m -'i
■<5 7 4 -
( i )V o l -
gens A ile
üflder de
hand , by
N. WiHen
en LAVit-
/cn dcn 2 1
Jan . 1697.
ondercc-
kend.
Hccr en Mcefter Willem Schacp, woonachtig te Woerdc, de goedheyd gchad hcefc van ray dc
cvcngcmcldc bcu’ysftukken tcr hand te ftellcn. Dcn tiendcn van Lentemaand des jaars zcvcnticn-
hondcrdtwec is dc voorgemelde Afgezonden te Amfterdam overleeden*, naadaihy tevoore, tcn vooi-
decle van dcn Hcer Lambert Wicien, zyn Gchcymichryvcrsampt mec behoudinge der inkomltcn,
vyfhonderd (i) guldens jaarlyks alleen uytgezonderd, vrywillig had afgcllaan.
De tegenzydc des pennings bevat zyn vcrmccrderd wapcnfchild, zoodaanigals hct hiervoor is
bcfchreeven, binnen die randichrift;
H Æ C F A V O R R E G IU S A U X IT . M D C L X X IV .
D E G U N S r D E S KON IN G S H E E F T DI T
V E RM E E R D E R D . 1674.
d ) R e fo l.
dcr Staat.
Gener.
ZÇ April
1Ó74.
Refr.l.
derStaaten
v an Holl.
4M e y
16 7 4 . fol.
1 6 .
(3 ) R e fol.
derStaat.
Gener.
n Me y
16 7 4 .
(4) Refol.
det Staat.
Gener.
i4Mcjr
16 7 4 .
R e fo l.
der Staat,
v an Holl.
9 M e y
16 7 4 .
fo l. 45-
( 0 De
Riencou rt
H ill, de
L o uis
X lV .tom .
1 1 . p ag .8.
(6) V e t . _
v o ig v an t
Ontroerd
Nederl.
pag. 147*
Sedert de gevangenis van dcn Prins van
Furftcnbcrg dc begouuc handeling re Keulen
over cencu algcmeeucn Vreede had
doen afbreeken, was’er eene byzondere aldaar,
doorde bemiddeling van’s Keyzers
Gezanten tuiTcheu de Staatfche Gemagrig-
den cn die van den Biftchop van Munftcr
begonnen, encyndclyck, mids dcVreede
met Groot-Brittanjcrecdshcrftcld was, die
ook dcn tweecntwintigften van Grasmaand,
( t ) tuftchen den Biflchop van Munfter en
de Vereenigde Staaten benevens hunne
Bondgenootcn, naar wenlch geflooten.
Des wierdt het verhandeJde doord^e Staaten
ftraks goedgekeurd, cn den cenentwincig-
ften van Bloeimaand, door (sjceneplegti-
gc afkondiging, den inwoonderen bekend
gemaakt: terwyl men v y f dagen te voore
ook de aangcnäame tyding ontfangen had,
hoc hct Verbond van Vreede tuflchen den
zelven Staat midsgaders zyne Bondgcnoo-
ten enden Biflchop van Keulen, den elf*
den (4) der zelfde maand, getroffen was.
Eu ofwel de Koning van Vrankryk hetver-
liezen dier Bondgenootcn te voore reeds
voorlpeld hadde, had hy echter beflooten
des tc krachtiger zyne wapenen tegens het
Huys vau Ooftenryk te wenden, en voor
alden Koning van Spanje de uytwcrkfels
zyner gramfchap tc doen gcvoelen. Toc
dat eynde bytyds al het noodige op dc
grenzen van’t Graaffchap ßourgondie hebbende
doen vervaardigen, zondt hy in
Grasmaand den Hertog (^) van Enguien,
mec eenige byeengecrokkenc benden, ten
bclcg van Bezan^on, waarin de Prins van
(6) Vaudemonc, Landvoogd van dat
Graaffchap, cn zeer ervaaren in den krygs-1
handel, zich geworpcn had. De Koning
zelf, van zyne Gemaalin cn den Dolfyn
tot op dc grenzen zynde uyrgeleyd, kwam
dcn tweeden van Bloeimaand, mcc hct o-
verige des légers, voor de bcrende ftad ;
die door eenc (7) bezetting van dricduy-
zend man belchermd wierdt. De loopgraa- Ricnamrt
ven vier dagen daarnaa, onder’ c beleyd
van dcn Hertog van la Feuillade en dcnXiv.tom.
Ridder van Lotceriugc , zynde geopend, I,’ ’ P'’“'
wierden in driemaaivicrentwintig uurcn tot
op vyfcndertig trecdcn van den bedekten
weg voortgezet, vcrlcheydene beukeryen
inmiddeis ook opgerecht, cn federt den
tienden dc werken der ftad daarvan ouop-
houdcnlyk befchoocen. Zulks de bezetting,
onaangezien haare menigvuldigeuyc-
vallen, zich den veertienden genoodzaakt
vondc de ftad ceontruymen, en op ’cflor,
’c welke voor ouwinbaar gehouden wicrdt,
te wyken. Want zynde gelegen op eene
ftyle rots, zoo waaren ook dcveftingwer-
ken thans daarvoor op dien voet voitrok-
ken, als ze door de (8) Françoizen eertyds „
ontworpen waaren, behalven dac ook de cidenkp.
rivier dc Doux het nicc dan längs eenen Mokant
geuaakbaar maakte. Onder de gunft de?xi v.
echter van twee beukeryen, die op twee D3-
heuvels hooger dan hec floc gefticht waa-
ren, beklommen de belcgeraars federt de
hoogte, plantcen ’er hunne vendels, en
noodzaakcen de bezetting hec zeer fterke
flot over te geeven ; onder beding dat de
zelve vryftondc mec (9) haare wapenen en , . ^
pakkaadje tc moogen uyccrekken. De Recourt
gedachtenis van dit bekomen voordeel
wordc op deeze twcc penningen be-X[v!*tom.
waard. u ?ag.io.
I. De
I. De rand der voorzyde van den eerften, die het kopftuk van den Franfchen Koning bcvat, ia
omzoomd met dit omlchrifc:
L U D O V IC U S M A G N U S , R E X C H R I S T IA N I S S IM U S .
LO D EWT K D E GROO T E , A L L E R C H R I S T E L T K S T E KONING.
Op de rugzyde zict men in ’ c verfchict de gewönne ftad en haar ilot, cn voorwaart de rivier de
Doux, die leunende op haare waterkruyk dc vcrbaasdheyd te kennen gecft, wclke haar hcefc beengen,
wegens eene bovcnvliegende Overwinning, die in de rechter hand eenen blixem, cn in
de liinker ccne muurkroon vocrt} onder dit randfchrift;
V IR T U S G A L L IC A .
D A P P E R H E T D D E R F R A N S CHEN .
En dewyl de Franfche benden, in ‘tjaar zcftienhonderdachtenzeftig, dceze ßad nogmaals,
zooals aldaar gemeld (*) is, hadden ingenomen, leeft men voorts, om uyt te leggen waarin dcczc (*',///
Franfche dapperhcyd beftaat, op den voorgrond ; /»i. 13.
V E S U N T IO I T E R U M C A P T A . M D C L X X IV .
B E Z A N C O N A N D E R M A A L V E R O V E R D . 1674.
II. Rondom hec gelaurierde kopüuk des Franfchen Konings, waarmede dc eene zyde van den
tweeden beftempcid is , leeft men tot randfchrift deczen tytel :
L U D O V IC U S M A G N U S R E X .
K ON IN G LO D EWT K D E GROOTE .
Een ftuk gefchut ziet raen, op de andere zyde,tegens ecncn ronden toten loffenj onder deeze ,.,0 1,.
fpreuk vanden (ijMantuaan:
l ib . I I . '
N U L L A E S T M O R A .
D A A R I S G E E N E V E R TOE V IN G .
m .D e e l . N n \*o crts
■.-■i ' . » I
f
i
ÇÎ!
iii