zooeven bedoelde wijze — wij kunnen wel zeggen — ver-
meesterden. Door zijn — der Oosfcersche Volkeren over het
algemeen eigen — gemis aan kracht om op den voorgrond
te treden, zal de botsing met zooveel sterker toegeruste
rassen, zoowel dichtbijstaande als die van gansch andere
levensbeschouwing en in zooveel verder ontwikkelingsstadium
verkeerende, ten slotte tot den ondergang van de volksge-
meenschap, van den Timoerschen stam als zoodanig, moeten
leiden. Of dit proces lang of kort zal duren, is thans niet
uit te maken, en zal bovendien van allerlei moeilijk te waar-
deeren factoren afhangen.
e. Gezondheidstoestand.
Voordat er van een geneeskundigen dienst in Simeloengoen
gesproken kon worden, was de gezondheidstoestand der
bevolking in vergelijk met de naburige landen zeer siecht.
Schürft (rasa of roetoe) kwam zeer veel voor. Bijna ieder
leed hieraan, zoowel van de inheemsche bevolking als van
de Tobaneesche immigranten (vooral de kinderen dezer laatsten).
Door den arbeid op het land liepen velen beenzweren
(boehak) op, die bij verwaarloozing tot zeer ernstige ont-
steking aanleiding gaven. Veelal is de hevige vorm dezer
ziekte volgens den landschapsgeneesheer Mohamad Hamzah
gevolg van framboesia (derde Stadium).
Framboesia (poeroe) werd vooral in Tanah Djawa, Siantar,
Pane en de noordelijke, aan Serdang grenzende gedeelten
van Raja en Dolok Silo aangetroffen. De zeer günstige
resultaten der bestrijding middels salversaan zijn mede oorzaak
van het wassende vertrouwen der bevolking in de Euro-
peesche geneesmethoden.
De malaria, milas borgoan, dan wel aroen of sampoe
(Tob.), wanneer ze chronisch bij kleine kinderen voorkomt,
of sahit basal in een ver ge vorder d Stadium, wanneer de
patient zeer bleek is of ze met lichte waterzucht gepaard
gaat, heeft groote verwoestingen onder de bevolking aan-
gericht. De meest bekende overbrengers in deze streken zijn
de m. leucospheria en de m. sinensis (anophelinensoorten).
Na de doelbewuste bestrijding naar aanleiding van het in
1915 gehouden onderzoek van Prof. Dr. W . Schüffner (zie
hoofdstuk X) kan geconstateerd worden, dat thans de ziekte
in de meeste streken slechts sporadisch voorkomt. Op sommige
plaatsen als Perdagangan, Bandar Tinggi, Tanah Djawa en
Djorlang Hataran komt ze in meerdere mate voor. Nu en
dan treedt de ziekte bij kleine epidemieen op.
De lästige wormziekte (oelok ni boltok; Tob. hoera), komt
thans in drie vormen (lintworm, spöelworm en mijnworm)
voor. De mijnworm werd voornamelijk overgebracht van de
ondernemingen. Wanneer de patient hieraan ernstig lijdt en
een lichte zwelling der beenen krijgt, noemt de bevolking de
ziekte basal.
Dysenterie (boewang daroh) komt sporadisch voor en wordt
veroorzaakt door amoeben. De Tobaneesche immigranten
noemen de ziekte baroh boeni (verborgen zweren).
Ook tuberculose (hona rasoen) werd hier en daar geconstateerd.
De bevolking schrijft, als overal in Ned.-Indie, de
ziekte aan vergiftiging toe (vandaar de naam hona rasoen ==•
kena ratjoen. Mal.).
Dan noemen we als een der vrij veel voorkomende ziekten
oogziekte, trachoom (sahit mata), vooral in Parapat en omgeving.
Ze is vrij besmettelijk, hetgeen blijkt uit het feit, dat tijdelijk
te Parapat gestationeerde politiedienaren veelal met oogziekten
terugkeeren.
Ten slotte moet lepra (gadam) vermeld worden. Betreffende
deze ziekte en de bestrijding daarvan wordt meer in het
hoofdstuk over den Geneeskundigen Dienst vermeld.
Andere in Simeloengoen bekende ziekten zijn:
mazelen (sanggoel na oeli),
waterpokken (sanggoel bodi
bodi),
lendenrheumathiek(sambolit),
miltvergrooting (haloton),
leververgrooting (panahit
moela djadi),
longontsteking (bajoh bagas),
asthma (hosong),
vallende ziekte (oebagon),
krankzinnigheid (podo),
spit (birasoek),
rheumatiek (aloem aloem),
wonden (loeha),
kropgezwel (baroet),
blaassteen (batoe harang),
oorettering (toekkik),
gevoelsstoornissen in de on-
derbeenen (ojang),
buikpijn, trage stoelgang(sahit
lahi), en
zweren (biring).
Rmri>nr1i(>n lfwam<>n .—- mpn lean ia a rliik s •— * ch o i0 r3 -