behielden het uitsluitend recht tot den détailverkoop aan de
bevolking voor zieh. *)
Bij G.B. ddo. 12 December 1906 No. 22 (Stsbl. 531)
werd de afdeeling Simeloengoen en de Karolanden gecreëerd
met Sariboe Dolok tot standplaats van den Assistent-Resident
als afdeelingschef.
Simeloengoen werd een afzonderlijke onderafdeeling van
dat ressort onder een contrôleur bij het Binnenlandsch-Bestuur.
De eerste contrôleur woonde nog te Perdagangan Tamoean,
welk voorrecht hem verleend was, omdat hij gehuwd was.
Zijn opvolger werd in Juni 1907 evenwel naar Pematang
Siantar gedirigeerd, toen nog niet meer dan een onaanzien-
lijke Bataksche kampong, die — ver van aile beschaving
gelegen geen aanlokkelijke woonplaats voor een
Europeeschen bestuursambtenaar kon worden genoemd.
Voorloopig woonde deze in een pasanggrahan op het
terrein van den radja; in 1908 werd voor hem een woning
gebouwd, die thans nog tot verblijf van den contrôleur ter
beschikking van den Assistent-Resident dient.
Te Sariboe Dolok werd een détachement militairen gelegerd,
doch in Juli 1911 werd die bezetting ingetrokken.
De standplaats van den contrôleur der Karolanden
toenmaals fungeerde als zoodanig nog een civiele gezag-
hebber — werd bij G.B. ddo. 14 Februari 1911 No. 22
van Sariboe Dolok naar Kaban Djahe (Karolanden) verplaatst.
Daar eigenlijk Simeloengoen meer en meer in belangrijk-
heid toenam en Sariboe Dolok de eenzame plaats bleef,
waar verdere ontwikkeling voorloopig niet verwacht behoefde
te worden, werd in 1912 besloten de standplaats van den
Assistent-Resident naar Pematang Siantar, langzamerhand
middelpunt van cultuurondernemingen geworden, te ver-
leggen 2) en de indeeling van diens bestuursressort op nieuw
*) Op 1 April 1909 is Simeloengoen bij het Gouvernementspachtgebied
ingelijfd (Stsbl. 1909 No 20).
Tegenwoordig geldt hier de Opium Regie.
2) Het ging met deze verplaatsing als met die van den bestuurszetel voor
het geheele gewest. Voör de intrede van de tabakscultuur was de Oostkust
waardeloos land en maakte dit gebied deel uit van het gewest Riouw. ln
1873 werd een afzonderlijke residentie Oostkust van Sumatra ingesteld
vast te stellen. Dit geschiedde bij G.B. ddo. 15 November
1912 No. 4 (Stsbl. 560). De contrôleur van Simeloengoen
zou voortaan geen onderafdeelingschef zijn, doch ter beschikking
staan van den Assistent-Resident, die behalve afdeelings-
ook onderafdeelingschef werd in het ressort, waarbinnen zijn
standplaats was gelegen.
Sedert 1 Juli 1920 maakt Simeloengoen deel uit van het
z.g.n. cultuurgebied der Oostkust van Sumatra. De Karolanden
volgden Simeloengoen in dat opzicht niet, daar in dat
ressort geen cultuurbelangen voorkomen en men nog altijd
het m.i. onjuiste standpunt inneemt, dat de Plaatselijke Raad
voor het cultuurgebied van de Oostkust van Sumatra een
Jichaam is ter behartiging speciaal van de cultuurbelangen
in dit gewest. x)
Zooais in § 3 van dit hoofdstuk nader uiteengezet zal
worden, bestaat in Simeloengoen de z.g.n. indirecte bestuurs-
vorm. De vroeger onafhankelijke vorstjes bleven als z.g.n.
zelfbestuurders gehandhaafd en de met de leiding belaste
Europeesche bestuursambtenaar had slechts een diepgaand
toezicht op de inwendige aangelegenheden in hun gebied
(voortaan „landschap” genoemd).
De in zulk gebied geplaatste bestuursambtenaar oefent
over hen, die niet onder de bestuursmacht der zelfbesturen
ressorteeren, direct bestuur uit. Voor dat gedeelte zijner
taak Staat hem gouvernements-personeel ter zijde. Voor
zijne bemoeienissen met het landschapsbestuur beschikt hij
over personeel, welks bezoldiging ten laste van de land-
schapsbegrooting komt.
Het personeel van het Assistent-Residentiekantoor te Pematang
Siantar (gouvernementsbeambten) bestaat uit een
commies, twee klerken en drie schrijvers. Tot voor kort
met Bengkalis als residentiezetel, daar de aanraking met de Inlandsche
vorsten (Siak was de eerste) het voornaamste punt van het bestuursprogramma
uitmaakte. In 1887 werd die zetel naar Medan, toen reeds middelpunt van
cultuurondernemingen, overgebracht.
x) De Plaatselijke Raad heeft geen andere taak binnen het cultuurgebied
dan de gewestelijke Raden hebben in de gewesten, waar zij werden
ingesteld.