Per huisaansluiting wordt f 3.— geeischt. De inkomsten
in het tweede halfjaar 1917 (instelling gemeente) bedroegen
f 6969.40. De inkomsten werden op de eerste bedrijfsbe-
grooting (voor 1922) op f 30.000 geraamd.
In September 1918 v/erd een tweede toevoerleiding aan-
gelegd. De geheele gemeente werd in kaart gebracht (schaal
1 : 1000) met de bedoeling om in kleuren de hoofdleidingen,
de tweede-leidingen en de huisleidingen aan te duiden en
verder alle hulpstukken, als afsluiters en derg. en alle nieuwe
aansluitingen, badhuizen enz. daarop aan te geven.
Een aan de eischen voldoende werkplaats werd ingericht.
Hier worden alle materialen opgeborgen.
Op de waterleiding zijn aangesloten 5 kleine publieke
badhuizen, waarvan er drie een afdeeling voor mannen en
een voor vrouwen hebben, terwijl van de twee op de pasar
aanwezige badplaatsen er een geheel voor vrouwen en een
voor mannen bestemd is. Er wordt van deze inrichtingen
een druk gebruik gemaakt.
In 1918 telde men 331 en in 1921 een totaal van 513
aansluitingen.
Op de pasar bevinden zieh, behalve in de daar aanwezige
badhuizen en privaten, waterkranen in de vleeschloods en
op het eigenlijke pasarterrein.
In 1919 kwam een hydrant in de kampong Timbang Galoeng
tot - stand.
Ten einde een meer commercieel overzicht te verkrijgen
en op beteren grondslag te kunnen voortwerken, werd in
1920 besloten een afzonderlijk waterleidingbedrijf in te
stellen. Daar de inrichting reeds bestond, bedroegen de
buitengewone uitgaven op de eerste bedrijfsbegrooting siechts
/ 3000. Het bedrag aan gewone uitgaven was r o n d / 15.000.
Een voordeelig saldo van f 16.558 kon ten bäte der gemeente
worden geboekt. Op de begrooting voor 1922 is de
zuivere winst van dit bedrijf op / 23.541 geraamd.
Een nieuw waterleidingreglement werd in bewerking
genomen.
Geregeld worden door Dr. W . J. Bais onderzoekingen
ingesteld naar den toestand van het w a te r; de laatste inspectie
in 1921 heeft tot een hoogst günstig oordeel geleid. Een
technisch adviseur werd in 1921 door den Raad aangewezen
om het College op dat gebied van advies te dienen.
Pasarbedrijf.
Voordat de tegenwoordige ruime pasar te Pematang Siantar
in gebruik werd genomen, werd pasar gehouden op een
terrein, gelegen bij de kruising van de Wilhelminastraat en
den Marihatweg, alwaar thans een bioscoopgebouw Staat.
Hier stond een enkele pasarloods, die ruimte bood voor
ongeveer 32 verkoopplaatsen.
Het bleek. dat deze pasarloods geen voldoende ruimte
meer bood voor het toenemende aantal pasargangers, waarom
in 1913 twee andere loodsen gebouwd werden op een
terrein, op kleinen afstand van de oude pasar gelegen.
(Ook hier Staat tegenwoordig eveneens een bioscoopgebouw).
De nieuwe loodsen gaven ieder ruimte voor 24 verkoopplaatsen.
Men had evenwel drie loodsen op twee ver-
schillende plaatsen, hetgeen de orde en regelmaat in het
vertier niet ten goede kwam. Toch breidde het handels-
verkeer op de pasar zieh voortdurend uit. De gemiddelde
opbrengst der loodsen, in 1913 / 325 per maand bedragende,
steeg tot / 654 per maand op ultimo 1915.
Vandaar dat plannen beraamd werden om op een geheel
nieuw en daartoe günstig gelegen terrein een ruime pasar
in te richten. In laatstgenoemd jaar werd besloten aldaar
vier loodsen, ieder met veertig verkoopplaatsen en een
vischverkooplokaal te doen bouwen. De totale bouwsom
bedroeg f 41000.
In Augustus 1916 werd de nieuwe pasar feestelijk geopend.
De opbrengst van den verhuur van de plaatsen in de
loodsen en het veeggeld kwamen ten goede van de land-
schapskas. Al spoedig werden * van gemeentewege onder-
handelingen met het landschap geopend om de pasar met
lusten en lasten over te nemen. Het resultaat was, dat in
1918 de pasarloodsen voor de getaxeerde waarde van J 36900
aan de gemeente werden overgedragen.
Die som zou in elf jaren worden afbetaald volgens een
aflossingsplan, waarbij rekening is gehouden met een rente
van het nog niet betaalde gedeelte van 4 %.