
98
verder Sicilië bekend en, uit Doobleday's Synonymie List (wear mede
Ochnalie H ü bn 146 wordt aangehaald), ook Groot-Brlttanje.
‘Rotterdam, 8 December 1866. p . C. T. Snellen.
De heer Snullen zegt wel geneigd te zijn de Botye Oclirealis van
Heinemann voor een synoniem van Crocealie te houden; wanneer men
nu nagaat dat hij (von Heinemann), gelijk uit zijne citaten bij i i . 85
Crocealie Hübn. blijkt, Ocirealis van IIüenkr en Teeitschke voor synoniemen
van Crocealie Hübn., T eeitschke, Hekrich ScHaBFFER en F jscber von
R ösleestamm houdt, dan zouden wij zeer geneigd zijn alles bijeen te
trekken en voor eene enkele soort te houden. Inde beschrijvingen bij v o n
Heinemann vind ik geene onderscheidingspunten genoeg opgegeven, om
het scheiden in twee soorten te wettigen, doch de aangehaalde figuur
van Herrich-Schoffer en Zellbk' s beschrijving van Teetaeealit in de
leis van 18*7 kan ik njet vergelijken; deze beiden moeten de zaak
beslissen.
Ik mag hierbij neg aanmerken dat Hübner’s fig. 71 op PI, 11 in
mijn exemplaar duidelijk drie dwarslijnen vertoont en dat de aanmerking
van den heer de Graaf pp den misslag in de beschrijving
yan T seitsohke’s Crocealie reeds door F ischer von R ösleestamm is
gemaakt, die zegt: es soll hinter der zweiten Bogenlinie und vor den
Franzen noeh eine gerade Linie stehen, Wir finden aber nur zwei
Linien u. s, w.
9« v, V,
Fig. i l De rups op eene Imüa-plant.
u 2. Haar kop en vier voorste ringen, vergroot.
// 3. Het popje aan h et spinsel tje hangend.
0 4. De pop, h a lf yan voren, vergroot»
0 5, Dezelfde, op den rug.
w 6 ’ Eep mannelijke vlinder.
0 7. Een vrouwclijke vlinder.