
LYCAENA ALEXIS. L .
Plaat 13 en 14, Fig. 1—19.
Hübner, Samml. Eur. Schmett. Pap. Tab. 60, fig. 292—294.
Freyer, Neuere Beitr. VII, pag. 2E Tab. 616.
Öchsenheimer, Schmett. v. Eur. I, 2, 38.
Treitschke, Schmett: v. Eur. Suppl. X, I, 69.
Rösel von "Rosenhof, Inseclenbelust. III. Tab. XXXVII, fig. 3 en fig. 5.
Uit F reyer’s beschrijving en afbeelding van- Lycaena Alexis bleek
het mij, dat de rups dier vlindersoort van verschillende gewassen
leeft, waaronder Ononis spinosa, een struikgewas dat in Gelderland op
lage weiden zeer verspreid is en onder den naam van stalkruid of
Jcattedoorn, (niet te verwarren met Bippophae R/iamnoïdes), bekend is.
Ik plaatste dus eenige Ononis-plantjes in potten, waarop ik den 20sten Mei,
onder eene stolp, drie vrouwelijke vlinders van Alexis zette.
Twee. dagen later waren mijne Ononis-plantjes hier en daar met
eitjes bezet, die op het eerste gezigt plat, rond en groenachtig schenen
en zich bij nadere beschouwing gedoomd vertoonden. De oppervlakte
van het groene ei is geheel met een wit netwerk overtogen, dat zich
op dè zijden (fig. 2) en op een gedeelte der bovenvlakte, hier en daar
tot stompe doorntjes verheft, die tot middelpunt dienen van driehoek-
7