Bij de beide laatste kleurslagen zijn de sctiachtstrepen der veeren
duidelijk merkbaar en steken met een 'Strdbg&le*tint bij de donkere
kleur van het gevederte jü j
' De kleur'der,‘pooten is zeer verschillend. ' Bij de zilvergrijze hennen
hebben sommige gele pooten, terwijRfamlêre ' dielwan eene-, loöÉpijze: .j
Meur bezitten.
' ; De Phoenix-hoenders hebben sedert hunne invoering in Frankrijk en
in Belgie reeds jongen voortgebracht.
Verleden Jaar heeft de Acclimatatie-tuin met den besten uitslag een j
groot' aantal kuikens opgebracht en mevrouw Bodinus, te Uccle, heeft I
eveneens talrijke broedsels verkregen; 'en sedert eenige. maanden ziji^l
het leggen en het uitkomen .in beide inrichtingen opnieuw begonnen. 1
Al is het acclimatiseeren der Phoenix in Frankrijk en in Belgie dan
ook al niet volkomen, men is toch in.',bei^^laii^^^p^d^^goédën^
weg. Op .het spb'geniblik dat ik deze .regels schrijf, den 22 Mei 1883 ,
bevind ik mij in den acclimatatie-tuin van het Bosch van Boulogne
en- n#l ik vier broedsels' Phoenix onder- de oogen, die, volgens de,
registers van den tuih~L;Ien 18 en 27 April en" den 4 Mei zijn
f;uitgfek;omfmi^^
; .Bij het verlaten .van den kuikens van beiderlei I
geslacht ongpveer hetzelfde’, gewaad als_der Jongde Australische--casharisyJ
die met een. witachtig, bruin gestreept dons geboren worden. De wangen I
zijn geteekendS^pt|^^^®^e2 'langwerpige .vlek- van^^^b^hzwa^ed
kleur? Eëhe bruine streep, zeer r duidehjk~~zwart geboord, ontspringt
aan de achterste punt vap^djey^^^’^ojdè'op' hèt^hhtëmopfd^l^^CT^J
versmalt weert é li houdt bij het ^bê^fi'r^ak den hals- op. Twee
evenwijdige en lange' strepen -van dezelfde kleur versieren den rug en
de zijden en, voltooien het gewaad van deze belangwekkende diertjes,
'waarvan de kleur van het gevederte bij het grooter worden allengs
Het laatste broedsel, dat den 4 Mei in den acelimatatie^tuin lis uirt|
gekomen en dat ik voor oogen heb, heeft de uiteinden der vleugels
slechts getooid met eenige witte veeren, versierd met kléine, zwarte,
goed merkbare • zebrateekeningen, terwijl het overige lichaam-nog met I
het eerste dons is bedekt. _
Het derde, broedsel, dat den 27 April is uitgekpmem; "heeft de vleugels I
reeds gëheël met veeren voorzien ?{ maar ik bemerk dat de zebrateeke-
ningen reeds, v e r d w i j n e n i | l i e r p zijn. Aan beide: jijden van |
de borst hebben eenige veertjes, van dèzel/deVJdeur "als de vleugeldek-
veeren, ook reeds; het ëei^ë. udons vervangen en*dp^^peh-,. die de
zijdën-versierden, zijn onder 'de vleugelveeren Verborgen. '
Het tweede broedsel, dat den 18 April is 'uitgpkomen,, is geheel en
al; bevederd j hét gewald bestaat uit grijsaéMgè veeren, ^onduidelijk I
gemerkt met zebrateekeningen van een donker grijs, met uitzondering
van die, van dén-halsdie grijsachtig zijn met z wart 'geboord. '
Het eerste broedsel, den 7 April uitgekomen, is reeds geheel veranderd
en gelijkt meer pp een troep jónge fezanten dan pp .hoenders. — Het
gevederte heeft zwartere tinten aangenomen,; de dwarsbanden, die d'è-
vleugelveeren versierden, zijn bijna géheei. verdwenen en :hébben plaats
gemaakt voor eene onregelmatige teekening, die véél overeenkomst heeft
met de eigenaardige teekening van de patrijshen. De veeren van den zadel
zoowel als. die van den staart zijn lang geworden, deze laatste' sifekpf-
1 vörmig aan de spitsen. De kuikens van beide geslachten hebben geheel
en al hetzelfde grijsaditige. gewaad en men kan de haantjes van de
hennetjes door den kam onderscheiden, die bij deze laatsten veel meer
Het eerste voedsel bestaat uit broodkruimels, hard gekookt e i,
miereneierem, gierst en'fijn gehakte saÜaide.
In den acclimatatie-tuin kweekt men■■deze hoenders, in Volières, die
ongeveer vier meters oppervlakte hebben; maar mevrouw Bpêinus schrijft
mij, dak, evenals bij alle buitenlandsche vogels, de opkw.eeking veel
, beter in de vrijheid geschiedt. Het opkweeken wordt slechts moeilijk
bij den-eersten rui, voegt meyK Bodinus • er bij, als wanneer de kurkens
hunne eerste veeren voor het volwassen gewaad verwisselen. Dan
moeten de hanen versterkend voedsel--hebben teneinde de ziekten -te
bestrijden, zopals diphteritis en andere, diefde gewone nasleep zijn
van hét vernieuwen der ^ erê l.,
; Volgens mijn gèmhten verzekeren een droog, goed gelucht en warm
hok, een groöte uitloop, ijzerhoudend - water, boekweit, g^We^tarjwe,
fijn gehakt ~rauw vleesck-, gipS^gd bloed, .insecten en overvloed van
groen het kweeken van deze hoenders. ondli^pns klimaat en ?zppdek
deze de ^beste voorbehoedmiddelen zijn tegen de noodlottige gevolgen
Jvan^^^uapnV^. >
(Was get.) V. La Perre de Roo.
,-, 'g e heeren Wichmann Jr. en du. Roi in Brunswijk hebben kruisingen
gedaan met dep - goudhals Phoenix-haan -en goudhals vechthennen,. die
verrassènde uitkomsten hebben^öpg^feverdv- De hanen uit deze kruising
1 ^ et Jonge -henfïêtk. van de gelmpoiteerde stammen hé^Mh «ene nako-
melingschap' opgelevérd, waarvan de hanen reeds zeer lange zadel- en
staartvederen van^bijhaT'vier voet-lengte hebben.- Deze hanen zijn nog
maar twee jaar||gj, het>is;dus aan te nemen, dat, als zij eerThödgeréh
’■ buHerdom .bereikt hebben,I oc^^^M^jpaifctzes voet zullen vërtbpheh.
De haan, die als; model voor de afbeelding op plaat III heeft gediend,
schijnt uitl||||kr"eene kruising af te stammen, althans vertoont hij eenig
verschil met dg bescfirijving door den heer La Perre ^de-^Roo- gegeven
en ook met de hoenders, die zich- tegenwoordig in den -Antwërpschên
'diërënkuinvhevinden. Bij den Phoehix' yan zSfeen moeten de zadel-
veeren op den :grond slepen en de sikkelveerem 34 in. gëtË||^||-. d|®
hebben deze niet deMopsfêanjié^ veeren boven den stuit, welke de
at&fcmdmgffife!, zien geeft. Deze kleine ^èMêliSen 'uitgenomen vertoont
onze plaat zeeri goed het algemeeni.uiterlijk van dit belangwekkend |
: . (NASCHRIFT. ~ De Phoenix-hoenders in het laatst van Augustus 1883'.,'
in den Antwerpschen dierentuin ontvangen, jvertoomen nog meer verscheidenheid
dan die van Parijs. De ■ dieren zijn nog, srè'ehts zeer korten
tijd aangekomen en nog'; niét hersteld van de vermoeienissen der reis. --
|k geef er derhalve geene beschrijving van,; 'omdat deze 'uit den aard
der zaak onvolledig moet rzijn. Wellicht heb ik gelegenheid er aan het' ■
einde van dit deel over te spréken.