
mn
Of de eijeren, dan wel de rupsen overwinteren durf ik niet bepalen;
alle mijne pogingen om daaromtrent opheldering te verkrijgen,
ook door de takken met eene sterke loupe te onderzoeken, leidden
tot geen resultaat. Wel ontdekte ik, in November, zeer kleine rupsjes
die onder een wit spinsellje tegen de takken en vooral bij de knoppen
ter overwintering zaten, doch deze bleken mij door hunne
zwarte koppen en kleur niet van deze soort te zijn, maar hoogstwaarschijnlijk
van R h o p o b a ta n a e v a n a , zoodat mijn onderzoek toch
niet geheel vruchteloos was, daar het mij een gedeelte der me-
lamorphose van eene andere soort leerde kennen.
Door alle schrijvers wordt de maand Juli als de gewone tijd van
voorkomen opgegeven, zullende dus de spoedige en vroege ontwikkeling
mijner vlinders waarschijnlijk aan het warme voorjaar moeten
worden toegeschreven.
De vlinder is' over geheel Europa verspreid e n , volgens F r e y , bij
Zurich gemeen, doch hier te lande blijkens de B o uw s to ffen zeldzaam
en nog slechts in Gelderland waargenomen.
Daalhuizen, Jan. 1869. De Eoo v. W.
Fig. 1. Een takje Meidoorn met het web der r
V 2 , 3 en 4 . Rupsen, op natuurlijke grootte.
u 5. Eene rups, - vergroot.
// 6. Gedeelten der rups, sterk vergroot.
7. De pop.
// 8. Dezelfde, vergroöt.
| 9. Haar staartpunt, vergroot.
» 10. Een mannelijke vlinder.
// 11. Een vrouwelijke v lind er, vergroot.
24