
De jonge rupsen zijn bruinaelitig groen met groote glanzig zwarte'
koppen, lichte stippen en fijne lichte haartjes;
Als eene bijzonderheid omtrent het uitkomen der poppen merk ik
nog o p, dat van een zeker aantal, die ik gelijktijdig uit mijne
rupsen verkreeg, zeven het volgende jaar in Maart en zeven het
daaraan volgende jaar — dus na twee jaren — eveneens in Maart
de vlinders opleverden. De staartpunt der pop is bij fig. 12 ver-
groot afgebeeld. r
Verklaring van Plaat 48.
Fig. 1 -en 2. Volwassen rupsen van Madena nelulosa L.
" 8. " Kop van eene dier rupsen, vergroot.
" 4. Ei van Luperina Pinastri, vergroot.
" 5. Ei van Orthosia stabilis Hübn. , vergroot.
* § | Spinseltjes der jonge rupsen vau Tortrix variegana, Hübn.
" 7. Een gedeelte van de eibedekking, sterk vergroot.
" 8,; Grapholita corticana H übn.
" 9. Rupsje van Psocadia fmerella F ., vergroot.
// 10- Ei van Cymatophora flavicornis L . , vergroot.
" 11. Schooltje eieren van ongelijke ontwikkeling.
" 12. Staartpunt der pop van Flavicornis, vergroot.
S.II. P. II. XLVHI.
1-3A.J.C 4-12 iR.rW.aim del. . - AJ.Jt lith.
1-3 HADENA NEBULOSA. k LUPERINA PINASTRI. 5 ORTHOSIA STABILIS. 6&7 TORTRIX VARIEGANA.
8 GRAPHOLITHA CORTICANA. 9 PSOCADIA FUNERELLA. 10-12 CYMATOPHORA FLAVICORNIS.