den die opfchrift:
Q U O T T U A , R E X IN G E N S , P E N S A B U N T F A C T A C O R O N A E ?
M D C L X X V I I .
H OE V E E L K R O O N E N Z U L L E N , O GROOTE KONING ,
UWE D A A D E N O PW E E G E N } 1677.
C H R I S T I A A N K O N S T A N T IN R U M P F , M E E S T E R I N DE
G E N E E S K U N D E , e n F A N ' T F E R E E N I G D E N E D E R L
A N D g e i f o o n l t k e a f g e z a n t m d e n d o o r -
LÜ CH T I G EN KON IN G F A N ZWE E D E .
W. -
(O L c e v .
yan Korn.
T romp .
pag. 489-
(2) R e fol.
derStaat.
Gener.
30 Ju ly
1675-
Dus naadeclig was de kryg aan Zweede
: temeer mids de L. Admiraal Tromp
met zyne onderhoorige fchepen, (i)n a a
’t laacftbehaalde voordeel, ondertuflchen
de eylanden Oe-en SmaJand verwoeftte,
cn dus wyd en zyd alom de Zweedfche
kuften voor ecu diergelyk onthaal deed
vreezen. Desonaangezien hadden de
Vereenigde Geweften alsnog den Heer
Chriftiaan Rumpf als hunnen bediendeo
aan ’t hof van Zweede. Want hoezeer
men , op de gedaane oorlogsverklaaring,
dc goederen van dc wederzydfche onder-
daanen had in beflag genomen, zoo haddcn
hem dc Staaten echter de vryheyd vergund,
Indien hem niet bevolcu wierdc te
vercrekken, van aan dat Hof (z) te moogen
verblyven, op hoope van dac’er eene
vryheyd van koophandel, onaangezien de
Vreede gebrooken was , zoude moogen
bcwcrkt en ftaandegehouden worden. Hoe
onmoogelyk die ook door den aangekon-
digden kryg fcheen, en wat moeite andere
Moogendheden , om de Vereenigde Geweften
van dac voordeel tc ontzetten, ook
ondertuflchen aanwendden, zoo wift dc
gemelde Rumpf echter deezc zoo tedere
zaak aan ’c Zweedfche hof indiervoege te
beleggcn , en dus imaakelyk te maaken,
d a t, om daar op eenen voet tc ontwerpen,
hem de Heeren (3) Ehrcnftecn, La-
gerfeldc, en Gyldenftalpe, tot Gemagtig- Merkur.’
den door den Koning van Zweede zyn
toegevoegd, Mec welke h y , den zesen-
twintigften van Slagtmaand des jaarszefticn-
honderdvyfenzeventig, cen zeer voordeelig
Verbond van Koophandel, naa ’r wcg-
raymen van oneyndigc byna onverwinnc-
lyke hinderpaalcn, tcn genoege der Vereenigde
(4) Staaten floor. Zulks die in ’t voor-(4) Kefoi.
gaande jaar , den dertienden van Lente- Gen«?''
maand , nietalleen (y) dat Verbond zelf 2.1 Maart
mec hunne goedkeuringebekrachtigd, door
hem lieten uytwiflelen , maar ledert ook tot derSta.u.
de gemaakte opheldering van’t negende (6) ?öjuny
lid van hec zelve hunnc goedkeuting vcr-
leenden, endus, indittegenwoordigejaar,
door een in ’c licht gegeeven plakaat allen Gener.
hunne (?) ' '
chte
onderdaanen verboodcn, van
uyt krachte van eenige laftbrievcn , aan {7) Refoi.
hen door buycenlandichc Moogendheden
vergund , op de Zweedfche koopvaardy- SF eb f.
fchepen ce kaapen. T ot lo f ondertuflchen
van den Staatfchen Gemagcigden, als die
in ’t midden van zooveele hindcrpaalen,
door zyne onbezweekc ftandvaftigheyd,
ten voordcele zyner Mccftcrcn die Verbond
van Koophandel had wceren uyt te werken,
zag men des,niec zonder reden, in Zweede
z elf deezcn penning in ’c licht komcn.
Rondom zyn borftbeeld leeft men, in den rand der voorzyde, hec omfchrifc deezer tycc-
Icn;
C h r i s t i a n u s C o n s t a n t i n u s R U M P F , M e d i c i n ..« D o c t o r ,
F ü E d e ä a t i B E L G i i A B L e g a t u s O R D I n a r i u s A p u d
S e r e n i s s i m u m S u E c i A ! R e g e m .
C /IR f.
Welke bediening hy (cdcrc metde zelfde voorzigtighcyd en gelylc beleyd tot zyne dood toc,
die in ’t jaar zeventienbondcrdzes is voorgevallen, indiervoege tot genoege der Vereenigde Geweften
bekleed hceft, dat zyn oudfte Zoon Hendrik Willem Rumpf naa hem in dat Bcvvind aan
’t Zweedfche hof, en zyn andere Zoon Karel Rumpf ook tot Refidenc (i) aan dat van den Ko- d,/rStaiien
ning van Pruyflen, zyn aangefteld geworden. .
Op de tegcnzyde ziet men eene hand,die uyt de wolken komt, eenen gouden diamantring zon-
der Iccfel in cen brandend vuur, hcc zinnebeeld van den oorlog, houden. Omhooge ftaac verder
op ccncn wimpel deeze fpreuk, zoo op zynen voornaam als op zyn gedrag zinfpceleudc:
IN A D V E R S I S C O N S T A N T IA V IN C IT . 1Ö77.
D E S TANDV AS T IGHE TD V E RWIN T I N ’T M I D D E N D E R
T E G E N S PO E D E N . 1677.
(i)N eu v .
Hift. van
Holl,
lll.d e e l,
pas-113-
Aldus fmaakteii de Zweedfche en Nederlandfche
Koopliedcn thans door ’t fluyten
v an ’ t gemelde Verdrag, in ’t middcn
des oorlogs, de zoete vruchten als van eenen
getroffen Vreede : om welk omvaar-
deerbaar geluk den in oorlog zynde Magren
eyndelyk te bezorgen, de Afgczanten
van den Koning van Engeland hun uyter-
ftc vermoogen nog zonder ophouden te
koft leyden. Doch vermids de Koning van
Vrankryk nog even wcygerig bleef in ’c
hervatten der afgebrooke Vrcedchandclin-
ge, zoolang de weggcvoerde Kardinaal van
Furftenberg niet op vrye voeten gcftcld
wierdt; eu de Keyzer aan den anderen kant
door gecue middelen daartoe te brengen
was, zoo fcheen de famenkomft der kryg-
voercndc Moogendheden nog vcrre tc zoeken.
De Koning (2) van Engeland echter
fchreef aan den BiiTchop van Straatsburg,
Broeder van den vervoerdcii Prins , van
nevens hem by den Franfchen Koning tc
willen aanhouden, ora dien van het punt
der begeerde loslaatinge, tot hec algemeene
welzyn van Europa , tc doen afzien,
cn zyne Afgczanten naar Nieumeege zenden.
Desgelyks fchreef hy aan deu gevangen
Prins z e l f , die hem in ’c voorgaande
jaar uyt Nieuwftad ,dcn zesden van Sprok-
kclmaand, by herfchryvinge betuygde z y ne
byzondere belangen aan hem, als Mid-
I I I . Vecl.
delaar, in handen te ftellen; ja , opdat
dc byecnkomft zynenthalve nict langer
achterwege bleeve, tc bewilligen om onder
de magt des Keyzers te blyven, tot-
dac de Vreede zoude geflooten zyn. Met
deeze verklaaringe nam dc Koning van
Vrankryk eyndelyk genoege, cn benoemde
des zyne A%ezancen tot den aanftaan-
den Nieumeeglchen Vreedehandel. En dewyl
hy federt ook in ’t geeven van den
eertytel, door de Algemeene (3) Staaten (3)Reroi.
voor den Hertog van Lotteringe vooraf
verzocht, bewilligde, zoo ftelde men vaft iiMeyea
dac dc zoolang gewcnfchte Vreede aan
Europa nu nictontftaan konde, ja de in die
jaar aan den Hemel geziene Staartfterre
zelve daar van de voorboode te wcezen.
In ’c midden van Grasmaand had die zich
Noordooft ten Noorde, digt by den Ge-
zigteynder ( * ) , tuffchen denflinkerenvoec (*)«««.
van Andromeda en de (4) bcnedenlyn van ^ ”^0]].
den Driehoek, en haare ftaart Noordweft- Merk,
lyk uytftrekkcnde, even voor o f by’ t op-
gaan van den dagenraad, vertoond: en ofwel
haare ftand daarom nict naauwkcurig
was a f te meeten , zoo vindt men echtcr
haare gedachtenis op deczen penning
verceuwigd ; welken ik nergens
dan in de pcnningkafle van den Heer
Kocnraad Chriftoffcrs te Amfterdam ge-
zicii heb.
l i i Op
■ ^ti..
.-4.»
t--' •