Hct is pantang, bij het rijst koken te singen, of wanneer
eene vrouw haar hoofddoek (bodang-bodang) los maakt, dan
wel om twee potdeksels op elkaar te leggen en water op
de rijst te laten staan (marsibake).
Pantang sangat mangan (bij het eten).
1. Het is pantang een lepel (sondoek, van bamboe gemaakt)
over te reiken boveri het eten, dat men gebruiken zal.
2. Ook is het pantang, wanneer een vrouw rijst opschept
en met de sondoek een man aanraakt.
3. Het is pantang voor den man, om zonder hoofddoek
(gotong) te eten. Dit is „mandatangi n.l. het ongeluk tarten.
4. Haliboetongan marsoboer d. i, het is in hooge mate
simandatang, wanneer door een kleine opening in het dak
een zonnestraal het voedsel of het drinkwater raakt.
Pantang motong dajok (manoek) (bij het slachten van
een kip).
Het is pantang, wanneer het mes, waarmede een kip ge-
slacht wordt, met de punt het daaronder geplaatste bord om
t bloed op te vangen, aanraakt.
Pantang mosokan (bij brand).
1. Het is pantang, om iemand, die brandwonden heeft ge-
kregen, in de woning te brengen. Deze zal vuur brengen,
zegt men (dit geloof bestaat niet overal).
2. Het wegnemen van goed van menschen, wier huis ver-
brand is, is „simandatang”.
3. Het is „mandatangi ’ om een brandend stuk hout weg
te nemen.
Pantang sangat boritan (bij ziekte).
Het is pantang een datoe (wichelaar, priester) te verzoeken
medicijn te maken op het oogenblik, dat hij een patjol in
de hand heeft, een touw vasthoudt, een bijl of parang, dan
wel vuur in de hand heeft.
Ook is het pantang, wanneer men. bij het zoeken naar
medicijn een slang tegenkomt.
Pantang hamatean (bij overlijden). H Men gebruike geen zaad van padi, welke tijdens het
overlijden van iemand uit de kampong naar buiten werd
gebracht.
2. Het is pantang om naar de ladang te gaan, nadatmen
een bcgrßfenis heeft bijgewoond (in sommige streken).
3. Het is pantang, een huis binnen te treden, waar de mat,
waarop een doode gelegen heeft, nog uitgespreid ligt.
4. Het is „mandatangi om een vlag of hout als anderszins
van een graf weg te nemen.
Pantang roemah (ongeluksteeken in de woning).
Het is pantang, wanneer een slang een huis binnenkomt
of een vuurvlieg (salipotpot) binnenvliegt.
Pantang martoenggoe ido (manen van schulden).
Men mag s nachts niet om betaling van een schuld manen,
ook niet, wanneer de schuldenaar een mes in de hand heeft.
Zou zoo iemand dan een steek geven, dan kan men hem
dat niet ten kwade duiden. Ook is het pantang om betaling
eener schuld te manen, wanneer de schuldenaar baadt of eet.
Pantang sangat borngin (des nachts).
1. Het is pantang om des nachts nagels of haar te knippen.
2. Het is „simandatang , wanneer een duif des nachts
kirt in de kampong.
3. Het is pantang voor iemand, die zijn ouders nog heeft,
s nachts djeroekwater te gebruiken of suikerriet te kauwen,
zonder dit tevoren gebrand te hebben (in sommige streken).
Pantang ni tondong (tegenover den vader, broeder of
oom van vaders kant).
Het is pantang om het haar van zijn „tondong” te knippen,
om zijn naam te noemen en zijn bord direct na den maaltijd
te reinigen. Dit kan pas later gebeuren.
Pantang manombah radja (vöör den radja).
Het is maroboe, een wapen of een baadje te dragen, als
men zijn opwachting bij den radja maakt. Men moet „mar-
bobat” n.l. het lendenkleed om de heupen slaan. Ook moet
men voor den radja een hoofddoek dragen; is dit niet het
geval, dan kan er straf volgen.
§ 3. Immigratie van Tobaneezen.
Simeloengoen, thans opkomend rijstland van eenige betee-
kenis, was, voordat deze streken door den invloed van het
Gouvernement tot rust waren gebracht, voor den Tobanees
vrijwel gesloten. Reeds de reis over het Tobameer was ge-
vaarlijk door den op vrij groote schaal gedreven zeeroof,