f t i f l l E w ' “ **“ *“» mflpód»).
'.fl
bezit
Bïïoman nr . M n g illa melpodn; W ngH a lippa;, Habvopjga .melpodn; Estrildn melpodn; Melpodn lippa
YBEEa" 1 Oranjebnojrige Astrild; Orunjebäokohen; Ornnjewange; Gelbbäekehen on Gelbwnngige A s f fili. fl.Äofe. _ Joue „rangée, Bengueli ou
Melpoda a joues oranges. T msch - Ornngeclioefeed * 0x6« , Ornngecheeked Melp< dn. E n sçh.
D p \ Is men er z < h op toelegt om zijne vogels naiiwke urig te leerei ii
[K L & - 1er vogelfiefhebbt t iels i r ve staat dan een óppi i
vlald beschouwen van 'kiemen én vormen, zal men spoedig getaroJfèi
wordea' n^»teiiä|fe;maar
■ ook in karakter. ij; ’'.i
Ziet men voor het e erst eene vlucht met kleine prachtvinken, dan
wordt het oog dadelijk getrefen door de ongemeen ftaaie teekei ing van
het 3BIauwe Fazantje en hét ! chittéfeid rood van iet Vuiiryogeltje;
maar weldra zal de lieftalligheid van het Oranjebekje de aandacht
afleiden en dan eerst bemerkt men, hoezeer het in alle opzichten de
aandacht verdient.
Ofschoon al deze kleine vogeltjes ongemeen hartelijk jegens elkander
zijn, overtreft geens daarin liet Oranjebekje. ®ët-; schijnt behoefte te
r SeTO( J n - om een der medebewoners der kooi te liefkozen. Nu eens
ket zich tegen een Soudboistje, dan Weder tegen een'Helenaatje
aan., snàvdt het 'in de veertjes, en als het zijne Eefközmgeii be-
afltwoor</ . iet en op zjjn beurt in dfe veertjes ge dozen wordt, houdt
het mi :t een blijkbaar welgevallen hét schrandere kopje op zij ën laat
duidelijk ffijken, hoe tevreden het, zich gevoelt.- Deze go,vll,.-,ri;.,l,»;H
van het Oranjebekje vértoóüt zich d in vooral,, als. een ander vo-
geltje in de kooi wordt gedaan. ï)e vreemdeling gevoelt zich in dea r
be£“ 11 ‘ë niet tehuis onder dig kleine gezellen, vaarvan hijigèehhe&jelen I
/ Vêrsift blijft hij <-.p; den bodem der kooi zitten. Maar
0rani befcj is onmiddellijk d ar om 'den vreemde welkom'te heeten.
Het n 36 be'ïac: ' am 1 rks 'en recht; bewej ni H art het met
Jpngzame schreden en begint de kennismaking door den 'nieu-iv aan I
gekomene met het'bekje zkcH^V te stoof™; Wordt dat goed opgeiiomèn,
dan beginnen de Iiëfkozmgèn en- weldra is de vreemdeling geheel tehuis
:':’in 'zijne nieuwe omge“ ing.?>**!£
Het'Oranjebekje is evenals hét Napoleontje altijd glad in de veerén,
altiid *’ 2 j{ k , altijd in beweging. Het is in één woord, een der liefet J
volföe r°g die men kan verlangen. Ook het vederkleed is allerliefst,
■ ofséhoi .n eenvoudig èn stemmig. ■
Hét 60 énlijf.is aan rng en vleugels roodachtig bruin, boven- '
en achter ïoofd donker asèh^aiiiiv,. eenigzins naar het .blauw
j.i'::faÄenäei, om 1 iet oog geelachtig rood, aan de wangen oranje- I
.r;'. rood; '0e,'keel''is grijsachtig wit, naar-c ader. iets of wat bruin
en bij ,de schenkels vÄ'igrijs, an; 1 .de borst en in het midden
1 ^ 1 * 1 “Tv ^ v 1 lnf ‘T ifiijPCi. I
■ oranjekleurig. De staart 1 zwart, maar de stuit ponceau-rood.
«I Het snaveltje is fraai vermilloen-oranjerood. ÏEÏét buitengewóón
déré 'óóg is barnsteenbfuin, de pootjes zijn bruinachtig grijs.
Het wijfje vertoont- 'dezelfde kleuren, maar MfjS l s B lm g C T
jt\ 'botns
Ook de vlek op de rilden. lynnnDt^tlc 1-1 fir -in k i1 ir
lafi’ b vm f f l|
grauwe Astrilde, evenwel sclnjnt : het meer naar 'het westelijk gedeelte
' 1 4* n »bejieg-im bij. Kaap
! grauwe Astrilde
”»l irije'lei-i
'lïA -n f-V H t oji'^ns w ^ ^ o v e r ':
zijne levenswijze en gewoo
" ^ 1dt'’1 ‘“«-'^'staat
E , ikri.wejenséhap
den weg gewezen.
U ' " llr,1"*r
HiAf
in eene kamervolière had gewoond. Daar ik wilde i“u of het ook
p g a g f? -1 i | h h h .
'* nr'iVr-rï*.i'tt ( a
openen om den -1 i Vvw inè ni 1-.-..
. i ' J ’ n~'
B E i 1 J ^ A és;^ üleh,
of wel dat he If , i , lu i o t^d.ignrv^ 1 j een
^ M ’ anderen
hebben echter, van de Oranjebekjes broedsels zien gelukken. j
r ^ JJ ^h^i 1 ht 1*,! wjjdtfd
l' L * ^nei
kunnen ontberen. Kleingesnede i^^^LTyAmcu lir^ yjj
trek oi te koud drinkwater, blijven de Oranjebekjes lang in leven. De
voeding bestaat hoofdzakèlijk uit all r c^rLurjfrat&^i^u’ U.feivy&ftLV
^ re^ cn i^ o iS ^ S aH E
Dé Oranjebekjes komen niet zoo geregeld en niet in zoo groot aantal
aan de markt als vele andere vogels van deze soort; in den winter zijn
zij zelfs vrij moeilijk te bekomen. '?