p ’E'-.D'l K S N A V E L I G E P R A C H T V I N KEN.
De Diksnavelige Prachtvinken, aan welke Dr. Rusz den naam van
van'
A g e r e n sn a v el. Eenige hunner werden re eds sedert eeuwen in Euro pa
Vele behoorén tot de1 beste bnitenlandscfie broerivop-els. maar^ M
nestbouw ontwikkelen zij* ^weinig kunstvaardigheid. 0>er het algemeen 'I
zijn zij sterker en minder gevoelig voor de koude dan de kleinere
ÏMaïsnavelige. Als zangers staan zij beneden deze laatsten. De voeding
gepeld of ongepeld, maken er de hoofdbestanddeelen van uit. Voor de
voeding der jongen hebben ook zij miereneieren, eigeel of meel wormen
(Më^tk'éfej’d f
nestkorfjes en maar zelden vrij in het struikgewas gebouwd. In de
zijn wit, gewoonlijk 4 of 5 in getal en worden in 13 k 15 dagen
uitgebroed.
B R A V I N K 0 F B R U I N 0 0 R V I N K (Spermestes eastanotis).
PLAAT III. |||§ |> .G É L 12. .(Met. Josg).
(Naar een exemplaar in het bezit van den Schrijver).
. Loxia Jguttjata; Amadina, 'S tagonopleura, Taemopygia^Chstanojas. .
7 Nameït. L e ' Moineau mandarin;^Diamant zébré; Z é ^ e y d ’Ausfcralie. Fradséh, — Zebra-Amandme; ZebraJïnk.1 Dmtsch. — Ckesnut-eared Finch;
Het_ algemeen bekende ,'Zebravinkje is 'een ‘ der aangenaamste en
mgestgeliefde ^ièrvevogds. I Zijn sierhjkf ;||ï5$ïaad, beweeglijk en vroolijk
Ivooral,
waarmede het dh déVfèopi zoowel als in, ;de% Vogëlkamer broedt , leifeei-
» » ^ g é h h è i d - ; van ale liefhebbers verworven. Niet te gevoelig.
|||||i| de koude", kan 'men' het zpnder het minste bezwaar in eene
?h^it^7wvolière_honden, mits deze vo'or ,de scherpe höbEd@-,en oostenwinden
en voor tocfitJhèrd]aT(Kis1.''.' ' 1
Het Vaderland is het geheele binnenland van Australië, waar Gould
deze vogeltjes in , tèSijke, maar kleine vln'^hJse'ö''o^' 'grasvlakten* met
'."i-n den 'kleinste.■1 ;HM^^jl^MaerÈleed„is' als volgt geteekend: „
aan kot);; -pp||| eh -Ife'
j»|gedgelsj.mee^Ë^^^^^^derë1 veer ’bkeed en Idfhler gezoomd; I
.„hpvenst^Art 4s zwart, maar elke;^ëën^èeft :^|Iï grooicyl
^Mi-'d^ars’^ witten' stnife’i©svergaï>n.
fliiE lk e wang iS£.oj)- parelgrijzen grond metrCeène.'^éod'adatig kastanje-
V\' .bruine vlfek^ versierd’, maast welke van nit het oog^e|xst eene
verticale zwarte, dan eene breedê mtli^ feh vervolgens wederom
eene smalle zwarte streep d S ^ in e ' wangen van het glanzende, I
* ^ gédaehtigroode’ snaveltje, "scheiden. Keel bovenborst
zijn parelgrijs, *fijmj'z,war,t gegplfd en doo’r/éene,smalle zwarte
'T streeP' begrensd; benedenborst, bmi-k en achterlijf jieMér wit.
H ^vleugelranden^
‘versierd
wïtiê pi^^^oVan den
^^^mM^pp^j^M^^^^^derdeëlen M m cnttg- fwitt; ^éMiÈtoonë «
Zebraelkander.
Kzitstokje jrdb^^^Mnest gezéten, elkander.xvderad^emi’iin
^ ^ ^ ^ ^P^Pn^waiiheer^né%affifflw i ^ eet pf eene goede vondst heeft
gedaan, roept het 1| ^ wijfj e met een langgerekt tè tlftot zich.Deze
loktoon, die veel overeenkomt mpt he,l geluid, dat men uit een klèjn
houten kindertrompelje haalt, wordt eenige malen^nel achtereen uit-
gè'stootem. Een gezond paartje broedt zonder dé,'.minste i( z^va^heid,
jzoöwel in eene kooi als in de vogelkamer. Zoodra de yogelijes eenig-
zins aan hun verblijf gewoon zijn,' gaat het mannetje een geschikte
nestgelegénhëid öpsporen. Het dooizó’ekt alle struiken, kruipt in de
nestkastjes of neemt een kijkje in de nestkorfjes. Bij voorkeur nemen
zij een gesloten Harzer-kooitje, dat, met .bordpapier* omgeven, .een
^^S^heggat ,'|ieeft^^,3B ^ ^ ^^ p | de ■ keuze gedaan-, dan worden de