. S I ;
Holl.
ilerk.
t r tS j. pag.
1 4 1 .
j t o N E D E R L A N D S C H E
16 8 L “ y*' zilvcrc kcper, cn drie zilvcrc roozen op een rood veld. Het randfchrift is:
Q U Æ S T O R T O T IE S , T O T IE S Q ue S E N A T O R .
ZO O V E K LMA A L S S CHA TME E S T E R , E N Z O O V E E LM A A L S
R A A D SH E E R .
- ziet men de beeldenis van den Belchermcngcl Michael gefteld, welke door den wind draait, geheel
verguid, en zcvcnticn voeien hoog is. Hct randlchntc luydt aldus:
B R U X E L L A S E P T E N A R IA . N U M E R O G A U D EM U S
EO D EM . iö8y.
H E T Z E F E N T A L L I G E B R U S S E L . WT V E R H E U G E N ONS
m e t H E T Z E L E D E GETAL . löSf.
H I S T O R I P E N N I N G E N . IIII. Boek. ¡z i
L E O JO a n n E S d e P A P E . A R C H IP R » E S E S R E G I A
C O N S i l i i s S T A T U S .
L EO J O H A N HE P A P E E E R S T E HOOFDR A AD B T D E f t
KON IN G I N D E N R A AD V AN ST A ATE.
t68f .
’c Is nietallcn in die Raadhuys dar de
Magiílraarslcdci) dicr Vorftiykc ilad, maar-
ook dc Staaten van Brabant vergadcren ;
waartoe verfcheydene kamcrs, naa de iaac-
lie bombardecring dcr FranCoi/.cn , zoo
prachtigzyntoegcftcld, dat alle rcyzigers,
indie Had komende, door nieuwsgierigheyd
worden aaugelokc om ze re bezigrigen.
Thaos ten tyde was in dceze ilad, vanwe-
gc den Spaanfchen Koning, de Markgraaf
de Grana Opperlandvoogd der Roomfche
Nederlanden : doch die wierdt eerlang in
dan bewind gevolgd door(3 ) Don Francisko
Antonio cfAgourto ; mids dc eerllgemelde
den twintigften van Zomermaand deezer
werreld was komen te overlyden. Deo
zcifden toi der natuure bccaalde ook in
min dan twee maanden daarnaa , dc Ridder
Leo Johan de Pape ; welke zynde uyt
een zeer oud adelyk geflacht, dat ecnzcer-
groor getal uytmuntende luyden hecft uyr-
geleverd, by den Adeldoin zyner geboorte '
ecne geleerdheyd bezeeren had, die hem
waardig en bequaam maakte , om tor de ,
eerfte bedieningen van d,cn Staat door den i
Koning gebezigd te worden. Dees,welke(4) 1
eene Dochter van Libert vanden Hove cn ¡
Leonora dcla Couture tot Moeder gehad j
heefc, was Hcer van Glabbeek, cn had 1
toc Vrouw Elizabctvan Langcnhove ; die
naamaals, dcn dertigften van Zomermaand
des jaars zcftienhonderdzevenentachtig, in
den ouderdom van zeventig jaaren kwamte
overlyden. Haar Gemaal was ecrft Loon®
trekkcnd Raadsman van BrulTcl , en gewoonlyke
Gemagtigde ter Vergadering
der Staaten van Brabant, Iedert Raadsheer
in dcn Raad van dac Gew e il, en zynde
Breukeylicher (*) van den zelven Raad, (*)
wierdt eyndelyk door den Koning naar
Spanje ontbooden , om in den Raad van
Staate , aangaande de zaaken vau Neder®
land en Bourgondie, aldaar zitting te hebben.
Vanwaar hy i n ’t jaar zeftienhon-
derdcenenzeventig terug kwam , zynde
aangefteld tot Lid van den Raad van Staa®
tc, cn Voorzittend Hoofd van den geheymen
Raad (y) des geheelen Lands. E n ’t
is in deeze gewigtige bedieninge , dathy deßrab.”
den achtften van Oogftmaand deezes jaars,
in den ouderdom van vyfenzeventig jaaren pag.**»
het ftervelykc aflcydc : gelyk in het koof
der kerke van de Annuntiaten te Bruflcl
zyn cn zyner Gemaalinne graffchrift alsnog
gezien wordc. Voorts vind ik ook
zyne gedachtenis op deezen penning verecuwigd
; die my in de meergemelde ftad is
in handen gevallen.
D e rugzyde bcvat zyn wapenfchild, zynde een getand ( i ) goud Andricskruys op cen rood
v eld, door twee Luypardfche Leeuwen, cen recht door dcn Koning (z) aan hem vergund, wederzyds
vaftgehouden} wier rechter de banier van den Huyze dePap c,en de flinker die van Uier-
litnmingcn, beftaande uyc drie hcmelsblaiuwe balken op eenen gouden grond, onder ecncn rooden
dwarsbalk, voert: mids hec geflacht van de Pape van dac van Uccrlimmingen afftamt.
Voorts is de getralide helm met eene goude kroone gedekt waaruyt een roode brak opllygt. Onder
het wapen leeft men decze zyne zinipreuk:
A N IM A R E G N I J U S T I t iA.
D E G E R E CHT IGHE TD I S D E Z I E L D E S RTKS.
(1) NobL
de Brab.
Merc.
d'H on.
p a g .’*18-.
verfa j .
(2) Ry
Gunilbr.
te Madr.
v an d a lo
i z j a n .
16 7 1 .
borftftuk in Raadshccrlyk gewaad, cn daarrondom in den rand dcczc
L EO
Van vry grooter gevolg en belang nog-
tan.s wasinditjaar het overlyden van Karel
dcn II. Koning vau Engeland, aan ganlch
Europain’calgemccn.en aan de Vereenigde
Geweften in’c byzonder. Dcn twaalfden vau
Sprokkelmaand was zyne Majefteyt met
cen zeer vrolyk gelaac naar dcn geheymen
Raad gegaan, doch , n aa ’t eyndigen
van den zelvcn mec eene zwaare dofgeeftig-
heyd in haare bedkamer zynde terug ge-
komen , federt van eene zoogroote flaauw-
tc aangetaft geworden, datzy in eene arm-
iloel ne^rgezeegen hct verftand verloor ,
mids die geftaadig met zwaare trekkingeu
der zenuwen en verdraaijingen der oogen
verzeld was. De hierop tcn Hove geroe-
pene Articn oordeelende het eene beroerd-
heyd te weezen, deeden vcrvolgens dcn Ko-
(bIHoH. ning door adcrlaating op (3) dcn arm ze-
Wetk. ventien oncen cn door koppen acht onccn
1 4 a b l o e d s aftappcD, kliftcercn, verfcheydcne
Spaanfchevliegpleyftcrs alom op ’c lighaam
leggen, ecncn braakdraiik ingecven, hec
hoofd kaalfcheereii , cn eene glocijende
pan daarboovcn houden ; door alle wclke
icweldige hulpmiddclen hy ecrft zeer be-
Lroraerd doch voor den avond weder geheel
tot zyn verftand en fpraak kwam. Dc
Koningin , den gevaarlyken toeftand van
haaren Gemaal verftaande, licc hcra om
Vergifienis van dat gene , waarin zy
hem mogre mishaagd hebben , verzoeken
; hec zelve deed ook de Hertog van
Jork , aan welke beyden de Koning nietalleen
het verzochte vriendlyk toeftondr,
maarook het zelve van hen insgelyks vcrzocht.
Met den opkomenden nacht nogtans
Ycrzvvaarde opnicuws de quaal; zulks hera
m, T ) e e l .
nog ccn- en andermaal een ader aan den
hals geopend , cn daarby twaalf onccn
blocds afgctrokkcn wierden. Ondertul-
fchen was hec Hof in de uyterfte verflaa-
genheyd : men liec de.wachrcn twee- en
driemaal verdubbclcn , zondc zeer ftrcnge
bevelen aan alle havens, omdic tc fluyten,
tegens hcc uytgaan dcr brieven, (4) en bc-
iaftce aan alle Luytcnants dcr Geweften , jösfcpag/
om yverig op alles acht te flaan , en tc fo«-
vcrhoeden dac hec geruchc van ’s Konings
hachlyken toeftand geene ontroe-
ringen onder ’c gemeen zoude tewege
brengen. En waarlyk dczelve eenige
Kinakina tegens dc koorts hebbende ingc-
nomcn , zag men tcgcns alle verwachting
hec koude zwcec hem uytbrceken ; zulks
hy in doodsgevaar geoordeeld wierdc. De
Aartsbiflchop van Kantcrbury, en de Bif®
fchoppen van Londen, Durham, E ly ,
Bath en Wcls ftonden hem in die uyterfte
by ,vermaanden hcra toc cen waar berouw
van zyne begaane misdaadcn , en vooral
z ya vertrouwen op dc verdienften van den
alvoldoenden Middelaar Jcfus Chriftus te
ftellcn. Hierop verklaarde hy alleen tc ftcu-
nen , cn zynen Broeder den Hertog van
Jork v o o r 't laatft by zich oncbiedende ,
gaf hy dien den flcuccl van zyn geheym
vertrek; waarin hy betuygde eenige zaaken,
hem in ’c byzondcr aangaande , te zullen
vinden, doch vermaandc hem zich aan de
zelvc niet te willen ilooten, maar zyner
Gemaalinne, en twee (y) naaruurlyke (OHofl.
Zoonen de Herrogcn van Northumberland
cn van Sint Albans, midsgaders aller zyne 141.^’ ^ ^
Huysgcnootcii, naa zyne dood gedachrig
te wcezen. Met hcc vcrloop des tyds on-
M m m m der