DE L E A B E A T E R ’S OF DR I E K 1 € ill R - K A K A T O E (Ps. Leabeaterl).
PLAAT XX. — YOGEL 106.
• Ply^tohrolius, Lopoehroa, Cacatua Leadbeateri.
Inka-Kakadu, Leadbeaters Kakadu, Duitsch,%Gaoatois Leadbeater Fransch; Leadbeater’s Cockatoo, Engelsch.
Inv'schoo^eipi^®®l^eft^déze 'ka^töfé;1nog den bovenvermelden; in
.spraakbegaaféheid1 en • beminnenswaardigheid ^ doet h ij' er evenwel voor
onder, ofschoon hij - toch ook recHi: ve|ijsoiiWel|jik wordt. Lang is ‘hij
'nog |aK|| bekend, dlthans;Jwerd hij het eerst in 1831 door--1 Yigdrsllbe-
schreven.
Het voorhoofd en de voorkop wit maar een smélfe: voor-r
hoofdrand roserood'. De nit zestien spitstoeloopende veeren be-
st^nde kuif is, als zijl ldg0j|^^'èï-wit; wordt zij echter opge-
'KfëM dan vertoont zij*-zich in pracKtigev kleurend -De^ yeerébizijp'
aan de basis vermifljoenrood, daarop vóigt ^enybreedeVgele dwars-:
i t r a ? r o s e r o o d 1 en aan de spits wit;, TiejigeSf
. / wenkbrauwstrèep,,' kopzijden, nek,’ 'ha®^^^Bbu%>'^MpS<p^i
>w^i^fa^td^|ea» licht^özénï'ódd; bovenrug en vleugels wit; slagpennen
^^^ö^jgédëeltelijk - en r van* ptt^ef geheel donker roizen-
aan de basishelft der'binnenvlaggen
jpp^cie^zAj<de geheele basishélft rozenrood. Snavel
’■ -witachtig;;4i'Ö’o^^^^f,,,of donkerbruinl, opgrmg geelachtig wit,’
pooten bruinachtig met zwarte nkgels. ti -'
Sra^^cralliöy^'’d^rzdovëel^p^è^ge,-vogels bezit,,is ook het vaderland!
|yknÜdezen!$skkkatoep®, vó'prab- in ' Zuid^Australie' ■ aan-' de'• Darling- en'
'^èlvuldig - vwpfdt!«akn^etroffen. Over het -vdfÉ^ën !:i&
weinig bekend. Als alle aanb^eJihgfvlÈie prijs
b e d r ->, )i ■
D E R 0 S E - K A K A T 0 E (Ps. röseioaplilua).
A‘ .;SöO'Naü|iaEBiNi.v, -Eb. eos, Plyctolophus, Caoatua eos, Cacatua roseicapilla, C. rosea. ,
Vreemde namen. Rosakakadu, Duitsch: Ca^atois rose, Fransch: RoseatefCpokatoo,1 Rose-orested Cookatoo, Engelsch.
, De iRosé-Kakatoe is, ofschoon eerst int f 8i^m 5pr^êffl^beschrevjsn','
tegenwoordig een der meest bekende en ook der goedkoopste kakatoes.
’t Is bovendien een zeer fraaie vogel, die soms aardig leert pratèn,
'maar ongelukkigerwijze een
durende eenigen tijd zulk een vogel gehad. •• Hij- was pas ingevoerd en
llllir een^der. falrijke j^oinbooten die van Antwerpen op Australië varren
gekócht. Langzamerhand werd Mj;eën weinig bedaarder en schreeuwde
fiiet zoo aanhoudend meëf|f maar werd zijn toom opgéwekt, naderde
mijn New-F oundlander zijne kooi;;’ dan'was het geschreeuw zoo vree-
teelijk dat men de ooren moest toehouden. Ik geloof evenwel dat hij
deze ■ slechte gewoonte Jangzamefha.nd z;bu hebben afgeleerd en ook zou
5hébben leeren praten, want hij scheen zeer,lèèrzaam en was in;Mèm
.korten tijd dat: ik' hem bezat, rèéds^veel in zijn voordeel veranderd,
f.pngelukkiger wijze werd hij ziek en sHerf.
Rug, vleugels en staart zijn zwartachtig grijs; stuit-,. bovenste
| | én onderste staartdekken , armslagpenhen en de groote dekveèren
van dezen witachtig grijs. Zijden van den kop, nek, onderlijf en
onderste ‘vieugeldekyeëieh^tiÖFaèi' roozenrood. I^uifveeren aén* de
i bé^p ^ H B ^ p aanj de spits Mt’^malv^^mjè^^Öogkring, wit-
achtig, oogen bruin.
Mr^ökfdéze|k4katöë bewoont Australiepmbehal^r^P,^! Zwaanrivier
heeft men hem ove^^^öig^^fem^lGlbüJ'djièn' JEssey spreken met geestdrift
.aanblik, dien een vlucht dezer vogels gééft,
^^ral?:alé de zon hunne. fraaiM^^uén|béschijnt. De levenswijze, waarover
evenweL Bekend ia, zal wel niet van'• 'férwahte,
j spprteÊ^a^ijken. Het geleg sctójntfjiit twèelp^ drie- eieren te bestaan.
rtHep schijnt' dats een^paaiÉft^delér kakatoes^ in Engeland met goed ge-
.yblg ' gebrpëd hééft; nadere bijzonderheden zijn hierover (éc$tter nle£
.»bekende» Bij verschillende persbhèü hebbéhj^Mëvaiwel meren gelegd ,
zopaat men aan goede broedgeyojgen niet behoeft te twijfelen,
^©émprija v^n pas ingevoerde vogels bedraagt'niét meer dan
I