
dekken dat dus ook bij ■ afgevlogen exemplaren nog te constateeren is.
Ader 3 en. 4 der genoemde vleugels zijn namelijk niet of naauwelijks
gesteeld en ader 5 ontspringt duidelijk onderscheiden van haar. In dit
opzigt komt Ultimella, wier thorax verder in het oog vallend lichter
is dan de voorvleugels, dus met Bepressaria Neracleana overeen, die
zich behalve door aanzienlijker grootte ook op de voorvleugels door
de smalle, stomp gebroken lichte dwarsstreep, de groote randpunten
en niet donker beschubde adereinden van de grauwe variëteit van
Nervosa onderscheidt, terwijl hare standvastig licht leemgeie kleur,
alle verwarring met de graauwbruine en roode vlinders belet.
Depressaria nervosa leeft als de andere soorten van het geslacht in den
vlinderstaat zeer lang. Tot in Junij toe zijn levende voorwerpen gevonden.
Het paren en eijerleggen geschiedt waarschijnlijk na de overwintering.
Uit mijne beschrijving volgt dat Zeller's diagnose in de Linnaea wij-
ziging behoeft; het nalis anterioribus rubricantibus” gaat niet door en is
ook geen uitsluitend kenmerk van Nervosa, evenmin als „striga postica
diluta, peracute f r a c t a want beide zaken zijn mede bij Ultimella te
zien; daarin zou ook de toestand van ader 3—-5 en de kleur van
den thorax moeten worden "vermeld. Zijne beschrijvingen van vlinder
en rups wijken overigens alleen daarin van de mijne af, dat hij in
die van eerstgenoemden slechts een donker vlekje aan den vleugel-
wortel opgeeft.
Over Stainton’s rups vergelijke men mijne beschrijving der rups;
de bij hem afgeteekende en beschrevene is onvolwassen. Zijne afbeelding
van den vlinder is lang .niet fraai en te naauwernood kenbaar.
Als voedsel der rups geeft hij nog op: Oenanthe crocata, Cicuta
virosa en Sium latifolium.
Evenmin mag ook de figuur van HERRicH-ScHaFFER uitstekend worden
genoemd; de lichte (bij hem bijna witte) dwarsband staat -o. a.
te ver wortelwaarts en is rond gebogen, niet scherp gebroken. Terwijl
de heer de Graaf in het Tijdschrift voor Entomologie, t. a. pl. slechts
een inlandsch voorwerp kon vermelden, waren blijkens de Bouwstoffen
voor eene Fauna van Nederland, deel Hl p. 242 No. 95, reeds
onderscheidene plaatsen in Friesland, Noord-, en Zuid-Hollaud en Gelderland
bekend, waar Nervosa voorkomt. Gemeen is deze soort echter
nergens.
< i i ü i - -