ambtenaar (den Assistent-Resident) vastgesteld en door het
Hoofd van gewestelijk bestuur goedgekeurd. Het beheer der
landschapsgelden berust bij den Assistent-Resident, terwijl
de administrate der landschapskassen in het geheele gewest
Oostkust van Sumatra wordt uitgeoefend door den Assistent-
Resident ter beschikking van den Gouverneur te Medan,
wien daartoe een afzonderlijk bureau ten dienste staat. Diens
bezoldiging en de kosten van dat bureau komen ten laste
van de verschillende landschapskassen. Het totaal bedrag,
daarvoor benoodigd, wordt naar verhouding van de bud-
getten over alle kassen omgeslagen.
Het budget der landschapsbegrooting voor Simeloengoen,
in de eerste jaren nog geen ton gouds bedragende, steeg
nadien belangrijk en bedroeg in :
1912 f 97580
1913 „ 135036
1914 „ 198580
1915 „ 396285
1916 „ 368433
1917 „ 703910
1918 „ 507080
1919 „ 642305
1920 „ 580833
1921 „ 537824
De groote bedragen in 1917, 1919 en 1920 waren gevolg
van de uitgifte in die jaren van landbouwconcessies, waarvoor
een hooge „present tanah” (de in eens voor het verkrijgen
van een concessie te betalen som) gestört werd, Overigens
houdt de voortdurende stijging nauw verband met de onge-
kende uitbreiding der cultures en de vermeerdering der
landsinkomsten door van de verhoogde welvaart, vooral.
ten gevolge van de uitbreiding van de irrigatie.
Ten einde een overzicht te verkrijgen van de beteekenis
van de landschapskas van Simeloengoen volge hieronder
eene opgave van de voornaamste bedragen, voorkomende
op de begrooting over de jaren 1916 en 1921.
Ontvangsten.
Blijkens de betrekkelijke landschapsbegrootingen bedroegen
de voornaamste ontvangsten :
in 1916 in 1921
Gouvernementsschadeloostelling f 15250 f 15250
Boeten en gerechtskosten . . „ 2400 „ 2400
B e l a s t i n g ...................... „ 60000 „ 80000
Renten van belegde gelden . „ 2000 „ 3500
Afkoop heerendiensten . „ 10000 „ 62000
Cijns landbouwconcessies . „ 160285 „ 213828
„ tuinbouwconcessies . , 1500 „ 4800
„ wateraftappingen . , 2400 „ 2586
W a te r recht (van sawahs) . . , 12000 „ 31000
Houtkapretributies . . . . , 6500 „ 12000
Bijdragen hoofden in de kosten
van het internaat . . ♦ »t „ 4800
Overdracht waterleiding . . t t» „ 3160
Idem pasarloodsen . . . . » M „ 3690
Over de schadeloosstellingen die het gouvernement aan
het landschap uitkeert, werd in de vorige paragraaf ge-
sproken.
De boeten en gerechtskosten ondergingen een aanmerke-
lijke verhooging tengevolge van de in werking treding van
het besluit, waarbij de zieh in de zelfbesturende landschappen
ter Oostkust van Sumatra bevindende Inlanders, van elders
herkomstig, als Tobaneezen, Mandailingers, Javanen, enz.
tot zelfbestuursonderhoorigen werden verklaard en deze der-
halve justitiabel werden voor de landschapsrechtbanken.
De belastingen Stegen door die zelfde omstandigheid en
tengevolge van de algemeene opleving en welvaart in dit
gebied.
De heerendiensten werden in 1916 nog maar voor een
gering deel afgekocht; in 1921 had dit zoo goed als overal
en door een ieder plaats. Daartegenover Staat eene verhooging
van de kosten van wegenonderhoud, aangezien dit
eertijds in heerendienst geschiedde en voortaan in betaalden
arbeid behoorde te worden verzorgd. Ingevolge Regeerings-
aanschrijving worden de afkoopsommen uitsluitend voor dat
doel besteed.