v™ deze k' ade eigensdiaj Hij gedraagt zich 'ed vreedzamer dan de
andere Widavinkèn Wel. kan zijn plotseling opvliegen. Heinere jofels
doen ver c,1t itkeïi, ra c Listig mistiïfof/ven'cdgcn^lort/hij" hen n*EVj
4nlcr- r het er her uanneei twt rraunetie-,
vereren oSÓDhófel'ijk^'roodat clrai der dTn
Hetzelfde doen zij met a^ S ^ '^ jd ’ruianneïezr.V^'
In de ^gxy.js het ten zeei\
onaangenaam, zingt en bij de eenvoudigste . kost jaren lang in leven
bhjfr Bij Dr. Rusz heeft een paartje in de vogelkamer gebroed, m"Lr
drt rs miss kier ^ 1 het n g Ijfhon « 'i^orT tcf^Hj i
oud Zebravinkennest gebouwd. Het g ° vaad c er jongen i ■ op de
bovendeden tralbniin lm y $ ^ ^ B T t e n ! ‘ ian ]e j
z ijd e n !l^ o ^ n ^ ie ^ ^W o'slS r i n r i e m / n siaA%y, z^ai
Onderdee en, borst, zijden, ondeivleugel: ei onderstaa t vaal geelach ig,
buik- en achterlijk zuiver wit. '
B B lr handelsprijs is óngeveëy|3||^d^^^^
Als minder bekend vermelden wij nog de volgende Widiv-inken: I
'> g^öEvHjj-VEMAAN- ~ i
SinosiEMBK. Emberiza ardens, signata panaj nsis I ringilla panayensjs
Tidaa rftbritorqjiès; Penthetria ardens; Siobe ardens.
1 KFEMltJ Na VTs Halbmond-Widafink of Wifcwe; Schïldwida; Duitsch. —
TeuTe <» feu, - Yenve de^i'He Panay; Vnmsch. -
Panayan Bunting^ Engélsch.
zvvai\^ t^tifefe ïS^rfflic!fSn^ny*iSw
j Komt hoogst
g B g DërGEELSCHO'UDÉR iW j f fiM ig f fl'l'a r IUr,v „, latal -
SïKonrr s Fringilla Tidua Penthetria. 'maerdeerea I ntht'liiu
n H g g g g g g n 11
I V RI EMOE Riamk Gelbschulterige Widaflnk; Bui cli - Vbuv, a épaulettes
jannes; I* 1 W; Engelse}.
Volgens Von Hemlin is deze Weeuw standvogel in Ajjyssjmië, waar
Hï ” } ^ootcï«vluÈhten wordt aangetroffen, vooral in .de streek van
Adowa. De buidehresten worden in het riet gebouwd. Vochtige we .'den
moerassen en beken waar veel riet en|||^Sëi$, w è i^ bij voorkèur
" ,^fkHHk1 /wiftj
schouders levendig geel; vleugeldekken en slagpennen bruinachtig
j r. SeeJ' jii^bg roodbruin, snavel zwart,, gootjes Zwartbruin. I
Wijfle en mannetje in wintergewaad; op de bovendeelen geelachtig
bruin, alle véeren min of meer vaalbfmh gezoomd keel I
en bulk brmnachtig wit, zijden zwrk gestreep t; oog bruin,
! isnaVelLgrijsachtig; bruin; pootjes bruin,
lleze maar steeds mTde&b
■ aa&taL'
DE GEELRUG WIDAVINK vtdim
dbzysopilra,
B flavopi^ra,, ^q^l&m'&tysjgra , I
- ' t i rrvi r N y w j S un 1H '
„ ' k "■ !T ‘ S
'MÈSjjt A $ K t4k ,
V^idif* tu .l'l/ n tétech
^ ,1,'K <‘»rVbe/<%o ^ ^ S j i . 1. m,
E b B ■ ■ d^.’ii H H
pl^tsen.VDeV^ M ^ ^ ^ M K 3 K
gt,me.-stf le/ r o l'uf, t h ik t? t:
n e ^ T y ie ^ j ,^ ]^ erte.
jSl^vit v mt, ^ t , i ci m> Hntt^l f
gedeelte van VI tn D st-Afrika uit.
t ^lJjv,n-l™janr imri' git <‘f n‘éelln luu,ü
w l a 'n a u n ^ t r p v f f& r ^ , tfel
* ” rau'l ‘ ja jiT O h ^ 1 J^j^^SiJ^iR,'riM'i j / f ; , 1>iLi I
urjjstuijtJloik^ri
fi , n i 1
; bruinachtig. U ;fvöa®^^^^SwH0
j. D t' BREËÖ?I^A^-WIDAi' .1:
mgevoerd. Over beiden zijn de berichten der reizigers schaarsch.
-Vlln
E ^ f n - n e ^ ^ ^ p M , k g V ‘
■ •naicl h ht hi"ruwr^.t i j
DE Rü RTSTAARJgVt I D A g . im
SufOKflairö. Smtheria, ffiohraohya'salaris.
TKEESmE h 4MEK h m sobv n ge of: Stuiïmalw da; JDwitsc/t: — V n
rV onrKtfflféiï, ; Iiti y*jl,' i V i t . i e
Evenals de Staalvink den overgang schijnt te vormen van de Pracht-
vinken tot de Widayiiiken, brengt de Kortstaart-Wida ons nader :tot
dt W evervogels Ook t ij den Kortstaart wórdt c e staart in het pracht
gewaad niet langer, .,-u"
__ j^ p z n btgerA l^Ss’’ hei A ü - ^ P k
,• deicken- aan den onderarm vuri me érood met elen rand, de
| * verdere vederen zijn kastanjebruin'gezoomd ;|0og bruin, snavel
licht loodkleurig, ^oo^'gnjsbriiin. 'Mannetje in winterldeed en
wijfje, bruinachtig zwart met vaalbruine zoomen- aah de veeren.
.' ' Stu ‘ 1 tbellabniin, h ivenste taartdekken donker r in 3 0 -
buik en achterlijf-wicichtiK, snavel horengrauw met donkeren
vdjfjes van de'mannetjes in wintergewaad aan den licliteren toon
H ’ d;e i6'?&,4 et gJjSc*he''Se’ edeitê 1^ 6 ¥ ïS
P 'E W É V E R S/< 01G1 E L sJ
HefiJjiMWi m vu).
rdfe i j l lü^^'}l'4ud--Vh». .10'rkl y ^ ^ ^ ll l l lr fL e l ib '^ n '‘.y/..i^,|.,r... ],i-
. lijks.en belangwek end aan als de Wevervogcls. Óeschitterende kleuren,
waarin ’de/.meeste mahnetji in het brui! fis er ra prijken, de
kleuring van 1 t win te n het zom en i , 1 i'ime gewoonten er.
ooral de kunstige nestbonw, geven den oplettenden 'ïpleL iruu
onuitputtelijke lui^ift ^nj, enh^i.'i tii no i^mh^mü o/nmat^fl^1«
Het ztjiï-.over < algemeen sterk gebouwde .vogels, n krachtige .
bek en poolen, van zt er verschillende grootte. Sommige doen voor
-Wijze spreeuw met i nder, imderej'zijn nauwelijks grooter'dan onze
l m’sm,,sck* 'Het zijn hoofd zakelijk zaadetende vogels, hoewel een toe gift
n' dieriijk voedsel oiiontb erlijk is om ze gezond en krachtig te doen :
blijven. Eenige, zooals c ' Veewe r waa ml r mei den Alecto-,
1 1 Bnffelwf er en andere : 1 nt., voeden zich grootehdeel met insecten !
f fVpara: j J'l/v '■ vb A 111 den rug der buffels of. uit de uitwerpselen I
Wat h|t: meest de opmerkzaan i 1 trekt i zeker wel de ,ne tbouf
I ^**e re*z’SerE spreken mét ibpgptqgeüheid .over de kimstvaardigheid, die J
deze vogels ontmkk elen bij den bouw ‘daarv an: ‘i
' Benige soorten maken gezamenlijk eén. zeer groot gemeenschappelijk .1
nest> dat | r elk met.emiafzóndërlijtylieggtt vOorzienis A u d i* bouwen
wel een riezf. voor zich zelve, mrar zijn toch recht gezellige vogels,
die in talrijke fami ën; eenzelfde! boom bewon n, n welks takk n I
honderde nesten .hangen te slingeren. Het zonderlingst is zeker wel I
de bouw dien de gezèlsi h ipw( vers inrichten.
„Het merkwaard ste bij deze ■ 'Vogel zegt SmitH ,, „is wel de .
gezellige bom 8 | m ^ bunné' «e t n onder éen dak. Wanneer zij: e n< I
lestplaats g. «inden, hebben en met den bouw der nesten begonnen .
zijn, beginnen zij ; eerst een gemeenschappelijk en voor allen dienend |
iak ..té bouwen. Iéder paart e bouwt en overdekt zijn .eigen nest, maar
de een ''boji-wt dicht naast den alnder, en wanneer alle nesten gereed *
. ^ ' . * ° 1 men meenen slee hts. éen enkel nest met een dak te zien,
met ontelbare ronde gaten aan de onderzijde. Bij een f meden broed I
worden 1 dezelfde nesten niet weer gebruikt, maar onder aan het oude
wordt .een; nieuw gebouwd, zoodat dte-oude de bedekking van de
nieuwe uitmaken.. l)e massa neemt.'zoodoende-van jaar tot jaar in
grootte en gewicht toe, totdat zij eindelijk te wordt, den tak ,
doet breken en . de .gansche bouw naar beneden valt.-” ■ Ayres zegt dat I
;;bet,zeer unregelmatdgë bouwwerken zijn en zeer verschiUend'in grootte,
^Wisseten.;*-;^1 ihs b^t’ tenvdb-'eni g, aj fé/ci^ I
rD^|jng'ijgen ttot „ile kamci^SÏ®j
uwHijks; ^jd^.genoeg om een mannehand doorgang, te verleenen. J
Men vindt soms drie ik , vier zulke nesten van een meter in doorsnede
aan een enkelen' i^im»3ffl|
v ’11,1’ ’ ^ ,-ilud iajnfkgjmghieeftigadi^
gMlag^i »>4 b g P ^ a e
eene andere, soortj de Kdelwevers: „Op de in 1 omen. worden de
l l - en. buigzaam! | ±en en vooral dezul die rkel, dat wil
zeggen tam bj% ver vah.'dc luidei s l n ' en zoo ’t kan over het water
hangen tc :ds 1 et sist in be it.geno ien. Da, i, i- v den jok aniere
minder passende, maar toch altijd, nog bruikbare benuttigd. Nadat de
I beste plaats aan den tak, het lie een n k, na zo'rgvuldigc beproeving
I itgekozen, ..begint het boi wende na t den eersten halm te |
^ H B Süiichie(,t in den I S zoo, dat van den eenen twijg van
den Mi 1, naar een anderen o i eenigen afstand va i den eersten eene
brug uit halmen . men w i it, om de aanhechting p int n voor het
hangnest te vormen. Is deze grondlaag gemaakt, dan he h de jgel
langere halmen aan het eene punt sl neemt het tweede ihd< zoo,
dat het midden van. den halm eene naar beneden hangende bocht
vormt, die aan d grootte van et te bouwen,nest beantwoordt, en
bevestigt dit evenals het eerste. Een tweede halm wordt zoo aange ]
I tiende helpt het luchtige ribwerk vermeerc ere i < n versterken
, Van nu >f gaat de bouw si e en regelmatig verder , doordien kortere
halmen tusschei de eerste gevlochten worden. De uitdrukking „weven'
is slechts gedeeltelijk juist; 1 1 zou den arbei I ngpe I een ,m te een”
l.o{ een „vlechten" kunnen,noemen. De halmen die dienen moeten om I
de n est wanden dichter te maken, worden met b t dunne einde tusschen
de reeds gevlochtene ingestoken, evenals eene borduurster de naald
door het weefet 1 stee kt, daarop vantbmone n ‘pf van buiten- aangepakt,
tot eene 1 paaldi plaats dóorgetrokken, daar _ opnieuw doorgestoken
en zoo. in de-meest verschillende buigingen tot versterking jv n het I
nest aangewend. Hoe ven er d : bouw vo: lert, hoe moeilijker wordt
het om 'de halmen 'door :te. steken, maar les. te steviger wordt ook I
het nest.”
jpe ornithologen verdeden de Weyervpgels in verschillende onder-
familien, zooals Veewevers, Edelwevers, Vuurwevers enz., die alle min I
of meer bepaalde kenmerken dragen. Wij zullen daarmede echter geen J
rekening houden, maar de verschillende soorten in bonte reien op
[fe^ h jl^üdoéntwob^njyiïjlj
bs de gevan enscl i] ijn de Wéve on rm eide bouwm esters I
die zoowel in .wintel als in bAur I
^ ^ ^ ^ »gstmhS.ezia.rainalSjmeesfëny^lfe^znnH^ , . ■ ]
De kleinere soorten zijn verdraagzaam en kunnen gerust onder de