hebbenden beter begrepen regeling van de onderhoorigheid
mede. Het ambt van hoofd der Tobaneezen verloor door
de nieuwe verhoudingen zijn beteekenis, zoodat die betrek-
king wederom werd opgeheven.
Tegenwoordig ressorteeren de kamponghoofden der immi-
granten onder het inheemsche zelfbestuur. De rechtspraak
over hen wordt door de inheemsche karapatan’s uitgevoerd,
zoodat een en ander thans normaal is geregeld. Zooais te
begrijpen is, doen er zieh nog wel eens moeilijkheden voor
door de eigenaardige verschillen in adat en geaardheid
tusschen de zeer energieke immigranten en de achterlijke
zelfbesturen, doch langzamerhand zal ook hierin wijziging
ten goede komen, vooral wanneer het gelukken mag een
volgende generatie der zelfbesturen door onderwijs en
opvoeding (scholen en internaat voor hoofdenzonen) op een
wat hooger peil te brengen.
Ten einde te voorkomen, dat in nieuwe irrigatiegebieden
wederom nederzettingen ontstaan op de ongeregelde wijze,
zooals dat tot dusver in de bestaande sawahcomplexen
plaats had, werd in 1920 een regeling ontworpen voor de
verdeeling in sawahs en het vestigen van kampongs in het
Bah Toenggoerangebied (landschap Tanah Djawa), waar-
van de bevloeiing in dat jaar ter hand zou worden genomen.
Deze regeling werd vastgesteld na besprekingeh in de
Irrigatiecommissie, welke naar aanleiding van den Regeerings-
wensch tot betere samenwerking tusschen ’s lands bestuur,
den dienst der irrigatie en dien der landbouwvoorlichting
bij gewestelijke besluit d.d. 14 Juli van dat jaar No. 641
werd samengesteld uit het Hoofd van Plaatselijk Bestuur
(voorzitter), den Ingenieur der Irrigatie en den Landbouwleeraar.
De hier gevolgde en bij uitbreiding later te volgen gedragslijn
komt op het volgende neer. Na in kaart gebracht te zijn,
wordt het geheele irrigatiegebied in secties verdeeld, welke
successievelijk zullen worden bevloeid.
ledere sectie wordt in sawahkringen van negen sawah’s,
elk van 1 H.A., verdeeld. De plaatsen, waar kampongs
zullen worden opgericht, worden op de kaart aangegeven
en in ’t terrein uitgezet. De zooeven bedoelde complexen
van 9 H.A. oppervlakte worden door de gezamentlijke deelgenooten,
die de daarbinnen gelegen sawah’s zullen aanleggen,
schoongemaakt. Daarna bewerkt ieder persoonlijk zijn eigen
stuk grond en zorgt hij voor het in orde maken van zijn
erf en den bouw van een woning.
Aan iederen immigrant wordt een bepaalde sawah aan-
gewezen, die op de kaart genummerd is en waarvan aan-
teekening in een register plaats heeft. Tevens wordt hem
dan een bepaald erf, eveneens behoorlijk uitgezet, in de
kampong, waar hij zieh zal vestigen, toegedeeld. Zooveel
mogelijk wordt bij de verdeeling rekening gehouden met de
ligging der ladangs van hen, die zieh in het gebied reeds
voorloopig hebben neergezet. Er wordt naar gestreefd, de
immigranten dusdanig in de kampongs onder te brengen,
dat een ordelijke ontwikkeling zooveel mogelijk gewaarborgd
zij, door geen elkander vijandig gezinde partijen of groepen
in een kampong samen te brengen, een aangelegenheid,
waarop bij de inrichting van Bataksche vestigingen niet
genoeg kan worden gelet. Längs de hoofdleidingen en ter
verbinding der kampongs worden wegen aangelegd.
Een bezoek aan Simeloengoen zal direct de groote voor-
deelen van deze kolonisatie voor het land zelf doen inzien,
vooral wanneer men daarbij denkt aan de enkele jaren
geleden nog heerschende achterlijkheid van den inheemschen
landbouw en de toestanden onder de inheemsche bevolking.
Groote, onafzienbare vlakten met bloeiende rijstvelden, overal
verspreid liggende Tobaneesche nederzettingen, die langzamerhand,
door verbeteringen aan de huizen aangebracht,
een netter aanzien verkrijgen, wijzen op voorspoed en wel-
vaart. Het pasarvertier en het verkeer te land zijn dusdanig
toegenomen, dat men daaruit wel de gevolgtrekking mag
maken, dat er heel wat omgaat onder de bevolking zelve;
kortom in dit deel van de Oostkust is voor de Inlandsche
wereld verblijdende econonomische opleving te constateeren.
Kan men voor het „Deli” der cultures zeggen, dat zijn
welvaart slechts op een pijler, die der groot landbouw-
industrie, is gebaseerd, hier ligt een steviger fundament,
daar die pijler wordt geschraagd en versterkt door een
Inlandschen landbouw, welke Inlandsch handelsverkeer met
zieh brengt en Inlandsche welvaart doet ontstaan.