" ï ë^ h s f t -l&aart pÉ^^i ^ ^ rj ^ s
,V ',;^Snayel' bövemadrikere^i^^óMër^HbK^^^pp^]H^feaken, jj^j^ep|
fe l
v&hgt men met lij-mroeden en lokvogels en voedt men ,-
#a;-::ïzé' Mfe de eerste dagen de #itigél|;: ;gi|f®fiej) tè Aebbetf, mei Ifeter-
bessen, miereneieren, kleine wormen en het boven aangehaalde kunstvoer.
Zij gewennen evenwel moeielijk aan de k©oi. Jonge. 'iiiifc^keljjn'èst
;i^ipE@®ï?»e|ïiï -tea^r men gemakkelijk meisim .■’-melk geweekt IbFö'öd,
miereneieren, meelwormen enz. groot brengen.
Dj g B g ÊUSlffi^ ^ ^ B jloivorua)
dubbele grauwe lijstee èn‘ in Groningen ,z^^te!d^sJ^^?geHé^texL. Vreemde
namen. Misteldrossel, Duitsch, is vêel grooter dan d’e voorgaande
soort. Volgens prof. Sc'hlegel komt zij in ons land slechts op den trek
voor'en! werd een paar male© in, GronifTgeit ibrf’edend' aangetroffen. 1%'
nest van vier jongen 'waren genomen, langen tijd in mijn bezit gehad.
?^|iS^|rzëSi! aangenaam,, hiel luide flüiteDde/e^y^^Q&^g^tQ^^n*
en laat haar gezarig^zeI^^8^^^^^|^^jmamM^hofflFe:^^^[!n^^l^li^TO
Vantrou wendden schuw, wordt zij in de kooi zeer tam en neemt iMfei
Wat kle,u>r en H^ê^én&a'g aangaat komt, zij veel met de zang-
^^^3stèf overeen. Op de bovendeden grijsachtig olijfgroen, op de
vlekken, hals,, zijden en onderlijf witachtig okergeel, met rondachtige
zwarte vlekken; teugelstreep lichtgrijs; snavel roodachtig
^^^^^^®lfe~z#arte spunt^.p,q^^^^m^m^' geei|^^gjvbruin^'r^^
gelen rand.
^mWoliM||^Ëet nest wordt in dg^tóme^^^^^^^Ë boomèn^gemaakt
en bevat
|ffiMM^^M^a^lMB^^i^MMagenV^wórdeh^n^èbïodd.v I^ è^ ^ ^ lE s l
Aèfi e^I'Stdlcem ^ eM riie^ e^ ^ n ^ ^ iëeS^^ ^ ^ g ^ ^oWtevreaeDlis. j
j.. torquatus) komen weinig
^^^^p^^^^^^^^ ^ ^ ’feobifi-^elnifeaAnbëyelèhswaajdigs aan.
DE ZWARTE LIJSTER OF MEREL (Turdus meruia). Plaat XXVI. — Vogel
mfSEa,’I wordtIii^GeideflatidIen^Gr'(M^^^^iemn1^^^^^rd.-,':??VREEMDÉ'
NAM^^^^^jidtbssér',’ / Merle, J^a«V^V^laèkbir.d, JËn^elsch;
De merel is een montere, vlugge maar' -'tevensH:sli-Mme en voo'r-
^«ïgfeiigg;: Mjiiaa altijd zeer verborgen in het dichte stmdkgewas
leeft en slechts in den ino%g#h-; ©^avondschemering op akkers:
en. weiden komt — of op den hoogsten tak vaM^idlfdotn zittende,
zijn aangenaam, flnd^nd \eh vèrklinkend^ gezang doet hooien. .sfeM et.^
i i ^ m eüi'^^^n^fêl^ogel^^/Ansl^^^llblf^diê^^^^wérft'-lof strijkt.
Dê meeste verlaten ©aas; Jib Septembèr |n Maart^têrug ie keeren;
P g p leV. biengen evenwel den
vooral met bezien. In» f f i p M bestaat hel voedsel hoofdzakelijk neut'
wonnen, ''maden , insekten, maar ook. ,uif kersen,
schillende bezien >
Het- nest wordt steeds _ goed verscholen in, dicht stmikgewas; doornhagen
, ©p lage wilgenkoppen of in |l^»nM»iitlh . niet meer dan op
.manshoogte, mi fea/lken, worteltjes en mos gemaakt en van binnen
Ëhj-.JDe Vogelwereld, I.
geleg, Wfr4—6 lichtblauwgroene, met roest
kleurige of violetbmine streepjes versierde eieren bestaande, wordt in
i6 dagen door he^iWilm^m^^PoM^ op de middaguren slechts door
Het mannetje 'is over het£g eh ê e l^ ic l^ & ;prachtig jglanzend
.gelend ooglidrand. Het wijfje
~ het onderlijf bruinachtig-joest-
:, ^n^ ^ ^ ^^^^lnapalgl^^^^^elattè^kamervogel. 1 die spoedig aan de
i^*.géwént-* zeer y; tam:, wprdh' bh- weldra, zijn opwekkend gefluit doet
dén" zang-1 vaw^dCT^ghgel^^M^te'È Met miereneieren en
l^ë^^^^^jj^n^^^^E^^^'s^ieaig^aan de kooi gewennen, terwijl
men hem later' - met*' met 'een^ weinig
eléri -.' inleven kan houden.
pl^ ^ e i^ Brëls^i kan «men-met in melk geweekr^’phi3h>tarwebrood, een
^ em i^w ^ë|J|ëU^T^ffii^ ^ ^ g^ il^ phi^ gr6ok brengen. 0 &.^q<0 >j t -
^ p o g e ^ a i r t i j . m e e r * lang dan' diép,, zijn en twee
^ó^^sl^e|imrÉi^^^Hiiil;islMigalSht)osaardig en, zou ze dooden,
Vordt in
^^^^^MppÊ^J^èiegouw gèn'péjmd^'^Yree| ipé , jtamen. jPii^^^Pfingst-,
geslacht in
verwant ^^mijr, daarvan door meer
P ^ p /een Jcentèeken , fersöfrillend. fëSommigél^ ^ mglp^ ^sfefleiii Aémj
meer met de i-a^fvogels' gelijk, waartoe @©k ‘de Paradijsvogels/bèhooren.
, In -mehr^aan;hhh^ppzi^Ukb^^^®de^en dan«
’t Is voorzeker tgen der fraaiste vogels onzer Fkuna.
I '■ 1 GBoyen- ' .prachtig .^gó'uxfeëel'^^^^^M staart
Mm^Bf^^pp j^ ^ ^ B aarehfégenpQi^^^^^^ne ■ vleugeldekken ver-
' slagpennen- naar;B ^ i ) d S
j|||i|i|ramMja^^ zijn. ■' De
bhitenste'. staartye.è^n izijnjbreed, de binnenste smal,^^^^^nas
^ ^ B ^^^S^^amW^^^^tfer^^ ^ B ^ ^ ^ ini^geWgeii^éri^met eene
f ^hd'i^c^^fehsgatenrlrij^^^^^’met eenige stijve harén omgevén.
; ,yf,Hèi'w$f3%^0gefee^^ is|^peii^
^^^cnt^ ^ ^ a ^ ^ ^ ^^pgfkéélMena@!^^^ ^ !yM^;.onaCTziide zwartgrijs
overlangs "gevlekt; snhvel [ donkerroodbruirr; pèg,;donkerveel
|H-iIpe\Wiéïew^|^^^^r^g"^^^^Efe^aW^^^^^^^M^^mnkrijk en
^mli^P?^D^iM^maar nergens is hij ‘,talrijk. In ons; ;Iand wordt hij
bosschen
■ fmét^Hodgl^liho'mte1' .kiiir^oók: ih.mmemWkm^^m^^^
en beziën
fev^^S^E^^^elÉeÈ'r^aariin^sK^d^ g ^ ^ B M ^ ^ p B kerfdieren,
i worden met>kerfdieren. groot
nest is een waar m'eésterstnk, ^^bou^kunst. 'He^wofdf?-
altijd zeer hoog aan een ver uitstekenden dunnen tak gebouwd: en - wel
V.nn mik È^^^^gtfj^^hangty
■ bastvezels, draden ,r>'fijnel
ranken em ^ l^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ S ^ s teMikfe^^ilfettdtrSéén hecht en sterk
zwaarste stogndi weeri&
iWöiws