[ j ? i s f ' ! l 'M r i ' " i i i
1684. R y k lo f van Gocns, HooggcZaghebber van '
------- - ganfch Indie naar ’c Vaderland zynde vertrokken
, zag hy zich coc dac hooge be-
wind, den vyfentwintigften van Slagtmaand
desjaars zeftieohonderdeenentachcig, verheeven
i ’c welkc hy fedeit twee jaaren ,
e e n e m a an d , e n a c h t t ie n . d a g e n b e k le e d
h c c f t : in id s h y in d c n o u d e r d om v a n r u ym
v y f e n v y f t i g ja a r e n , d e n e lfd e n d e e z c g
ja a r s , v o lg e n s d e g e tu y g e n i s . v a n d c c z c n
g o u d e n b e g r a a V e n is p e n n in g , h c t f t c r v e l y k e
ï l d a a r k w «m a f t c le g g e n .
Op de. ecne zyde zict men zyn geirelmJ wapenfchild, e v e n aU .o p de andere zyde die opfchrift
gefteld:
T E R G E D A C H T E N I S
V A N D e n E D e l e n H E L R C O R N E L I S S P E E L M A N ,
G O U V E R N E U R G E N E R A A L V A N H E T N E D E R L A N D S IN D IA :
G E B O R E N T O T R O T T E R D A M D E N f . M A A R T ; i6zS.
O V E R L E D E N T O T B A T A V IA D E N 11. J A N u a r y ; 1Ö84.
Deeze dood van den Hoofdbevelhebber
^ Kornelis Speelman was des te aanmerke-
lyker, mids ook de Heer Balthazar Bore,
AlgemeenBeftierder, en welkedus decwee-
de bediening van ganfch Nederlands Indie
bekleedde, hct Jeevcn te Batavie op
den zelfden dag afleyde. Decs had voorheen
een zonderling beleyd en groote dapperheyd
in de tWec aan hem opgedraagene
zeecogten tegens Koxinga betoond : want
hebbende met twaalf fchepen hec Gezant-
S7/.D«/.fchap naar China, waarvan (*) hiervoor
jor. gemeld is, als Opperbevelhebber dier vioote
dcrwaarc gebragc , en by die gelegenheyd
, den twaalfdcn van Oogftmaand des
jaars zefticnhonderdtwceeozeftig, eerft de
ftad Sotia, federt den zeventienden van
(OM.Cva- Slagtmaand des zelfden jaars ook die van
mer Borrs Chittad, ( i ) en voorts nog zevencntvvin-
tig zoo grootc als kieync Ichepen (z) van
(2)Dapper. Koxinga op de Chineefche kuften vernield,
^ h a p ^ ’aar 'vas hyin.hetvolgendcjaarmct eenctwccde
Ch in a .fo l. vioote Van zeftien ichepcn, den zevcn-
Soapper ffenden van Zomermaand, andermaal van
G czant- Batavic Cijdcrwaarc vertrokken. En hoe-
wel cen woedende ftorm , den. zevenden
van Herfftmaand, voor de rivier van Hokfieuw
de vloot overviel,ja de zelve in veel
gevaar ende onbekeudc baai van (4) Hey- (4')M.Cr.i-
tan wierp, zoo had hy cchtcr nietallcen hcc
geluk van zich uyc dicn ongcrncenen nood pag’o-u
te redden, maarookopdc hoogte vanQue^
muy de rcgens hem in zce gebragte vloot
der Chincezcn, die omtrent twcchonderdvyftig
ichepcn fterk (y) was,naadac’er drrertriM Cu-
van iu dcn grond gelchoote;i waaren , uyc voy-,i»e!'^
zee te jaagen. in erkentenis van dit held- pag-8i.
haftige gedrag , in beyde deeze togten
gehouden, is hy den vyftienden van Wyn-
maand des jaars zcilienhonderdvyfenzeftig fchryv.van
dc zcsde Opperbcftierder van Malakka
aangefteld, en drie jaaren daarnaa , den foi. 349!
zesden van (6 } Oogftmaand , op uytdruk-
kelyke aanfchryving der Heeren Zeven- fciuyv.van
tienen , tot ecrften Landvoogd van dac
Geweft verheeven. Sedert vandaar te '
tavic zynde gekomen, wierdc hy in ’tjaar s . .
zcftienhonderdzeventig aldaar (7) Buyten- fchtyvìvs
gewoone Raad, en, naa die ampt ache jaaren
met vcel toejuychingc bediend re hebben, foi.'3.
zclf Lid van den Gcwoonlyken (8) R a a d , p j
midsgaders voorzittcnd Hoofd van den Raad fchryvfcan
des (9) Gerechts. Doch eyndelyk de Hcer
Speelman van Algemeenen Beftierder foJ.'fcjL
Hoofd-
Hoofdbevelhebber van ganfch Nederlands
( [) v a le n - ¡„¿¡0 zynde geworden, 200 is aan den Heer
färyv.fcn Bort , in ’c jaar zefticnhonderdeenentach-
Ooiiind. jjg ^ ( I ) ¿ie afgelegde en ongemeen
zwaare en mocijclyke bediening opgedraagen
-, doch die hy mcc ecncn oitver-
moeiden yver tot zyn voorgemcld overlyden
hcefc waargcnomen : van welk affterven
de gedachtenis op deezen gouden be-
graavcnispenning bewaard wordc.
Op de eenc zyde ftaac des overleedens gehelmd wapenfchild, enop de andere dit Nederduytfche
)lchrift;
oplt
G E D A G T E N I S
V A N D e n E d e l e n H E E R B A L T H A S A R B O R T ,
D IR E C T E U R G E N E R A A L V A N N E D E R L A N D S IN D IA .
O B I IT I I . JA N U A R Y A N n o 1684.
OUD fS. JA R E N .
(ri Holl.
Meik.
1684. pag.
(3) Holi.
Merk.
1684. pag.
90.
(4) Holl.
Merk.
1684, pag.
7.1,81 eu
(s)Holl.
Merkur.
1684.
pag. 18.
Met den aanvang van die nieuwe jaar
waaren de ontftaane verdeeldheden op hec
ftuk der wervingc van degeeyfchtezeftien-
duyzend man vceleer nog toe- dan afgenomen.
V/ant hec voorbeeld van Amfterdam,
mcc zich daar tegens tc verklaaren,
had nierallecn nogeenige(i) andere fteden,
maar zclfs, hoezeer ook dc Prins de begeerde
werving aanriedc,geheele Geweften
mcc zich geflcepr, Dus verkiaarden de byzondere
Scaaten van Vrieflandc en (3) Overyflel
zich daar openlyk tegens. Die van
Zceland waaren onderling verdecld ; en
de Gemagtigden (4) van Middelburg we-
dcripraakcn de Befluyten , die dc an.dere
Leden dcr Vergadcringe mogten neetiicn
Doch in ’c midden deezer beweegingen
viel ’ er eene zaak voor die gccn niiuder
geruchc dan groote gevolgen veroorzaakte.
Den zeftienden van Sprokkelmaand leverde
de Prins van Oranje. in do, ( f ) Staatsver-
gadering van Holland zynde gekomen, eenen
ODtfyferden brief, door den Graaf
d’Avaux aan dcn Franfchen Koning gefchreeven
, en door den Spaanfchen Landvoogd
onderfchept aan die Grootmogende
Vergadering over; naa dac men op des
Prinlen verzoek , vooraf de Gemagcigden
van Amfterdam vcrzocht had , zich voor
dccze maal de Vergaderingc tc willcn
ontcrckkcn. Over den byzondcrcnhandel,
tuiTchea deftadAmfterdam cn den Franichen
Afgezant in ’c geheym onderhouden , oin
hct werven van de zeftienduyzend man te
beletten, welke daarin zeer wydloopig mec
alle zyne omrtandighedcn gemeld wierdc,
ftondt ieder cen hoogfte (6) verwondcrd,
als zynde die eenc zaak, zoo ze inderdaad
waar was,ganfch ftrydig mec de groudwct-
teo des Lands, en hec voorheen gemaaktc
Verbond van Uytrecht. Doch dewyl dicen-
kel ichryven des. Fran.i,ch€n Aigezants geen
volflaagen bewys tegens de ftad Amfterdam
was , zoo dccdcndoSraacen van Holland;
tot uytvorfehing der waarheyd , allc de
papieren der Amftcrdainlche Gemagtigden
(yjverz-egelen. Zwaarlyk ftiet zich Iner-
aan die magtige ftad, als meenende daardoor
het gaftvrye recht der Gemagtigden
ter Dagvaarce rc.zyn gefchonden (8 ):
invoege z y weygcrde cenigen uyt haare
Vroedlchap ter Vergadcringe te zenden.
De Graaf d’Avaux eylchte ondertuflchen
met vcel naadruks zyncn (^9) ondcrfchcp-
ten brief cerug; doch ziende dicn aanftonds
door den druk gemeen gemaakc, po.ogde hy
in een tweede gefchrift nietalleen dc gebrek-
lykheyd der ontfyfcringe aan tc toonen ,
H h h h 2 inaar-
(6) Ho ll.
.Merkur.
1684. pag.
(7 )Ho11.
Me rk.
168 4 . pag.
30.
(.8) Holl.
Me rk.
J 68 4 .pag,
S i ici)
Ho ll.
Merk.
1684, pag;
34-