
de vindplaats. Zulke grondveranderingen gaan in den eersten tijd
doorgaans met meer dan gewone ontwikkeling van planten- en die-
renleven vergezeld.
De soort is hier te lande door de heeren de Gbaae ontdekt.
P. C. T. S.
De boven aangehaalde figuren van Hübnek, 702 en 703, welke de
Heer Snellen niet kon vergelijken, zijn in mijn exemplaar te donker
gekleurd en daardoor weinig gelijkend; vooral is dit het geval bij den
voórrand der bovenvleugels van fig. 703, die schier zwart is. Naar
Zelleb ergens geschreven heeft, moet er echter groot verschil zijn in
het coloriet der platen van HüBNEt. ■ / /,,
De boven' bedoelde afbeeldingen van Agrotis Destitii vindt men in
deel 8 der Annalen, op plaat 8, onder nummer 2. Man en wijf zijn
er vQsrgesteld, misschien wat te Franseh, te elegant; ik heb ten
minste eenige moeite om er de variëteit Ototritm in te herkennen,
doch zii zijn te sterk gekleurd voor den type Ripae.
■ S. v. V.
Fig. 1. Eene volwassen rups. „ . 2. De pop u 3. Dezelfde in omtrek, vergroot. „ é. De mannelijke vlinder.
5. De vrouwelijke vlinder. r . 6. De verscheidenheid Obotriiica,