Hollandsch-Inlandsche school.
In 1916 werd een Hollandsch-Inlandsche school, voorloopig
in tijdelijke gebouwen, geopend. Zoodra het ruime, van steen
opgetrokken schoolgebouw gereed was, werd het onderwijs.
aldaar gegeven. In 1921 bezochten 240 leerlingen de school,
onder wie 32 zonen van hoofden, welke laatsten in het na
te noemen internaat huisvesting vinden.
Hoewel een groot aantal leerlingen uit Simeloengoen de
school bezoekt, zijn er ook leerlingen van elders, vooral uit
Tapanoeli, ingeschreven. Er zijn drie Europeesche en vier
Inlandsche leerkrachten aan de school verbonden.
Internaat voor hoofdenzonen.
Het internaat werd in 1919 van landschapswege gebouwd
met het doel om de zonen van zelfbestuurders en hoofden,
die niet te Pematang Siantar zijn gevestigd, huisvesting te
verleenen. Aldus worden zij onttrokken aan de verderfelijke
invloeden van het leven' in de kampong en wennen zij ook
in het huiselijk leven aan orde en tucht.
Als directeur treedt de eerste Inlandsche onderwijzer van
de H. I. S. op. Deze geniet hiervoor een toelage en vrije
woning in het internaat.
Voor de kosten van voeding en huisvesting wordt den
ouders der knapen een bepaald bedrag in rekening gebracht,
terwijl kleeding en andere onkosten voor de jongens geheel
ten laste der ouders komen.
Cursus van de Vereeniging Sekolah Boemi Poetra.
De bovengenoemde vereeniging onderhoudt met een ge-
meentesubsidie van / 3600 ’sjaars een cursus, alwaar aan
Inlandsche jongelieden, die niet op de Hollandsch-Inlandsche
school konden worden toegelaten, onderwijs in de Hollandsche
taal wordt gegeven.
Inlandsch onderwijs.
Behalve een normaalschool voor Inlandsche onderwijzers
met daaraan verbonden internaat, heeft men ter hoofdplaats
Pematang Siantar twee Inlandsche scholen der 2de klasse
en een dergelijke school te Perdagangan. Bovendien werden in
de laatste jaren vier volksschooltjes opgericht, n.l. te Bandar
Tinggi, te Serba Lawan, te Bandar Djawa, en te Poerwadadi
(de eerste kampong der Javanen-Kolonisatie in Bandar).
Methodistenschool.
In 1921 werd een school met drie onderwijzers van de
Amerikaansche Methodisten opgericht. Twee van die onderwijzers
zijn Tobaneezen. Het aantal kinderen bedraagt een
kleine honderd. Ook lieden van rijperen leeftijd volgen het
onderwijs.
Over de zendingscholen wordt in Hoofdstuk IX ge-
handeld.
Chineesch onderwijs.
Aan een met gelden van de Chineesche bevolking ge-
bouwde school wordt Chineesch onderwijs gegeven. Pogingen
om deze school op beteren grondslag te vestigen, mislukten
tot dusver.
/
/