Thans bevinden zieh in de gemeente vier brandspuit-
huisjes, n.l. een dubbel gebouwtje op het terrein van de
gevangenis, een in kampong Timbang Galoeng, een bij de
pasar en een in de kampong Christen.
Gemeentegrondzaken.
De grond binnen de gemeentegrenzen behoort tot het
landschap Siantar. De zelfbestuurder van dat landschap had
het beschikkingsrecht over die gronden.
Zoodra Pematang Siantar zieh begon te ontwikkelen (de
wegen werden in 1907 getraceerd door den toenmaligen
controleur O brien) werd het nöodig de grondrechten der
occupanten vast te leggen. Zoo werden in de jaren 1913
tot en met 1915 een groot aantal z.g.n. controleursgrants
aan de Gouvernementsonderhoorigen (Europeanen, Oostersche
Vreemdelingen en Inlandsche immigrant'en) uitgegeven en
z.g.n. radjagrants (in de Maleische staten sultansgrants ge-
noemd) aan de landschapsonderhoorigen verstrekt.
Deze laatste grants vestigen een soort recht van niet zoo
verre strekking als het recht in de controleursgrants om-
schreven. Artikel 7 der acte bepaalt n.l., dat vervreemding
alleen mag geschieden aan zelfbestuursonderhoorigen en dan
nog na vooraf verkregen goedkeuring van het zelfbestuur;
Hier heeft men een eigenaardig voorbeeld, hoe de be-
palingen, die ten doel hebben de Inlandsche bevolking tegen
de mächtige invloeden van buiten en tegen eigen onmondig-
heid te beschermen, een voor die bevolking schijnbaar
achteruitzettende strekking verkrijgen. De Inlandsche immigrant
kon, zoo goed als de andere vreemdelingen, een controleurs-
grant verkrijgen, die een recht verschaft, dat economisch
verder dan een radjagrant strekt (verkoop is ten allen tijde en
aan iedereen mogelijk). De practische gang van zaken leidt
ertoe, dat ook controleursgrants of tegenwoordig acten tot
afstand van opstalrecht in handen van zelfbestuursonderhoorigen
komen, waartegen geen enkel wettelijk bezwaar
bestaat. Hierdoor beteekent echter een van anderen overge-
nomen grondrecht voor de eigen bevolking meer, dan het
haar door het zelfbestuur rechtstreeks verleende.
Ondertusschen werd bij G.B. d.d. 7 Jamiari 1916 No. 47
de regeling ten aanzien der uitgifte van controleursgrants
vervallen verklaard, terwijl bepaald werd, dat zij, die rechten
op perceelen wenschen te erlangen, het recht van opstal
behooren aan te vragen. Voortaan behooren meetbrieven
van het kadaster te worden overgelegd, behoort de waarde
van den grond getaxeerd te worden voor ieder geval door
een daartoe te benoemen commissie en is in- en overschrijving
der acten binnen zeker tijdsverloop bij den Raad van Justitie
voorgeschreven. Het is te betreuren, dat deze in- en overschrijving
niet ten gemeentekantore kan geschieden, want het
is voor het Gemeentebestuur van het grootste belang op de
hoogte te zijn van de vestiging en den overgang van grondrechten
binnen de gemeentegrenzen. Om die reden worden
ten gemeentekantore kaarten van de gemeente aangehouden,
waarin alle uitgegeven grants en acten van recht van opstal
worden aangeteekend, terwijl de ten bureele van het Hoofd
van plaatselijk bestuur berustende registers van controleurs-
en radja-grants behoorlijk worden bijgehouden en van de
transacties met betrekking tot de grondrechten volledig
inlichting aan de gemeente-secretarie wordt verschaft.
Teneinde evenwel de gemeente ook zeggingskracht in
deze aangelegenheid te geven, werd een z.g.n. grondcommissie,
waarin een raadslid en de Directeur van gemeentewerken
zitting hebben, benoemd, welke commissie advies uitbrengt
in zake* de uitgifte van grants en andere acten betreffende
grondrechten. Aldus werd het mogelijk een vooraf bepaalde
gedragslijn bij die uitgifte te volgen.
Dat hierbij haast onoverkomelijke moeilijkheden moesten
worden overwonnen, zal duidelijk zijn, wanneer men de voor-
geschiedenis van het grondvraagstuk ter hoofdplaats nagaat.
Velen hadden zieh, voordat grants uitgegeven werden,
maar ergens neergezet. Men meende aldus een recht te kunnen
doen gelden. Een heele grondhandel ontstond. Speculanten
trachtten goedkoop stukken grond te verkrijgen om .— kalm
afwachtende — groote winsten te maken.
Allerlei onwettige en onrechtmatige transacties hadden
plaats. Het kostte inderdaad groote zeemanswijsheid om door
dezen chaos naar een geregelden toestand te sturen.
De grondcommissie deed evenwel haar werk. Geregelde