
De ondervleugels zijn aschgraauw met gele franje, waarvoor een zwart
lijntje staat.
Aan de onderzijde is deze vlinder op de bovenvleugels donkergrijs
met gelen voorrand en daarin zes zwarte punten. De ondervleugels zijn
aan die zijde lichtgrijs met gele franje. ..
De vrouwelijke vlinders zijn van de mannelijken, behalve door een
zwaarder ligehaam, ook nog door grootere, breedere en lichtere bovenvleugels
onderscheiden.
Ook van dezen vlinder vonden wij geene tweede generatie, welke
men echter, volgens T eeitschxe in Augustus aantreft.
Ochroleucarm komt waarschijnlijk door geheel gematigd Europa, ofschoon
veel schaarscher dan Variegana voor.
Arnhem, Dec. 1S64. -A. B.
Volgens von Heikemmn zou de rups niet alleen op rozenstruiken,
maar ook op vruchtboomen léven; ik geef deze mededeeling zoo als
ik haar vind, zonder fë kunnen beoordeelen of hier ook eene vergissing
in het spel is. Voor zoover mij bekend is, werd deze soort in de
Provinciën Noord- en Zuid-Holland nog niet aangetroffen.
♦ S. | V.
Fig. 1. De volwassen rups.
// 2, De pop.
j 3. Haar staarteinde, vergroot.
„ 4. De vlinder.
y 5. Een bovenvleugel, vergroot.