Na de voltooiing werd, volgens de getroffen overeenkomst
van 12 November 1914, de waterleiding het eigendom van
het landschap Simeloengoen, doch de deelnemers behielden
zekere rechten op de watervoorziening. De Deli Spoorweg
Maatschappij en de Rubber Plantations Investment Trust
zouden gedurende 30 achtereenvolgende jaren ieder 50 M s.
mögen aftappen; het Siantar Docterfonds en het Centraal
Simeloengoen hospitaal hadden recht op 85 M 8. per etmaal
gedurende dien termijn. Voor die hoeveelheid is verschuldigd
een som van 5 ct. per beschikbaar gestelde M8. water. Voor
hoeveelheden daarboven zou het dubbele bedrag in rekening
gebracht worden.
De waterleiding werd in beheer gegeven aan de commissie
van beheer van het z.g.n. Negorijfonds. Dit college behartigde
onder voorzitterschap van het Hoofd van Plaatselijk Bestuur
(Assistent-Resident) de plaatselijke belangen ter hoofdplaats
en kan daarom als voorlooper van den Gemeenteraad worden
beschouwd. Het fonds zou volgens een opgemaakt aflossings-
plan het door het landschap betaalde aandeel in de aanleg-
kosten terugbetalen. Deze verplichtingen nam de gemeente
over, die bij hare instelling eigenaresse van de waterleiding werd.
De eerste opzet was zeer huiselijk, terwijl technische voor-
bereiding en uitvoering niet volgens alle regelen der kunst
waren geschied. Hiertoe ontbraken de middelen.
Het water wordt betrokken uit een bron, welke bovendien
nog toevoer krijgt uit andere in de nabijheid gelegen bron-
netjes, dicht bij de woning van den beheerder der onder-
neming Simarito op kleinen afstand stroomopwaarts aan den
rechteroever van de Bah Bolon gelegen.
De capaciteit der bron is circa 1500 M 8. per etmaal. De
aftapping bedroeg in 1918 ongeveer 500 M 8. per etmaal.
Het is een nadeel, dat bron en toevoerleiding buiten de
gemeentegrenzen zijn gelegen. Dit nadeel wordt eenigszins
getemperd door het 2de lid van artikel 3 der L. R. O.,
dat bepaalt, dat tot gebied, waarover een Locale Raad is
ingesteld, ook worden geacht te behooren de daarbuiten
gelegen door dien Raad beheerde zaken. (Zie ook Mr.
Schrieke. Bepalingen en beginselen der decentralisatie van
1903 p. 9 § 1).