aangelegd, tusschen Sariboe Dolok en Pematang Raja gereed.
Natuurlijk waren de zelfbestuurders — de eertijds zoo
mächtige vorstjes — niet met een slag tot bruikbare be-
stuurders gemaakt. De verhouding, waarin zij steeds tot hun
omgeving hadden gestaan, kon niet in eens in een betere
worden omgezet. Nu en dan deden zieh gevallen voor, dat
met krachtige hand moest worden ingegrepen, om hen tot
de orde te roepen. De zelfbestuurder van Tanah Djawa,
Toehan Djintar, moest zelfs worden afgezet, daar hij zieh
aan misdadige handelingen had schuldig gemaakt en o.m.
een vroegeren vertrouwden dienaar van hem door sluipmoord
uit den weg had laten ruimen, opdat deze niet zou hebben
kunnen getuigen in een klacht, welke tegen hem was ingebracht,
wegens ongeoorloofde verhouding tot de vrouw
van een rijksgroote van elders. Tijdens de behandeling
zijner zaak overleed hij te Medan (1920). Kort daarna werd
de tegenwoordige zelfbestuurder Sangma Radja Maligas als
zijn opvolger aangewezen.
Wanneer men bedenkt, dat de verdere geschiedenis dezer
streken er eene is van ontwikkeling op economisch gebied,
van beschavenden invloed door de aanraking met westersche
instellingen en begrippen, van ongekende opleving van
welvaart, dan gevoelt men —• hoezeer er fouten zijn gemaakt
en nog fouten worden gemaakt — iets van het mooie en
verheffende van de taak van het bestuur, dat in dergelijke
omstandigheden zoo onnoemelijk veel goed kan doen en
zieh zoo geven kan aan de behartiging van de algemeene
belangen van het land en het volk als geen daar b u iten !
W a t verder in deze streken geschiedde, wordt in de
verschillende hoofdstukken over Irrigatie, Onderwijs, Genees-
kundige Dienst, Groot-Landbouw-Industrie en derg. behandeld,
zöodat we hiermede het hoofdstuk over de eigenlijke geschiedenis
kunnen sluiten.
§ 3. Legenden en verbalen omtrent den oorsprong en de
herkomst van stammen en vorstengeslachten.
Omtrent het oude rijk Nagoer weet men zeer weinig te
verteilen. Dat het inderdaad in deze streken bestaan heeft
en ongeveer de Oostgrens van het tegenwoordige landschap
Pane (Simeloengoen) tot grens gehad moet hebben, blijkt
uit een aantal kampongnamen als Nagoer Bajoe (Bajoe bet.
nieuw), Nagoer Oesang (Oesang bet. oud), Nagoer en het
reeds genoemde Nagaradja en bovendien uit een legende,
die hieronder verhaald wordt.
Dat Nagoer niet anders dan het bekende Nagore zou
zijn (het tegenwoordige Pidie in Atjeh), zooals Rouffaer meent
wordt door geen enkele legende gestaafd.
Een der vorsten van Nagoer moet een groot schaker
geweest zijn. Tijdens een oorlog, toen hij verdiept was in
zijn spei en de vijand naderde, waarschuwde men hem, doch
hij had slechts belangstelling voor het spei. Het eenige
woord, dat over zijn lippen kwam, w a s: „sjah, sjah” d.i. schaak!
Toen nu de vijand in zijn benteng stormde, zou hij gedood
zijn geworden, indien hij in den schrik over het tumult de
gouden stukken van zijn spei niet onder de vijanden geworpen
had en dezen onderling waren gaan twisten om het bezit
ervan. Gedurende die oogenblikken kon hij ontvluchten,
zooals Jason bij den tocht der Argonauten het leven kon
redden door de reuzen, die hem verdelgen wilden, zand in
de oogen te strooien, zoodat zij niet meer konden zien en
elkander te lijf gingen.
Thans komt het schaken in Simeloengoen nog alleen voor
in Raja, uit welke omstandigheid men een nauwere ver-
wantschap tusschen de bevolking der Karolanden, onder wie
het schaakspel zeer in eere is, en die van Raja heeft willen
afleiden. Zulk een conclusie zou echter voorbarig zijn, want
in vroeger tijden schijnt het schaakspel in gansch Simeloengoen
bekend te zijn geweest.
Men wijst aan de Bah Bolak in Tanah Djawa nog een
steen aan, waarop de vorst van Batangio met zekeren Toehan
Sakoeda Bolak gewoonlijk schaakte. Met eenigen goeden
wil zijn de lijnen van het schaakbord daarop nog te zien.
Zoo bevonden zieh op de Boentoe Parsatoeran (Mal.
Pertjatoeran = schaakspel), aan den rechteroever van de
Bah Sawa (landschap Pane), even stroomopwaarts van de
kampong van dien naam, een beschadigd steenen beeid in
zittende houding J) en enkele steenen zonder duidelijken
1) Dit beeid bevindt. zieh thans in het raadhuis te Pematang Siantar.