
r V .5»,—
•l}ed .doet weergalmen. Slechts' gedurende de vijf of zes weken van den
ruitijd zwijgt hij. Het gezang heeft ‘ veel overeenkomst met dat van
den veldleeuwerik,, maar het klinkt met stouter rythmus en sneller
tempo en herinnert hierin, zoowel ,1 in den ui d m der toonen, aan
het lied van vele grasmusschen.” Beter dan Baldamns kan men het]
lied Van den Grijzen zanger
De bewering, dat de beste zangers een eenvoudig vederkleed hebben,
wordt hier bewaarheid.
De Itpjijis witachtig grijs, edere veer met eene zachte donkere
schachtstreep; nek en rug zuiverder grijs slagpennen bruinachtig
grijs, met twee onduidelijke witte dwarsbanden; staartvederen
vaal bruinachlig grijs met sma le en bleekere d-warsstrepen; stuit I
zuiver wit; keel, hals en lovenborst grijsaehtig. wit, iedere veer
’ ■ met zwaï tac htige' sc hachtstreep en witte kanten; onderborst en
buik zuiver wit met eene lichte grijze int- zijden wit met
1 donkergrijze schachtstrepen onderste vleugeldek eeren en onderste
a staartzijde grijsachtig wit; snavel witachtig grauw; oog donkerbruin;
pootjes vleest iklenrj^"'"'
Het wijl] ,is niet te * derseheide , tenzij door het-ontbreken
der donkere sc (lichtstrepen aan de zijden.
De Grijze zanger was in het laatst der vorige eeuw reeds aan den
Franschen ornitholoog Veillot bekend, die zijn zang ook zeei roemt,
maar overigens veel er van gezegd heeft, wat bij bétere kennis bleek
onwaar te zijn. Veillot zegt, onder meer, dat déze vogel zéér w ekclijk
. is en veel warmte behoeft.
Het vaderland vafi - onzen kleinen zanger is Midden-Aftika en wel I
van het Westen tot aan het Oosten.
Sffion Heuglin, die ons n zijn reisverhaal van den Witten Mijl veel
bijzonderheden tv-r rii kfi-rka^iCepl
medegedeeld zegt er het volgende van „Ik trof dit vródlijke, kleine
vogeltje gedurende den regentijd in het Bogosland en in het gebied
de Gazellen-rivier aan, en in April en Mei in den OostSenaar.
Hut leeft gezellig en zwerft in kleine gezelschappen op heggen struiken
en lage boomen, terwijl het eene groote voorliefde voor steenachtig
heuvellai d schijnt te hebben; ook de nabijheid van water schijnt het
toabenoc en ^ Vèrierjce tcrywir al mé'-g.eeljover BBtfis!pfl£iMg{fr|
jrnëa sta, t anwlezen I
het tfr-t] met B H eieren JeS ^ i''i,vm §UctW
grond vond.
De. Grijze zangers waren met Bandvc gels en Zebravinken, de eersten
die bij mij in de gevangenschap gebroed hebben Ik kocht een naar
men mij verzekerde, goed paartje van een vogelhandelaar Ik g f het
eene ruime kooi - tot verblijf met een Harzer-kooitje met k.lljarie-nestje.|
er m, bei.ever; allerleifcbou yanfon ‘'HSgleenL ogel je^oaJeetjSEeei
4e <andere
‘ L,' r uit en aan de vechterijen kwam .segrS
IVl1 w pun hadz^j
kocht er nog twee bij. De eerste t ee begonnen weldra te zingen,
Ihét va en'mannet’es^^u’ilier.Lncde-.órarVvi.ieëniclSFy " 'iy iï’k
dit met een der mannetjes n mijne vogelkamer. vliegen, waar rtötj
cm uitste^edd^^^^^^K^nhhif.
Na eenigen tijd begonnen beide vogels met wolvlokjes te slepei en;
j^EiH-m '1 fe HÉMffi4j!_at:271 ■ n è'n 'KI im^hóu}pj8mc’ine^mni^Mftj
un uyMtlMTOTOajlDi3 m.s was
buitengewoon klein,' napvormig, vrij diep en gel eel
wol gebouwd. Weldra vond ik er drie blauwaehtig w ittéïroe i^cffll
i"icjé<fci^S i^ X ^ ^ SM3 bcldé'- cn'deiiSéoiTg^St
ongeveer dertien dagen bebroed : -ercten. Alle drie dé eifj s k ramen
uit en de jongen werden door dëdonders met eel ijver met miereneieren,
eierbrood en
I'spoeQiyd(mlm^na.sdrie weken^verlTetM^ n sremlst he’:' nest. l^rt%fadièn
b^ M ^ iH ^ O 'i'le ^ a ^ n tS ^iijiJHiaFÏF^IBjSfflni n l a ^ rêj e. r-nc ens
krachtige jongen opleverden.
De Grijze zanger "W ordparetpR *. h r ^?A~rinfJ^rëdc-UTl?S<C[T^B?c*?v>?i~iJM
(het nest nai'erch. êi^Het 7elfi niet. d llDaSjaanrakei». /oinh r?i'lïi mB
|hröe?lfindpf*ouile hi t{vrerjicS8rHê^ 3^ bt va^m/ESgler.'iTi i/nliil .tul-I
met zijne schitterende oogjes aan,~zonder de minste' vre
blijken Ook in de kooi worden, zij zeer tam en daar, evenals in :de
vogelkamer, dedcn zij den ganschen dag hun aangenaam lied hooren.
Ik beschouw den -Grijzen , zanger als een1 ónzer en am te ï ï n
H S fr {Urnen qgék
warmte behoevén, is niet waar.
en vuil, m-uir bil i
blijven dan lang in leven. 1 Ik heb evenwel opgemerkt, dat zij nog e 1 ^
y ^ s g y j^ ^ . l c n en, ■ W mcnK^uitgFarjc ^ *,.o1h
ft^eei^red^S^madiiët, v il >mcn|agEl.usr
fmóë am Bntze. ah zij Mit^ eife^uimeEMil ^ K cm.n^^gjafjauWene'1
irroote en lat^^^^^ra|^OT^^^^^gevennen^VU-> q. d cl jgKiTi
men gierst, kanariezaad|igr|póim een weinig'hemrip; vans dit laatste
u y t t ^ & g j S nders v onlen giT ËM ^ fir - st^vei%GM^ U ^ E ^ rtilt5
Grijze zangers moet men niet in eene broedruimte houden, want zij
' L' ,lten g u g y E ® c n ' ' rt broeden ken t nets J jjd y ïf th c jdijgmlnek-
sijsje leven zij niet altijd in goede harmon e ; is de volière echter i urn,
dan mag men van elk een paartje er in houden. '
De prijs bedraag v er gulden voor het paar; een enkel manretje
als het goed zingt, is drie gulden waard.
■ jj&Tl' B 1 L E ÉSftSN<ÊI&R (IWngffia HartlaubiJ.
‘ (Haar een exemplaar in tet'bezlt van den schrilver.) *>
SynONIEMBN. Fringillu butyraeea, ictera, auriIrons, flavifrons; Crithagra chrysopyga, Hartlaubi, butyraeea mossambica; Serinns ehr yaopygus, iotapytf'
Yreemde names. 1 o-Eorin.,-lo i lianmur lo Mozambique Eramch-, — Mozambiqueslskm, Moz seed-eater, Engelach — Buttergelbb ß uW , Mozambikzbfflet.
J ., Hartlaubzeiaig Buttergimpel, Drntach.
fraa'e ’ geel en 8” ^ geteekende. vögelte is lets grooter dan de | Ook onze Gele zanger was reeds aan de oudere Ornithologen bekend.
Gnjze zanger, t Is ook een aangename zanger, wiens 1 eldere en luide Veillot heeft hem beschre i en en de Duilsc e v ogelk nner D Karl Bol1 e
birg buitengewoon beflijk klinkt en veel. op^dat van het kneulje gelijkt sprak reeds, met veel lof over' hem. Buffon en Brisson vermelden hem
c
ook, maar geven veel am, wat later bewezen is onwaar te ziin^mÉer
andere .noeme^EiMMMals de|riaffiader va^tdeni:.ji,iri /Hgellï.lS
Het vaderla d strekt zich over een groot gede te v n Afrika uit m
‘weljranj3raiegal,ua ' ro^aen HrJiK i p c*Wbp
Drl Ë^ctodzl5g||^^^mMfefaffzangefeMtimfe g jg 5 „'Memundi hem
hier in Zanzibar in inii^^iiSFgui.ilinttPn^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ 5 zit<.in<n
hem veel voor de huizen han; i Het is bijna de eeni diel
&em'igprvangen4 l^ r ^ jmrn*• < nn’ ! 1'e ca. H B .e 7j{&J *1 ,r“u klem-. is .’ .isrtzii''
hem aan Engelsche en Amerikas ns cl ie scheepskapiteins voor een of twee
ropijen verkoopen1. De negers gebruiken den monteren vogel veel als
lokvogel bij het vangi n van kien e inksoorten. Ofsch on n ictïdó^
’bmtenf.LV on- ,btr,-i hirioren'ëtklc-ii i p i'*n inte5u e i^ '’ liH M^rnl'i-!,'I
ijge toch inderdaad ■ een fraaie vogel.” i-i®
(itó'Dc^l') entice en% 'n® i- i v i f l’ t n V jê H
fijtjb iaiiicn iS e^W m S jz ro i s’jpe^^Hici’.^SglfcneViis-
1 oorstreek olijfgroenachtig grijs, de veeren met Onduidëlijkë
J * s ' j
grijs niet zui^m^^m|tooO. maar meer of mmyliiöenachtig is; het
wangen ^^mt a i ij^jlKlwu'iWeueKri'i’y . " j u i
baardstreep beg ensd, die /an onder den mondht el tot aan de
u i; loopt; achterkop olijfs oen even al de bovenzijt e maar
de veejenja^bbea Idpakö-e, smalle schachtstrepen; slagpennen
die yap de. eerste o^letbijna tot aan de spits oljjf-
groengdBtegeMkdï, van af de vierde met geelwitte puntzoomen;
ik:'! Jdje 'van 'dé- tweede orde breed' olijfgroen gerand, de dekveeren
waardoor twee onduidelijke
;j '- dwarsbanden over de vleugels gevormd worden; stuit dtróengeel,
^j^ikuartv«flet8D^ «ranzjM^'aaavicle 'buïtenylag smal blij^roèngeel
'l ê 1 lnuenvia®4»d5dgi as» 48 dne buitenste een
breeden g e e l * ^ ^ f t® ^ . 1 ‘Oaderdeelen citroengeel; de zijden
1 1 're yg-oenjMrLi^y j*j^h.dhavel'eifcbóöten;1 hoomgriis: ontr bWiirt
het »#^^»te.ondéisehëiden.
M S a L 4 d ’Vogels,gèe^fk de veeren
'ji , , - 11#’. 1 tone smalle,..boogVonBigé,.
I I n' en naar 4e keel loopt.'
n' ‘ emDe'e' zanger éen ' aangename,' vroolijke
vogel, die zeer dikwijls zijn luiden slag doet weergalmen. Hij vertoeft
4erJ^M®inajr 'deni^6^®i ëériTjiS^öEy
h o ^ t e punt uil, In llfevaiswÉzeï
nestbouw ^^M®yihèl^^®pmzen zanger "idyfeteên en meh
heeft'-i'iaJm^^^^m^^^^Kzopgeteekend; zelfsk.ih, eene niet: zeer
De prijs.'komt met dien van de voorgaande soort overeen.
A « N V I NV4.;0 F B R A Z I U A A N S C H E K A N A R I E fFringiUa braailiensis).
P L \ AT IX — YOQ1 I 3.
- BrNONlEMEAjM M lph . CritagTdl;f8ycalis bra^j^^M; Passerina flava -j^naria aurifrons; flaveola.
Vreemde namen. Be cbardonnc et a front d f Bouton d’or,. Eranscli; — Saffron inch, Engel ch, — Safranfink, Brasilischer Kanarienvogel, DmlLh
De Saffraanvink komt tegenwoordig no^^8y^^^®md% in den
h a n d ^ iM^HfSorapwBijl^g^^ B irdeaiB ''I^nlraderland Is het
^^yJ^S-'cc' v u'"li_atr yao^^^paez-, oce , zoodat z iju^ ^ ^ ^ bd e invoer
Vg'eeh^ ë rwo^mm^ kan baren. .,
y.^lVolgcnsi dccratHiglïi a^^tden prins von Wied iSVm^^yer.icen groot
^ gp ltgakvan’, iZüid'iAmèrikaverspreid en wordt Hiijwin^Brazilie overal
aangetroffen, waar kleine bosschen met open velden afwisselen, terwijl
vermijdt Hij verlet endig de onmiddelijke nabij n'itl
der menschelijke woningen en is niet schuw. Bm ^M d^ ^ ^ y fd . ver-
eenigt hij. zich tot kleine gezelschappen en dan vliegen all^ffimëwijls
in ,:ve^®|mg mét verwante snonehpfTwiiNyrcwl'MIb^.Iqktnohwjs een
luide, aangename klank en in den' paartijd laten zij een vrij lief gezang
hooren, dat echter achterstaat bij dat van ele andere vink ogels. Zijn
voedsel bestaat Hit allerlei zaderijen. Volgens Euler nestelt hij in-holle
'boomen , in'.'ti|i^m, hoven dnz. ') r o ^ ^ ! tm^Ht^M^^mj^ni.i;j...e
^naken van ne ver'atcv^^^tFh' vah* andere hQlbroeders' ' AVanr^erfmu:
O p z i jn nest m< ilt s dityvnj^lcrd g- nic^^^aESyCeriig^ieinjge
jTttob amen^i cïpilifflrroiOTMIfet .» h e c f c 1 1 f i.i®n
^Hsti|ijës.en vlekken v aÉ ^ ;M n f flR U e jr
en> MSfflfüjjfr, het zeelt^Mk.ziin. Beide ouders 'troraCT|
en maken yersbheiden ,broedselsVin het jaar.
MsllffkaaDviDk.israjn-voorho'oHfenrofenkop'levendigioüani^i
geel; nek , en rug groenachtig' geel; slagpennen zwartbruin,
groengeel gerand, aan den onderkant geelachtig. Keel, midden
van de borst, buik en achterlijf eigeel; zijden van de.borst
Ta» te h ^ S n™>bitLaT.t .tiirjcr Wf opdêi^'aVël’,eeekc|i.fig; oog
bruin; pooljes bruinachtig vleeschkleurig.
Het wijfje heeft in kleur veel van een leeuwerik weg, iedere
SnlieicTu'ir’clit -iee'p'A'ilqSfMiu st^rtyediaehi ;bl«St.
geelachtig bruin g r nd; keel en voorhal wit bovenborst, zijden
van den buik en achterlijf geel met grauwbruine fijne schacht
.. strepen; onderborst en midden van den buik witachtig; snavel
lAcDd[.nsÏÏiyiict mannetje.
In de gevangenschap is de Braziliaansche kanarie een zeer stérke
^vogö&lévèmdig.j.mqnferjNgóe^^p^Heh.'met wejnjg üy^Sle'n., .Hunne
F c .Lmjg.'c!'. ju ‘zd^KoBt/ê,' coiA m inen hun eene
gMi'?kd''n-,t!ffl)^™J^::icst''geytffiy;aaar..in,-innetje en wijfje elkander
onophoudelijk in ivilde jacht achtervolgen... i
In de vogelkamer broeden zij zeer gemakkelijk en gewoonlijk drie-
of viermaal achtereen. Het nest wordt meestal in een gesloten nestkastje
of in het verlaten nest van een wevervogel gemaakt en bestaat uit
eenige weinige halmpjes en ve iels De eieren worden in 14 dagen
■ uitgebroed en de jongen met miereneieren, eierbrood en verschillende
zader jen grootgebracht • Buiten den nesttijd eten de ouden bij voorkeur