perken door invoering van verjaringsbepalingen. Daarop is
nooit een beslissing genomen. Vermoedelijk — zoo schreef
zijn opvolger — moet de oorzaak daarvan gezöcht worden in
het voornemen van de Regeering om de regeling van de recht-
spraak voor de Bataks in Deli Doesoen nader in overweging
te nemen, naar aanleiding van enkele noodzakelijk geachte
wijzigingen!
Het aantal rechters is veel te groot en de pangoeloe’s
zijn niet geschikt voor de functie van — zij het laagsten —
rechter. De kampongs zijn te klein, de hoofden kunnen niet
schrijven, onpartijdigheid mankeert wegens te laag bescha-
vingspeil en het feit, dat zij onder hun onderhoorigen na-
tuurlijk vrienden en vijanden hebben, om van familieleden
niet te spreken.
Het zal in de toekomst een groote verbetering zijn, wanneer
de recHspraak geheel aan de gouvernementsrechters kan
worden getrokken. Verbeek zegt in zijn hiervoor reeds
aangehaald artikel over de zelfbesturende landschappen buiten
Java, dat het in ieder geval in de bedoeling ligt, om overal
in de zelfbesturende gebieden de rechtspraak aan gouvernementsrechters
op te dragen. Möge die toekomst niet meer
al te ver verwijderd zijn!
§ 3. Gevangenis.
In September 1910 werd met den bouw van een gevangenis
te Pematang Siantar met een capaciteit voor 28
man begonnen. Men maakte echter de prikkeldraadomheining
niet eens af, daar het gebouw al dadelijk bleek veel te klein
te zijn. In 1913 bleek de gemiddelde sterkte der gevangenen
reeds 173, in 1920 tot 288 gestegen te zijn!
De gevangenis heeft thans een capiciteit van circa 179
personen.
Een keuken op het gevangenisterrein dient tot het koken
der spijzen onder direct toezicht. De rijst wordt in den vorm
van bras binnengebracht en gekeurd, ook de groenten, het
te verstrekken vleesch en de droge visch ondergaan een
dagelijksche keuring.
Het gebouw bestaat uit een steenen hoofdgebouw, binnen
hetwelk het kantoor en de woning van den Inlandschen
cipier, bergplaatsen en een enkel arrestantenlokaal zijn onder-
gebracht en verder uit twee steenen gebouwen, ieder met
vier, en twee andere respectievelijk met drie en twee ver-
trekken. In 1919 werden er vier houten gebouwen bijge-
bouwd, ieder ruimte biedend voor 21 politioneel veroordeelden.
In de laatste jaren werd de rotanstraf niet meer toegepast.
Vooreerst kwamen ernstige vergrijpen tegen orde en tucht
niet voor, doch bovendien gold de overweging, dat ter
plaatse proefondervindelijk was bewezen. dat een frequente
toepassing van deze voor strafoplegger en gestrafte on-
waardige straf het aantal deserties van het werk in stede
van verlaagde, in hooge mate deed stijgen. Het afschrik-
wekkende der straf werd blijkbaar overheerscht door de
begeerte om zieh door de vlucht aan eventueele toepassing
te onttrekken!
De overvulling van de gevangenis in de jaren 1918 en
volgende deed naar een middel omzien om hierin verbetering
te brengen. Het in preventieve hechtenis aan-
houden was reeds tot een minimum beperkt. Evenwel leverde
het groot aantal paupers een niet gering gedeelte der aan-
gehoudenen. Veroordeeling wegens landlooperij verplaatste
dergelijke verworpelingen wel gedurende enkele weken of
maanden van de eilende, die ze buiten de gevangenis leden,
naar die daarbinnen, doch uit een sociaal en humaan oog-
punt beschouwd, werden noch zijzelven, noch de maatschappij
daarmede gebaat. Vandaar, dat thqns zij. die bewezen
hebben, niet in Staat te zijn (door redenen buiten hun wil)
in eigen levensonderhoud te voorzien, worden opgenomen
in een door de Vereeniging Armenzorg beheerde landbouw-
kolonie (zie het hoofdstuk Armenzorg).