EÜPITHEOIA PiECTANGULATA, l .
Plaat 2. Fig. 1—7.
Hübotk. Sarnml. Sur. Schudt. Geom. Tab. 45, fig. 235. Geometra reclanguhta,
en Tab. 90, %• 463. Geometra subaerata.
Tbeitschke, Sckmetterl. oon Europa, VI, 2, 97. • I
HEKRiCH-ScHaPME, Sj/st. Bearb. der Schme.ll. von Europa, Hl, p. 123 en 138. fig. 275, 6.
Guenée, Uranides et Geometr. II, p. 354, U°. 1476.
RösEL, las. ’Belast. Hachtschm. 3 Cl. Tab. VIII, fig. 1—3, p. 31.
Van het aan kleine spannertjes zoo rijke geslacht Bupitliecia zijn
tot dusverre slechts een paar soorten in dit werk afgeheeld en
beschreven; doch toevallig de gemeenste van het geheele genus —
Bupitheda rectangulata — nog niet. Eene fraaije teekening van raps,
pop en vlinder door den Heer Steehberöbn vervaardigd, en mijne
eigene waarnemingen stellen mij in staat deze soort thans voor dit
deel te bewerken.
De eijeren heb ik nog niet gezien, evenmin als de rups in hare
eerste jeugd. Volgens de boven aangehaalde schrijvers komt zij in den