S « ® ' .
achtigen gloed; de mannetjes^ vertoonen reeds de bruirie vièk I
op "den
reiziger vond s # a » van; 20 tot e©:o: sluiks bijeen| maar steefs M
paartje bijelkander.: Zij bewonen de grasrijke dalen-'en heuvelstxeken,
voeden zich met ’graszaden en zoeken tegen den paartijd de bosschen
;;óp1|om -
Met uit^nderipg van t«|ü gedeèlÉey bcWbcel 3Élj? g eheel' I
Australië, vooral het zuiden en zuid-oosten. & de Livéi^óol-vMtten ï
en aan de Murray komt hij veelvuldig voor. Hij werd het* eerst door
Gould ontdekt, die hem ook het eerst beschreven heeft. Genoemde |
Pas aangevoerde vogels , kosten p ||l| van 8 tot xo gulden per paar,
pl^^geacèlifiiatiseerde ^ 12 - tot’4 §§| ghlf e&; ;-: ' ;
D E G E E L B A N D P A R K I E T (Psittacus mulfcicölor.)
Synoniemen, Platyoeroua, Psepkotus, Euphema multicolor. ^
Treemde KAMEN Viellhrbige PlattsckwoifsiHich, Buntsittïob, Duüsch, — Perruche multicolore ou impériale, iPramch ik- Many-oolourf d Parrakeet, Engchck
\ ''■ Alfred Rousse, die zeer veel parkieten gekweekt mdemb déze
* soort even weekelijk als fle>paradp~-pafkiet.j staan
evenwëi- niet ten dienste, daar deze vogel nog 'al zeldzaam is. Bij goede,
verpleging houden gezond ingevoerde, in dig |e^^giensehap goed
nit en ^ ^ fp e u ook reeds' in ;de gevangenschap' gebroed te hebben.
’t Is wel jammer dat hij met veelvuldiger in den handel komt, want
in sierlijkheid doet hij voor geen'Mr^^^^tgy onder. • .\t
midden van den buik, achterdeel en onderste staart-
. dekvederen geel; een vlek op den achterkop foodachtig kaneelbruin
midden van den buik scharlakenrood, een -dwarsband -öp de
bovenste staartdekken roodbruin, ©:e - beidé midielstè staartvederen
zijn donkerblauw, aan de spits zwart, aan de basis
vuilachtig groen, de overigen aan de basis blauwachtig-groen j
met; zwarten dwarsband, aan de helft van de spits lichtblauw, l
aan de spits" zelve wit. Handslagpennen en de dekveeren van
dezen op de buitenvlag' donkerblauw, zoo ook de vléjigêlrand l
>(en de onderste vlemgeldekken. „ Snavel bleek hoomgrijs; pootjes 3
’ . i fen< oogen bruin.
©et wijfje is olijfgroen, tendeele bruinachtig of in-het grijze -
1 trekkende; vleugelband dof geel.
Zuid-Australie, de streken om de Lanchlan-1 Murraly- emDarlingrivieren :
zijn zijn woongebied, ofschoon hij ook in Nobrd-obitêlijk-Australië
wordt aangetroffen. Over het vrijde ven is weinig itk e fÉ; Y ; ,
De prijs, is hoogr en bèéraagt oMgêveéf 40 galden per paar;
D E R O O D B U I K P A ! K I E f pstt. ^aeinatQgaster.J:
Synoniemen. Platyoercus, ^^^tóglSsè'cSr^ Pk;
YY ip'
Vreemde namen KotMmuohige Plattsckiveitzittich, Vuttsch-, — Perruche à
™ tre rouge P(3rr. à bonnet bleu, Erdnsclr, — Bod
ventred, Blcc bennet Parrakeet, Engelscl
* Deze >rt «jut * met'de v ïai oven -u i •> r onderschéidtr
?ich daar in j ai' door één "blauw voorhoofd en een rooden buik.
*1 enwel-»j hl tj/Jei teldzaam eh ' derhalve hoog kt prijs.' Alfred
^Rousse noemt hem ze r s rk n ar zegt niet o| j ,c ■ broedgevo en
van heeft g 1 1
f*& / Iet manneke is aam:-hetigezicht'donkerblauw, bovenkop,
ikeej, schouders en verdere bovendeelen groenacht g gftjsj
I Ct nnta zwart htig m s"met_ donkerblauwe _ buiter l H
Qn<lerlijf bleekgeel, mi Iden;van d*t buik scharfakCT^d; eene
groote vleügè vlek bruinachtig geel.. De l e .
veeren zijn grijkchtig'blijfgroeh, neigt 1* lijve. sj t , de overige
3311 de spits wit, aan de ;bïsis lazuurblauw, niet zw i ten
- binnenzoom. Snavel Jloodgrijy met lichte punt; pc o"en bru n ,
Iffiflpjfg'Jdilk'ei 'luim.- » *
Y * Reichenow zegt dat men nog niet mef zekerheid weet hoie'het
gevederte van het ou de wijfje is.' Vólgens G lIc is het mind :r
‘ levendig gekleurd, en kleiner. Alfred ~K ,t sse zegt-dat 1 et minder
™d. van kleur is dan het mannetje en het groen; c itige
i. ’ S11'^ • ved-rk ee'jt^tra^t? d t a le v ijfjes vaiT het- ge 1 cht
.. V'scfhoius'. eigö'is.
Het vaderland is het binnenland van NaeuwTZnid-Walis.
' ï eichenow noemt de P . haem liorrhous een aïwqkenden vorm van
;bovengenoemàen ; waarvan hij zich onderscl eic t (loor'schitr. akenroo é
onderste sta tdekken c tÜ awe vleugelboog en roodbruine lengel
vlek. Deze Australie
— HU
U Ç 1 S. i - L i : » . . Cïnuitw.)
a. x v r
S n ® » P 1 t. capitatus,, omniet.1er; Platyccrcns eximics
VEEEtfnn ' t u , ,B,„ 1.X.',s,r-„.
De Rosella 1 thoort ongetwijfeld tot de sierlijkste, aar genat mste en
niettegenstaande den vrij hoogen prijs, tot een der. meest geliefde
vohère-vogels. In 1789 door Philips.;.®,,in r 79o door White ontdtkt ï
Go*ld'’ de >emde Anstralie-reiziger, zegt dat h$ slechts in bepaalde
Î • ! eke” ™^a>nt, zoodat diktvijls een ritder zijn woongebied begrenst,
zoo zou h!j b.v. tamelijk veelvuldig ,0p den noordelijken oever van I
de Denventrivier voorkomen, terwijl hij, op. den anderen oever,'een *
15@0 0 B 11 *
; ™ °P van Diemenslant ^ tssohen Habartstad en Launcertón
is. hij zeer algemeen, en .men ziet dikwijls kleine vluchten op de wegen
ïondloopen, die, zoo zij opgeschrikt worden, zich op de omheiningen
der landenjen neerzetten. Overigens honden zij veel van opene zonnige
grasvlakten met. veel heuvels en énkele groote hoornen en boschages
van Akazias en Banfcias. Hier leveren de bontgekleurde vogels een
prachtig gezicht c p, als zij tusschen de bloesems an gemelde gewassen .
zitten. Professor Rietmann verhaalt, volgens Dr. Rusz, dat hij in eene
opene plek in het woud op eene hoop hooi zulk een aantal Rosellas
•zag zitten, dat deze ..er geheel «n al rood .door scheen.. Zij waren
ijverig bezig 1 .trekken teneinde de zaden er uit te
halen; zij waren .zpri; druk bezig dat de waarn mer ze met een stok
|||||S kunneia ëbcJÉaaiiy •
Graszaden vormen' ’hnk hoofdvoedselV.en het nest wordt in eene
boomholte gem'àakt en bevat totv zes eieren.
- f. H 1 nderkleëd' van‘ deze t rkiet is zeer kleurenrijk zoodat de
Dmtsche naam van Bmtsiitich zeer g past is, ofschoon men dien met
B B : g P'*4 aan een. groot aantal, bot .tgbkleu'rae B H 20u
kunnen geven.
Het mannetjé is aan den kot , hals . borst en onderste staart-
dekveeren scharlakenrood „ eene groote witte wangvlek en gele
ommcolore, Fransch; - Eose Hill .Pnrrakeot or Eosolla, MngéUà,
wMÊÊÊÊÊÊk
ZljB zwart “ et groenachtig gelen zoom; benedenrug lichtgroen;
l « S ife..bk„w3j-btfJ.
groen, naar het achterdeel toe groen.
W en groote
dekvederen
„ *7 r tdul ekJ ni takt De vfe
middelste staart leren oen .abonder
zwart, de overige aan de basis donkerblauw met zwarten binnenzoom,
aan de spitshelft lichtblauw, aan het einde wit. Snavel geel-
Jnnlmiblau"1'
Volgens Ueichenow is het ,vijfje niet van h t mannetje
g B .•»1 o W^BÊÊtÊ
Ltatv 'j% , W H
kleiner zijn; bovendien wijst hij er bijzonder op dat de zijden w >
E f f g B g i B E a H ^
^ ook vooral omdat het een f
I l>efooed: jn na vijfendertig dagen verlaten de jongen het nest. Deze
jongen zijn het volgende jaar reeds .tot voortplanting geschikt. Bij
dagen met omziGhtigheïd moet nacleren JSs:
L . : ,
x*y,p
0 S ïlfOK<nMEN. Plaotycercus, Oonorns. pallicopsPlactycerci« ooolestis
’Sreemde namen. Blaszküpiigc - Pcrraobb palliceps, S S à , t ó nHc' n t • P S '
■ ■ .keet„-»ie BoaaMa, Mngeksch. 1 ’ & tete paie, Pen. blue et jamt, FnmscJi-, — Pâle lieaded Pari-a-
f y n h r e j i^ P ^ o \ ver-
M Ê Ê S M r ^ L V . f i
Deze •seei È komt in levenswijze in .alle opzichten met de vorige
overeen De kleur is ; minder, schitterend, eve .vel geven vele liefheb-
bCrS hem de voorkellr boven de vorige, ■ ■ wel omdat hij nog !
gemakkelijker in de gevangenscha broeit zdfs tot v jfm al toe in
een J‘aar>. en bovendien zee sterk is. D e 1 prijk' is ,even t hooger en
bedraagt voor een goed gezond paar 40 gulden.
Den e Roselk ^ over een groot gedeelte van. Australie' ver-1
l'iWi^te^wdmreld, I. .
aan de Noord- en. Oostkust als aan dè; ?üid- en Westkust.
/ If■ ■ - n bovenkop, oor- en oogstreek bleek stroo
geel, waartusschen hier en daar een rood veertje te voorschijn
komt, achterhoofd en hr e e d e ^ I ^ ^ ^ m _ h o i^ l '^ | 4 e e l ,
j j g f e ' elke veer ^ ?wa' < baard lek v m den ondersnavel’
2ê