is de grootere of geringere hoeveelheid water, die in sommige gewesten,
van Afrika of Australië valt, hierop-niet zonder invloed. Is het regen-
s&izoen in de meer binnenwaarts \gelegeU streken -van Afrika betrekkelijk
droogt zoodat- de grasgewassén-, met i i e i IgragS alle kleine
Prachtvinken zich bij voorkeur voeden, slecht opkomen, dan .trekken
de. kleine vogels ni§y§fe meer bevolkte kusten, waar zij gevangen en
uitgevoërd worden. , ,
Zoo 'vond-\3:\dan in^ den Aii^èrpVcnënJdSf^^ffil onder eeffjgfppt^
getal van Afrika uitgevoerde kleine vogels twee ^g^^.van^bbvehgé-
méld, zeer zeldzaam vogeltje. Dr. Rusz zegt er het volgen.de over:
^Dè- vogel, is zoo zeldzaam, dat men Ként rfeg-^slediis in weinig Musea
(Leiden, Frankfort-St^ttgaït) aantreft, terwijl het Berldjnsche Museum
hem zelfs niet bezit. , Hij bevond zichf echter in de verzameling van;
• den prins', Ferdihand van Koburg-Gotha, doch helaas, opgevuld.Evenwel
hadden zij eemgen- tijd gêliegfd.” /
'’c Dit werd in 1879 geschreven.
Sedert dien ^jl^is de gemaskerde'Astrilde~hu en dan eens-ingevoerd,
maa^i’slëchlsffh ' ze^|<|r|^i|l exemplaren^'
paartje van den heer L. van: dér-^^ittt te Brussel. De heer J. Abr4 *»éfs S
te Londen schreef mij , naar- aanleiding van een kléin artikeltje over
dezen vogelyim „Onze-' gevederde 'Vrienden” : „Deze vpg^sfkomen niet.
dikwijls op -onze vogelmarkt, alhoewel ik.zéjjcfefeha'aM'e malen k u
'm ijn' bezit heb gehad. J^^SeptemHèr i88p heb ik er -drie aan den
heer J. Weidmann te Weenen opgezonden. Later heb ik ze nog gehad,
iaaar altijd slechts bij ëenqge weinige paartjes.” De heer Blaanw té
■ s Gravenland heeft -ook een paartje gehad,,' maar ik weet niet-pf oó'l^
andere Nederlandsche liefhebbers dit fraaie vogeltje-hebben bezeten.- ;
‘.Het' mannetje is en achterkop zwartachtig grijs;
" wangeni oogstreek,'teugel én keel zijn zwart3 nek en rug roodachtig
. grijs;: slagpennen aschgrauw, de laatste metjiroodachtige]!
, buitenzoom; grootëj vleugeldekveëren aschgrauw'? breed r0©Td'^g|||
J ; zoomd; staartvederen zwart, met don^^^^^^^mbuitènzó'om?
de "twee'lïaatste ter weerzijde geheel-ropd;bórst eïf J#ik fiaaL
wijnrood, aan dëlbefde zijden met zeer fijne witte pnnlpes; .on-
; - derbuik, stuit, onderste-'staartdekvederen zwart, onderste staart-
i'U zijde zwartaehtig grijs.\ Bovensnavel zwartachtig blauw,.,onder- i
snavel' lichter^ o^gjfr^i lroodbruin met een smal blauw ;rahdjë'
omgevehf pootjes robdachtig grijs. Het wijfje is vam den|boven-1
5 ■, ' kop tot aan' den nek zuiver aschgrauw, .met eene blauwachtige
tint;;'k'ÖpziMeh^en' bovénkeel dof geelacktig grijs; nek''en rug
roodachtig grijs; ^slagpennen ' aschgrauw ' met breede vaalgrijze'
1 1 buitenzoomen;\groote vleugeldekvederen grijs met.roodfichtigën
_ schijn* staartdekvederen donkergrijs _ 'met -breede roodachtige
buitenzoomen, de beiden middelste gëhcëï -rood; borst en onderdeden
licht wijnrood met een geelachtig waas oyertogen; aan
'/•' bëide^borstójden^evêheehs! met fijne witte puntjes versierd; staartJ
•"liv%grijsachtig f snavel, oogen ©idcipd‘ó’tj.eè, als bij het mannetje.
Over hel 'natuurlevetf' wan de gemaskercfë m f e y l m weinig-
bekend; von Heuglin vond haar in West-Abyssinië op eene hoogte^
v a n - ' m e t e r in bamboesboschjes, waar hetfZeer teruggetrokken
leeft*, "Jt 1
In mijne vogelkamer lééft het paartje: dat ik bezit,^ ook zéér. afgezonderd.
Men kan het bijna altijd op de onderste takken van -een laag
verdord thuya-boompje ^ynadèh^riïëctös zèlden- vliegt het óp hoog. geplaatste'
takken. In de; eerste dagen, toen een,'nauwkeurig gadeslaan
uoodzakèlijk was, heb ik .dikwijls ,alle boompjes én struikjes moeten
doorspieden, om mijne vogeltjes terug te ^vinden Jen inèer'/oanyeens
bekroop mij reeds de vrees dat zij gestorven zouden' zijn.\ Ikjcan niét
zeggen dat de beestjes sclmw zijn. jZiji|bet0onenv zich volstrekt niet beangst
als ik binnentreed, enwanneer*zij voor mij
‘Wegvliegén verraden hunfie^bewègingen volstrekt ,gêê-n angst. Zij' leven
stil en' 'afgezonderd, ,/daJ; is al.
‘ ' De, heer van der Schndkt beschouwt ze als zeer weekelijk; of zij dit
usrdérdaad x zijn, zal eerst later- m S z ^ e r ^ i^ l^ ^ i ‘.’ge^e^' worden.
Ik voor mipjgeloof het niet. paarije ,, waarvan het wijf|e;. # ij kaal
was, heeft zich zonder - veel aan vogelkamer-' en omgeving
Jgewfendir,,^ 'J
‘ De prijs zal zeker nog w’ëlVeénigaill^^ ^ p p»; £0 gulden blijven
staan. 1 1
Behalve de tot^^g behandelde Aeginthinae ^ppienv,.er^iu dan
nog'eénige in den handel j—di^ik.dns^ptnige/fegoJs .en als, terloops . zal ' iyerinelden., fc
Daar mij. van vele de Hollandsche benaming, onbekend is, zal ik ze -
hunne kleurt of-we^^wn^^gingivan^
vreemde namen. aangenomen
Hollandsche^ naam aanwijzen, dan zal ik hem zeer dankbaar
zijn en er aan hef'èiridéjyanl^ vatf^inaken., -
-,c- • DE ROODEWENKBRAUW-ASTRILD (AegentUa temporalis').
Synoniemen. Fringilla, Amadina, Estrelda temporalis; Fringilla quin-
ticolor.
Vreemde Hamen. Aeginthe. •:Era4s'sh. — Aus.t'ralian Wax-Bill; Temporal:
• Finch. — BornastriM, Australische Fasancheit. ~
ï-\ . JDüitschr - J
V a d e r l a n d . Australië, Hieuw. ZuicU'Walis. De vogel rSijhij;nt'-''o1pene j
•zonnige'plaatsen- tejvèrkiezeni,
Het vederkleed- ris; bijnaj*Ygeh^^^^^^^penS^ ^ ^ ^pn^naaie...
levendig föd^^lrëetyi^^^e^wenkbrauwsriéep; ^^dië • naart^^^^Ë^
koraalroode snavellje' loopt, en
ongemeen op. Het heeflfbij^ryefsthëidtene Duitsche-liefhebbers gebroed,;
maar de jongêrT zijn zeer tenger en vereischen een^^ l qjsm^ige, ;vri<j);
Hooge temperatuur... Ook dé^^den ^^®nög al -gevoelig. vpO^moudeS
Het -hësS^ordfffliyodré^^^^V^jhan^ëhd'^^^^poiq^^pouwdy
I bëdrahgt nQg: van 10 to(t ^
- r-f- Eene van dezen en eenige' andere prachtvinken, die - »
nog te slecht’ bevederd waren om afgetèekend tê' kunnen'woorden, zal
aan^M einde va^^Sèer#? déél -toegevóegd worden'. : J
DE GRANAATRO'0D£ ASTRILD (Aegintha granatina).
Synoniemen. Fringilla, Estrelda, Mariposa granatina: &fana^
Uraeginthus granatinus.
Vreemde Hamen. G-renadin; Pinson rouge et blei^., Fransch. —- Grrenate
C‘r Fdhchf ' Three-coloured Manikin;. 'Violet-Eared
Fngelsch. —• Granatrother Astrild; Granatastrild. DtCtysche
Hoewel dit - vogefije reeds voor honderd jaar in Frankrijk bekend
was ieft^pbra velV re£zigers. en omithologenbesehfevenr is ; uk^omt;bet
toch zelden in den bandel. ^,Ts\werkelijk jammer;; ^want ;ongeririjferd-
'bêhb^^^^^To^^eri\mèrl*fr^am^^^^^^ik^fi^êhe^'Prachtvinken.5 He|?
,véèl byereenkomst heeft, ofschoon ■- de- kleuren veel schitterender zijn. ,,
■ Aae en. ile schnu-
'V ! ders èn aan het geheele ondemij^^^^^^naHltrinëelbnnri; smale:
44'. ^oorhoofdband, stuit, onder- en bovenslaartdekvedeien ultia-
marinblauw; slagpennen vaalbruin, lichter gezoomd. Bovenstaart
|p^i©f zwart, ondei staart lichter en gemarmerd; wang vlek van af
Jiet pog tot aan oor violet; kin en bovengedeelte van èéï
keel zwart, ' isnavef :: inoodw.
•r^ i ' achtigT"bruin. Wijfje boyenop aan ko;p en ■ achterhals "vaal
x; ‘ onderdeden licht geelachtigbruim, waagvlek licht violet. :
^ H g ^ g P ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^tm^è^g^eénparig | Msv # #
en aanvalligste, enrinoênfen zn^^^ ^ !^^ Eemefefe^ea^ d^ ^P^s*CTekt.
©ivei West- en Zuid-Afiika aait. Over het vrije leven is' weinig
bekend en broedsels heeft men, -w;eg^sMde zeldzaamheid, nog mejf,
weinig« liëfhëbb'érS-*
dezen 'fraaien Prachirvink'bezeten, nebR^^IpM^mèëste|Diefga^defec^^j
exemplaar te'vinden.
Daar / het 4n levenswijze en; gewoonte met de blauwe Astrilde overeenkomt
, zal men hét > zoo^^B^^^-^and^Lkomt, dezelfde nestgelegen-
heden moeten verschaffen.
De.-héer Wiener voedde., behalve met kanariezaad, giersf'én; kolfgiérst,
ook met meelwormen. De handelsprijs er van ken ik niet, in elk
zal deze zeer zijn. 'jvj
DE 'ROODVLEUGEL OF AURORA-ASTRILD (Aeg. piioenicoptera). ,;
Sy no n iem en . - ]^^^^mó%ogksl;risV,Ijstrelda phoenicoptera.
V r e em d e Ham en . i^ ó ra -a s t r f i% vj^ïfè^^^^'.@Eim^onriW'inged ‘W’axbill;
•v Aiirora-Finch. • Fn'ge^cJt. (
^^^^ Aurora-Astrild is -wefe'om ook!:
;nief l K ^ i . ^ v^ ^ ^ ^ ^ ^ P fb^én^nï;'den. handel' komt. De Lon-
itie|ï§lCe^D-iergaarde bezat - het m 187,4, maai vóor^dien tijd (i8y®J: h|ft
^ilj/Éeer1 Wiener rieeds later kwaan; hét ook in ’t bezit van
Di. Rusz. In de maand Juni (^,882) kwam eene vrij talrijke bezending
in den Antwerpschen Dierentuin aan en was ik zoo in de'gelegenheid
mij een paartje aan te schaffen, waarvan aM^ct einde van diti’éersfel
id^l'èene .
.Dév bovendeelen zijn fraai asdhpjauwbovenkop- fbf .iaiÉ -den“:
nek don'ker1 .gëgplfd;. de vleugels vertoonen zich door de roode
bnitenzoomen der slagpennen rood; bovenste vleugeMekyederen,
aPj^penédènrug,. ^M^é^^óvè^st^rtpmcht^dipo ohderdeelen
■ zacht aschgrauw' met dwarsloopende witte' strepen,
keel zeer'fijn zijn en haar :ad^ëfC^^ worden;« onderstaart
y ’- gootjes bleek vleeschk^^S Het wijfje onderscheidt zich door
eene donkere ’Schakeering van 'het rood ^^j^o^ ^ W^e^g.ttQ^
^iet onderlijf. Tn^gisoojte , en slanke gestalte komen
deze vogeltjes met het Helena-fazantje overeen.-
Heuglin vond de Anrora-Astrilde in Wau en•! Bongo, in laag
gewas -en h®,og¥gi^s levende, nergens
lïefci ‘yad^Iafi^sclfijn.f zich slechts over Midden- en West-Afrika uit
te' strekken.-
^'■ '.EijrDr. Rusz -eiiSB den heer^ig^er hebben’ de - Aurora-Astrilden
in éc vogelkamer gebroed. Mijn paartje begon rèedsifspoedig.na in de
vogelkamer- - te»JJ$|n|^ 'tmet den- nestbouw/. Zij bétoonden- zich
■ daar zeer1'rustig* jeff bedaard en zoehten^y^ral vrije zonnige plekjes uit.
Het mannetje danste lang om het wijfje, totdat eindelijk de paring
plaatsgreep.. I-Iet n e s^w | |p op eene "yefboffen''pïaatein het dichtste
struikgewas in een nestkorfje 'gebouwd,, het bevat regelmatig vier eieren,
'die in 12 dagen worden udtgebröed. Het nestdons is geèlachtig- wit en
.zuiver wit; D'è^yfn^e- jongen zijn donkergrauw*
j^^^^^^MMfi^ter^^ail^chpffd^s’jf vleugelranden, stuit. e&;stóart"‘yéf-
^0^^ri^^^é^^^^^m^Snavel1jë|rIfóéiü^^^i^l.ó|^ijés;zwart», De ver-
kleuring t^éyiiet volwassen géwaa® igaat langzaam. en het, dmur^ bijna
een jaar alvorens' de jongen aan d S ^^^Sjelijk .zijn.
Bij den heer Wiener had^feén' paartje een
;<^^hier^ bestond
waren- en~jd^^M^^w^1k‘strénger werd, m'pëètei|h,ripTm^feY^hgem'worden,
zoodat de ërerën.nie^vTOld|^^^B^i^|^|
De prijs wisselt af van 12 tot 2o gulden, al naar gelang er meer W
rminderi'^JÉ^^rprd^n?^g^ -'
GESCHILDERDE ASTRILD (?) (Aegmtha Picte).
Syno n iem . '! Emblema- picta. ;v^
yREEMDÈ- H amen. Gemalter Astflid^jM^^c^^r^^ ^ pamfred Finch. Engelsch.'
De in het vorige jaar gestorven ornitholoog zeker wel
het meesmu^olriffi^^^imnsc^^^^^^^ld beschreven heeft-, noemt.
vinken.
'echtèr; zoó^éldèaam^Mat^m ^ ^ ^ ^ ^^T^ bjri? béRtaafi./-'hpf^ra
^zé 1 echter bezeten, P^^^Ldt ons:hfi
de volgende bewoordingen hoe hij er aankwam..
' „Ikriz^ï1
kost geeft, aan de wetènschap eenti,^(^fenf dienst kan bewijzen, door
t e ' verhalen hoe ik meer dan ééns aan. deze% blh^mythischen vogel
kwam. In 1869 had ik gelegenheid dikwijls werk«te 'verschaffen aan
een draadwerker, d^^ziencle hoeveel« belang ik in vreemde vogels
stelde, mij , alle nieuwe soorten bracht,','die hij «ik^J-m^ïïig. worden.
’, en daar ik noord
eine ïfSel^mng ervan Êad gevonden1, , bracht hij mij de vogels ter
'bèzichtigin^;«. Het: waren een paar „'Geschilderde Astrilden”, en zeker
:^ëii de eerste die lévend ■ in Europa kwamen. Ik kocht zé natuurlijk.
& 1873 vernam ik,' dat^éen kapper ^^êen. dérdeftigste straten van
Liverpool eene fraaie verzameling vréémde vogels had. Ik |éffëïde nu
opeens behoeft^%i^^^^pJaaï*'té laten knippen, en vond er tot-mijne,
ïv’^^^^^ingv^een- paar jEmp/ëma haarkunstenaar goe0'
'gevöndén. had „Australische' Berg-Diamantvinken’’ ' te nplmin;. Ik verliet
Liverpool in ’t bezit dezer vogels.
• Gould beschrijft den. vogel op de volgende wijze:
;.. Bovendeelen, kop, mantel én vleugels, bruin, staart.zwartbruin;
en , geheele
■ onderzij de" pekzwart, zijden overvloedig wit gesprenkeld; midden
van den buik donker scharlakenrood gevlekt; bovensnavel zwart,