„souvereinen” bezorgen, wanneer ze van het rechte padwat
ver afdwalen, zooals onlangs geschiedde met den kort geleden
overleden zelfbestuurder van Tanah Djawa, die zieh aan
ernstige misdrijven had schuldig gemaakt, heel wat hoofd-
brekens om hen „recht te doen weervaren”. Verbanning is
een middel, waarover we in den tegenwoordigen tijd liever
zoo min mogelijk spreken, terwijl geen enkele Europeesche,
nog veel minder Inlandsche rechtbank, zieh competent acht
een Inlandsch vorst te berechten.
In den laatsten tijd deden zieh telkens problemen voor,
die in de gegeven omstandigheden zeer moeilijk opgelost
kunnen worden; zoo de vraag over de democratiseering der
zelfbesturen. In Siak heeft de sultan thans een raadgevenden
Raad naast zieh. Hoe zou iets dergelijks in de kleine zelf-
besturende landschappen kunnen worden ingesteld, zonder
overdreven niet tot haar recht körnende toepassing der de-
mocratiseeringsgedachte? Persoonlijk hei ik over tot het in
het leven roepen van een Raad van zelfbesturen, in welken
voor gansch Simeloengoen de zelfbestuursmacht zou worden
neergelegd. Mogelijk kan in de periode van een volgend
geslacht zulk een Raad worden ingesteld. Evenwel strijdt
een dergelijk voornemen met de gedachte „zelfbestuur” in
den zin van souverein in eigen land.
In § 2b van Hfdst. III werd de inrichting van het zelfbestuur
weergegeven.
De door de zelfbesturen uitgevaardigde regelingen .— uit-
gedacht, ontworpen en omgewerkt door en ten bureele van
den Europeeschen bestuurder — behoeven de goedkeuring
van den Gouverneur.
De landschapsbegrooting geldt voor geheel Simeloengoen,
zoodat bij de vaststelling daarvan de zelfbesturen zieh reeds
in rade begeven, d.w.z. tezamen komen om de zaak te
bespreken, hetgeen voor hen eigenlijk niet anders beteekent
dan te vernemen, hoe de begrooting moet worden ingericht
en welke uitgaven moeten worden opgebracht. De eenige
voorstellen, die van hunne zijde binnenkomen, hebben
betrekking op de eigen zaken van den radja, b.v. om een
schrijver op te brengen, een oppasser meer te mögen hebben,
een kantoortje te mögen bouwen enz.
Nog nimmer kwam van de zijde van het zelfbestuur een
denkbeeid om het algemeen belang van hun land in deze of
gene richting te bevorderen !
Zooals Verbeek ook in zijn zooeven aangehaald artikel
zegt, zijn de zelfbesturen een hinderpaal voor een volledige
werking der locale resorten, waarom het noodzakelijk is het
gebied der gemeenten althans tot direct bestuursgebied te
verklären. In verband hiermede is het grondgebied der
gemeente Medan, reeds bij schenking van het zelfbestuur
van Deli aan het gouvernement overgegaan en worden thans
kadastrale metingen in Pematang Siantar verricht, ten einde
ook hier tot dienzelfden toestand te geräken.
De landschappen zijn blijkens bijblad 8122 rechtspersonen,
zoodat zij leeningen kunnen aangaan en in rechte kunnen
worden aangesproken.
§ 4. Decentralisatie.
Gemeente Pematang Siantar.
In 1917 werden ter Oostkust van Sumatra vier gemeenten
ingesteld, onder welke Pematang Siantar. De instellingsor-
donnantie dateert van 27 Juni 1917 No. 14 en werd in Stsbl.
No. 285 opgenomen, terwijl de eerste begrooting bij ordonnance
van 27 Juni 1917 No. 16 (Stsbl. 290) werd vastgesteld.
Zooals bekend is, worden de volgende gemeentebegrootingen
door den Raad vastgesteld en behoeven deze de goedkeuring
van het Hoofd van Gewestelijk Bestuur.
De Raad bestaat uit 9 leden, onder wie 5 Europeanen,
3 Inlanders en een Oostersche Vreemdeling. De Assistent-
Resident is voorzitter van den Raad.
Met het kashouderschap, het secretariaat en den dienst
der gemeentewerken werden voorloopig ter plaatse aanwezige
Gouvernements-ambtenaren belast. De Raad begreep echter,
dat — wilde er iets tot stand gebracht worden — in ieder
geval voor de beide laatst genoemde functies aparte ambte-
naren van goede kwaliteit zouden noodig zijn. Zoo werd bij
besluit van den Raad van 4 Augustus 1917 de betrekking
van gemeentesecretaris ingesteld en op de eerste, bij Raads-
besluit vastgestelde begrooting een post voor de bezoldiging