ARMENZORG.
In de tegenwoordige tijden is met den naam Simeloengoen
het begrip „Welvaart” als saamgegroeid. Bloeiende onder-
nemingen, zieh voortdurend uitbreidende irrigatiegebieden,
een snel wassend handelsverkeer op de Inlandsche wooncentra,
om van de hoofdplaats zelve niet te spreken, ziedaar de
bewijzen van de juistheid dier woorden.
Evenwel, als overal ter wereld, vertoonde zieh in de
laatste jaren sterk de keerzijde der médaillé, vooral, toen
groote cultuurlichamen ertoe moesten overgaan vele vrije
daglooners te ontslaan. Wegens licht te begrijpen redenen
werden de minder gewenschte elementen, die zieh dikwijls
of voortdurend aan het werk onttrokken, en die onder de
contractarbeiders overal een zeker procent, hier meer, ginds
minder, vormen, eerst ontslagen. Zij vermeerderden het
gilde der paupers en werkloozen, die overal rondzwierven
zonder mogelijkheid om in eigen levensonderhoud te voorzien.
Over de meer algçmeene oorzaken van het paupérisme
ter Oostkust handelt mijn artikel in het tijdschrift voor
Koloniale Studiën van April 1921 „Landlooperij ter Oostkust
van Sumatra en de middelen ter bestrijding daarvan”.
In dat artikel werd de noodzakelijkheid aangetoond, dat
het zieh uitbreidende euvel moest worden bestreden, zoowel
in het belang der menschen zelven als in dat van de gemeen-
schap, waarin zij leven.
De hiernaast voorkomende afbeelding illustreert deze
woorden. Zij werd. gemaakt naar een door den landschaps-
geneesheer genomen photografie van twee op de stoep van
zijn hospitaal overleden Chineezen, die zieh des nachts der-
waarts gesleept hadden in de hoop te worden opgenomen,
doch den dood vonden, voördat hulp daagde.
Ook elders ter hoofdplaats werden Chineesche paupers in