T o t . de stichting dezer scholen werd slechts overgegaan,
wanneer de bevolking zelve wilde zorgen voor den bouw
van een eenvoudige school en een onderwijzerswoning.
De meeste scholen hebben drie, sommige vier klassen,
terwijl het onderwijs de vakken omvat der gouvernements
Inlandsche school der tweede klasse. Hoewel het yerzuim-
cijfer zeer groot is (nu en dan wel 45 % en zelden minder
dan 20 °/0) zijn er toch enkele resultaten aan te wijzen,
aangezien een aantal Simeloengoensche leerlingen in gouvernements
en anderen dienst later arbeid vond, terwijl enkele
leerlingen tot de ambachtsschool te Lagoeboti konden worden
toegelaten.
In 1910 stichtte de zending te Pematang Siantar een in-
ternaat voor hoofdenzonen, welke inrichting later weer werd
opgeheven. Sinds het landschap in deze materie krachtig
ingreep, evenals op het gebied van den geneeskundigen dienst,
trad de zending — zooals van zelf spreekt — op den achter-
grond. De polyklinieken, door den zendeling E. Müller te
Pematang Siantar vroeger gehouden, werden dagelijks door
een 20 à 30 patienten bezocht.
De zending heeft haar eigenlijk doel, verbreiding van het
Christendom in Simeloengoen, slechts in zeer geringe mate
bereikt. Onder de inheemsche bevolking telt men thans
ongeveer 2000 Christenen. Met de immigranten medegerekend
boeken de Christengemeenten 14426 leden.
GENEESKUNDIGE DIENST.
In hoofdstuk III § 2e werd een overzicht gegeven van den
gezondheidstoestand der bevolking in Simeloengoen. Met een
enkel woord werd reeds gesproken over het in 1915 door Prof.
Dr. W . Schüffner ingestelde onderzoek op hygienisch gebied.
Naar aanleiding van de resultaten hiervan, werd naar de
aanwijzihgen van dien geleerde voortgegaan met een verder
onderzoek naar het voorkomen van de verschillende ziekten,
de oorzaken, waarom zij voorkomen en hunne verbreiding,
opdat zou kunnen worden uitgemaakt, op welke wijze het
meest doelmatig met een bestrijding zou kunnen worden
begonnen.
De verkenning van het land ten aanzien van de verbreiding
van malaria zou in de allereerste plaats ter hand worden
genomen. Men zou den strijd tegen schürft en oogziekte
aanbinden en door het verstrekken van salversaan framboesia
tegengaan. Op het reinigen der kampongs zou streng gelet
worden en door het in dienst stellen van een „verpleger”
zou dit alles bereikt moeten worden. Het toezicht op diens
arbeid werd opgedragen aan den geneesheer van het Siantar
Docterfonds te Pematang Siantar (dit fonds had toen nog
maar een docter in dienst), doch zooals van zelf spreekt,
had deze — hoezeer ook ijver en belangstelling hem prikkelde,
zieh met dit mooie werk te bemoeien — te veel werk in
eigen betrekking om ook voor het landschap veel tot stand
te kunnen brengen.
De uitgestrektheid van Simeloengoen, de eigenaardige
verspreiding der bevolking, het beperkte personeel en de
geringe middelen maakten den arbeid moeilijk. Evenwel
deed het voortgezet onderzoek wel zien, dat in later onder