aangaat, meer dan 300 K.M. en voor zoover het op de
ondernemingen der groot-landbouwcultuur is gelegen, eenige
honderden K.M.’s lang is.
De in het binnenland liggende kampongs zijn alle door
goed begaanbare voetpaden onderling en met de groote
wegen verbonden.
HOOFDSTUK II.
GESCHIEDENIS.
§ 1. Geschiedenis voor de aanraking met
Europeanen.
Over een gebied, dat nog zoo onlangs. nagenoeg vol-
komen onbekend was en van den Nederlandschen invloed
zoo goed als geheel onafhankelijk was gebleven, valt, zooals
vanzelf spreekt, over geschiedenis niet veel mede te deelen.
Enkele feiten en jaartallen uit de laatste decennia kunnen uit
nota s en rapporten of andere publicaties worden opgediept;
overigens zal men zieh moeten bepalen tot legendarische
verhalen, die in de overleveringen onder de bevolking
bekend zijn en voor de eigenlijke geschiedenis slechts waarde
hebben, wanneer ze hier en daar met bekend feitenmateriaal
verband houden, dan wel aanwijzingen inhouden, die op het
spoor van de werkelijk plaats gehad hebbende gebeurtenissen
kunnen brengen.
Dat vöör het optreden van het gouvernement in deze
streken voortdurende onderlinge veeten tusschen de vorsten,
hebzucht, kwesties over vrouwen en slaven en een zekere
zucht naar avontuur bij de landsgrooten, oorzaak zijn
geweest van herhaaldelijk voorkomende oorlogen en roof-
tochten, die de ontwikkeling van land en volk tegenhielden
en allen economischen vooruitgang beletten, moet als vast-
staande worden aangenomen. De wispelturigheid der vorsten
zelven eenerzijds en het streven van hun ondergeschikten
naar eigen gezag en voordeel anderzijds werkten samen om
de bestaande staatkundige toestanden aan voortdurende
wijziging te onderwerpen, terwijl volslagen gebrek aan
eenige organisatie onder de inheemsche bevolking zelve een
toestand van inwendig verval kweekte, zooals die door de
eerste bestuursambtenaren, die Simeloengoen bezochten, werd
aangetroffen en met de voortzetting en gevolgen waarvan