^ A^RSIffN A "VIN k 'r-u ^in i i (fcl m n ^
S^jj&ggX.
Msom. r% luna^ia 1 a,^r ,
I I IH iB B h r iÉ É i l lB f ilWfSwi ""*■ ■ de Cayennf
' Atlasflnk Duitsch I
Deze vogel heeft op het eerste gezicht eene zoo grootë overeenkomst
van elkander onderscheiden, daar de ( lonibassou een witten snavel en
in den handel, hoewel de heer Vekemans, directeur u den Antwerps
e 11 dierentuin, er gewoonlijk. elk jiar eenige parem invoert.
snavel aan den l'^isj^^ ^ ^ gw i^w ^ ai'rinnap^ ti7l^jnitFunui"
Het wijfje, dat zeer zelden wordt ingevoerd, is■ «HdUliè'^^l
deelen donker grijsbruin, met \
e^s-.uu-tywjrlai.-y, j&L?Br nn ^ I f S g S f y t j
At^tïSïjj/f^ ,den^.Luik*'.wif, * h^^Üunit^mi^!
s jacarina; ïringilla spleiidons, Carduolis/obscimis
/"► Ml d l — Jacarini fincli, 2 n g e lsA ; — Ja( |ij || |k 7 Springfink j.
buikzijden en onderdeden licht grauwgeel', iedere veer, met
bruine spitse schachtstreep.
De Jacarina-vink schijnt hoofdzakelijk bij Rio-de-Janeiro voor te komen.
Den naam van Springvink ontleent hij aan eene zeer zonderlinge dans,
die hij vooral in den paartijd uitvoert. Op een laag boompje gezeten,
M -~Lm *j
E 2E 3 g B B M f l & j & f f i '’
COndei f h ê fe n èr^Wl ^ S 1^ e S ? S P :(.nt.
hooren. Het nest, van kogelvormige gedaante en uit halmen en kruiden
gebouwd, bevat gewoonlijk twee groenwitte .eitjes met kleine roode
vlekjes.
vogel weinig belangwekkends ..’ n en ds .Broedvógels schijnt hij zich
» n n i^ 'u n
9 & 1 o gulden vértoopen.
W H k r o o n v i n k e n .
- H W M a B m r : 3 1 S S
1 " i ^ u g a J m m ^ ^ ^ r z
p f f i f e * M e « V H I K VAtN,_Zffl;|p-AM ER litA CFrmgiii* pilaar»),
'Wk — / ö ö m '
- £ gjggjtój een exemplfear ln het .fttóit van deff a c ^ v e ty '" -f
V t i f f i i T Ï ranagra Ü « H S L fangdlorde
— - L e P n ,,Qn happa r e , F^ h , _ Kronflnk M M M a , W , - *
Het scbijnlt dat deze fcudt vogel het eerst is ingevoerd door den
heer Geoffiroy de Saint Hilaire, directeur v m den H B M H M M j
het Bois ’de Boulogne; althans, volgens Dr. ILnss ontving de Berlijner
dierentuin langs dezen weg in 1S74 vier stuks. , K % daarop Werdén-
■ ?ij 'r;ok,/loor^|n|^/ Vckcm n nV o a i 1 ^ n d ^ è ^ § 4 dk m
1882 in het^ bézit van eén paartje.
^ Ö p het eerste ezichtzohmen dezen vogel voo een insectenete bonden.
De Iange ***■ hooge pooten, het j ^ H ^ W W H I W
geven hem wcl"een gs^m- het voorkomen daarvan. Men zou hem met
'grijze pasnpisch kunnen veigelijken. Evenwel is het een zaad-
etende
Het mannetje is op ,de_ bovendeelen dónker aschgrauw, mei I
een zwak bruinachtig waas
B^ ^ ^M |ya |^^ll^ ^ .^^édèreii^ • var^den1' ^botvfenko^^^jmeffil geheff
kleine, .'|lggénde \ zwarte kuif, waar
® É M É t an ^en sPavel4^ëene^^p^m^^|streep
zwart gezoemd1: slagpennen en staartvederen donker-',
' bruin, met smalle
iwA|Rml^tt^Bingè^
ITefe wijfie B ^ ^ p S e t mannetjMgdljk';,
wat ook min of meer de. Meur-
*. van het ^^mlijmsi^De snavel
eveneens donker hoomgrauv^.,
De grootte komt
evenwel is het lichaam slanker.
WEjl^^^o^Mi^^S^m^^id^mérika;-is,, evenals zijne verwanten, een
dkngename gast' ‘ih»^ la^^^^^mfer: £ Hii»isS vètmaagza&aSM É^ ^ g
niet .wêeO l y | B B g ^ ^Lontef en P^g^Q^di^ichbiji
voorkeur op den grond om^lteg ^struikgewas op. Behalve zaden
eet hij zeer gaarne miereneieren ÉlzeM^ jfë ^ ^M I
vogels, geheel door, zonder ze klein te
m^Teii^rzQÖais.^4 e/■ |faadetend’e>^yogels^ Ik fgéfoglüLdkt; cfiezlijk voedsel
onontb^eemW^m ^ ^ e z^ ^ i^ ^ f e ..^althans hebben de mijnen er zich
1 zegt f dat de kroonvinken niet
^mg^MMB^pmöM^dits bepaald tegeijsprekenV ^ Ik heb van' mijü’ kroonvihk
van Z.-Amerika het eerst en later ook van de ha te melden soort een
vrij «lang, aanhoudend gezang vernomen,
f'dltAniet o n a a n g e n a a m ^ g e z a n g hooren,
traliewerk kümieh zitten. Ik had gehoopt van
dezen,..vó^eMgoede brpe'dgevolgen te kunnen meidag, want het paartje
IMfdönd^ zeer druk zijn
halmpjes door de volière.
In het begin van iJ&|Mmo§st ik verhuizen ej^lie^^^^eene volière in
de open lucht maken en bracht ;èrl'Ook mijne kroonvinken in. -Hier
IséKnnem'd^lvQ^^^^^^M^^ÉMl te. huis' te gevoelen en meer dan ooit
to^broefdfen' te '’Mpben^',;, Ongelukkigerwijze werd het mahnefje^iek
Ik ■ ander kunnen vervangen.
Welt hebben zij in T)uitschlan.d
Im ^ ^gevang^sihaT^gebib'éd^l-ipaan^pi^TOdern^^^^iir.daarovër niet
p^MeWriis isv npgv^^^l.en- bedraagt' gulden.
D E K R 0 0 N V I N K V A N E Q U A D 0 R CFringilIa cruenta).
; -> ^(N^jJ,ee&' exemplaar ha Mt ïbezit -v^^^^acMljyer;)’. ■ j,\N
^SYïroNiBMBïr. Coryphospingus, Tiaris, Lopliospiza cruenta. .i
!rpuge, A ragnira; DÉitsch: — Red-crownod finch. Eng»
Gelijk met dë vorige kwam ook deze fraaie soort in 'mijn bezit. Zij I
^ p i t s kleiner ;d f l ’ dè|' voprMand^;' en komt in grootte ongeveer met
den' €aste‘lyi®k overeen, hoewel zi] minder slank is.
iX^ Het mannetje is aan ,het geheèle> b o v^ ijf, ' aan kóp- ‘en
halszijden, vleugels en staart koolzwart, im et'M^éig^^^i^^
~ grijsachlige tmt van, houtskool, ^ ^ te t .-midden van den schedel
• ■ vormen: de verlengde kopveeren eene vuurroode kuif,; gélijk aan
die van‘d'ê 'yoorgaan'de soort, evènee'ns met zwarte zijstrepen. De
onderdeéleh zij® donker purperrood, het donkerst aan keel en borst'
naar achter meer of min naar het ^^'pÊoOd overgaande; de
onderste'.tvlfe.u^Mk^W en de' binnenvlag der slagpennen aan dë
wortellielft wi|i^^>g bruin; snavel hoornbruin; pooten zwartbruin.
Het wijfje is zwaïtaditig, maar dufdèlap'k met feen^purpërrpöd
\faas ' overtrokken en met roestbruine buitênzoomèn aan dè
yleugelveèrpn; onderdeelenj bleek roestkle^g^^J^^^f^.vmynetfj
4 wajfjo is r zwartachtig.
; Ik vind over dezpn\ vogel zeer weinig vermeld. Brehm en Dr. Russ
vermelden hem ‘slechts terloops. Deze laatste zegt, dat hij5.'^o^mèt in
.den handel is gpweest; dat ^ te J S n ^M ^ ^ è f^ e v aX 'ls lf^
paar dat ,ik bezat. De levenswijze in de vogelkamèr komt metKdievfyan
de voorgaande soort overeen. ,c Ik geloof dat deze vogel zeer goed ip '
de gevangenschap, zal broeden. Mijne vogels hebben gepaard en reeds
stfeiyen.- ';^^hpgeviildë exemplareü^b'ei^dpmm^^^^ijhëiwèfzameling.
llaillpm l r i m s ; ^mlmig^^‘schëeh zeer^! opgewekt
Het spreidde de vleugels recht
^^^zoodat zij;o,rhèt' dëh rug eèh hp^Zpn^lr%l^ X©^,dëh j Vde kuif werd
^eeW^gezefe.^^^^^^^^ ^ ^ mme^rei^ide^^^E^erdlomnoóei'gë'dla-^
'gen. b%i|p-|gi^ 'eene waarlijk," zondêrlm^^h^mlbg.^
maken,' als mem zich
een vertoomdêhVdistel^MM; kanarievogeij
^^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ro ^^p:É;-'‘opgeheven staart gayenf er e6h|ers éar geheel
pijzmidë/' karakter,^m ^ ^ ^ ^^^g^^^^sbegy^ff^beide vogels, zopv
^ P j^ ^ ^^^^ebAll.^èëfZ.fpöeoig>na elkander^t^n^^z^m^n^nieuwèl
. bhiten-volièrê^ .^^^geplaatsti- pWB#Ralpie vogels /als, zeer gehard leeren
ihe^pen^
y e n s tè^ p -zelfe als 'het; reeds worden. Ik'
^ ^ ^ ^ ^ ;go5ëd" Helaas! mijnekroon-
;vinken^yahV. mannetje van^èh^J:ro oii^Ê^rfZui^
^ ffig p iw e rd en ziêb^èr^sfierveni voornemens om mijne
proefneming te herhalen, zoodra dë vogels weer ingevoerd worden.
De prijs is gelijk aan dien dér voorgaande soort.
R ïw S S lS