iets zeer eigenaardigs en> p0l.sierli.3fcs men zal mij toegeven
dat ons Sijsje wel de opmerkzaamheid verdient.
Dev. bbyendeèlen,.. ziinlS|iQS^^
1 ' schouders nog donkerder wordt. Voorhoofd en bovenkóp zijn,
zwart, teugel grauw, vw^nk^i'^^ , -w|n|^r®
zwart gestreept ®^gtóeh$êp/1
zwartbruin met geelgroene >randen, ,dé ..achterste met hooggele
zwaïtgrijs, . met groene^kanten en
geelgroene e i n d e n " v l e u g e l s twees dwarsbandem
vormen. Staart’ ‘lichtgeel, elke veer met zwarte schacht èn
^ levendig geelgroen., Sn|||Ëjj zeer' spits -eA^a^fwt^iiêlV^poot
en oog donkerbruin., Het |yjdjfjefeiS‘Tminderwfe
de boyehde%^^M^^^^^s^mBeïgnj^mM%^^|c^gë%Iéföeh‘p
' këelMfe^iü|et^wart ',\ zijden' gêelachtig. wit,;' ‘hals- enmo.rsragrasjl
jf, Hé^wSjijsjeBis%öve'r’ geheel-. Europa -verspreid; bij ons lcomt djeMyeel^
Viildig;; vdói?.' • èhffivaMra^oijjla^ i^ ^
P ^ ^ pe il. ,het -brópdt;. bij ons^, zeldzaam Het geeft
vooral d^mdd|keu|‘; aai^sIbai^Qsi^^
i ^SM^ördt," 'dptein naaldboomen gebouwd #n^imi|erst„
'moeielijk te ^yinden4 ';zoSli'aMz'e^tdë»;;èi^r.è^tè,, .vogelkenners en jagers
;':-g$heel ena]^tonbpkeri<j^
p^ ^il lMehv^nei: pkjQal der eieren. Een sijsjesei werd dan o^l^CSQ^de
^erzamfelaars'-, V^i^|igMeieren:'.duur^bE^ard.'.. HetsBiisië|^^
,de^ volière en de meeste eieren,;idieymén M
de verzamelingen aantreft..'^zOTTOan^ookl-uiiMe^^Me>afkomstig. Het
' nest .^^ffl^HS^Kc^cl^teten struin van een sparreboom uit /i3a<3& ••
halmen ^weefsels van kerfdieren, wol, haar enz.
roodbruin of i^^^^S^gè stmnff®^ ? 'gestreept,.met^een krans van
ffid^feS^èaSS^èi^^BtZij^wordeni dbOT^Êefer wijfj||alleë^|ba x 3'fdagen’-!,
Het eerste ^ipe<jlsel' wordt in het begin van Mei, een
Sijsjes en kanarievogels paren nd^h|g^^kelijk^öa geven soms zeer
|fraM^%§M§M^% vopiaM^^j.d.é kanarievogel gèpl yan|ÊlMir! is. ^3\ïen
■ ,ypMt het/- Sij^e|^^;d^ge^a^ge^pjïap mét heulzaad,, gekneusd ïténnip-
I f i li i iP i l wat i:gröèn.\ Men moet'
a^ïè. 'Varm vplaaf||i^M§j^
6 Ï8 ^ B 8 F V ^ 'rin8' ‘0M3*abina). Plaat
namen. Vlamsijs, Hennibvin^j^ipeuiter, Lokker, Robijntje ,.,Heimourik.
Vreemde namen. Haifling, Duitsch; Linotté, Eranpckj^ dprppaón
f'limiet, Engelsch; H&nLpling, Zweedsch; Panello Ita l. I .. ■,
- Terwijl 1 de; Kfneu ipïÈD,uitSChland en' Belgié als kamervogel hoog
geschatfwml,1 vindt êji in „pns^ {andÉ niet „die waaideering waarop zij,
sdÓpr 'haar beminnenswaardigheid, gezang en gevedertb,}%l|è{;aanspraak
, heeft.1 • He(t. ■ ware;',i'^èiv,|V' wenschén, dat kneu, sijs en distelvink wat
meer de plaats innamen van db^^9M,övogels, zooals men
sÉh .onsfop na houdt; 1 alijke, schreeuwende, tjilpende en nietswaardige
vogels, die * door rondreizende döi$^hë;JStopplieden ^^zppgen|iamdè
Saksische vogels; de. goê .gemeente in de hand worden gestopt; 'vogels
dief men in Duitschland voor geen 2 Mark zou koopen en waarvpóf j
men <6; .guldèn bpi^ltapv
Het, thannetje is op de bovendeelen lióhtbripn^met donkerder
schachtvlekken eh;• lichtere randen, bovenkop en bovenborst
piachtig rood, ' benedenrug biudW|ëhti)ig*^wit, zonder vlekken,'
Voffèhoeremè^i^i
. s.tuib ^uilwif, r.aóbtérkpp en .hals aschgrauw met donkerder
BJ^^SbW\^M^'ëondeirieélen, 1 midden van de borst, buik, en
, «ondferstaart zuiver wit'; zijden** fopdac^é brtdn, met -donker-
vleugeldekken lichtbruin, met twee
dwarsbanden, slagpennen,zwartbruin, met
;]- ''4idhtére zoomen, hafidslagpennen | zwart, met witte zoomen,
gezoomd. Snatel^d^d^
| bruinzwart, oogt'donkerbruin. Hetwijfje;, is niet rood aan kop
. I en borst en heeft meer en matter vlekken. „ ,
|B BB |8 b^ ^ . komt het Rneutje bij ons
slechts in enkele streken, maar d a r i i V o o r . Lage plaatsen
J y e f f i j 1 1^'^ vee^ doornstruiken en laag naaldffi
®§pegrp^de,'^fteken, inS^elderland1^’!Kv-firabant eh ’Limburg^' is
verre treR^ógeX'' j T^ie in April komt en
ékt-''ten - den winter vooral in zuidelijk Europa
Het ■ zelden hooger dan xo meter —
doornstruiken, heggen
en mos eiereny,'dxéi blauwachtig
'• ^rk>pdApHtig en ./zwartachtig gestippeld ‘.en
ige■ vlëMMZ]^^^ij['j,word'éh:.do'^^^^^^jiei^•-14' dagen uitgebroeid.-, De
|jpng&^V^^|éh-- reeds' na, één paar weken het nest. De roode kleur bij
de mannetjes^ix||||tl™eerst na den tweeden rui te voorschijn. Gewoonlijk
!^®|®tw:éè!,4brqpdsels - gemaakt, het eerste einde Maart, het tweede
|jn|
Het Kneutje is een van onze beste zangers onder de zaadetende
vogels. 'MéfbSeb^tig--dsti^®^^^^^^^e^ci^ra^ï^nd7<krachtig én met
aangename fluittoonen vermengd. Als voedsel geve men vooral oliehoudende
zaden, zooals'kóól-., raap-, hennip- en lijnzaad, hennipzaad
i ëèt ■ ffioöm&êlségtafcken1' met knóppen^ en
.blaméren er. aan, salade -en\verder groen zijn ,vopr,'dp-gezóhdhéid van
1 Jodg^^^%thësiImd^!men 'Uit^bet
- nest nemen ■ .'met;1 in. melk
geweeklfYM ^ P ^ hjÉrdl^^t'eri-isgfeweekfeT raapzaad ■
Vogels dêeren "gerpakk^lijk jdete zang^^n^abdere vogels, zplfe dien van
kleur van" kop en^^^st gaat
Pj^^ppP®é(^higiiia montium), ^ wórdt ^ook Grauwe Barm ge-
ihëeten. Vreemde namen. Berghanfling, Duitschf|Li^ofte-A bec^aüné,
' Erafisch !
^RM8J‘j^j^<^ïihkiiia-nia^iaji'e= Taapjèj.Steéhbarm; Birkénzeisig,
Düitfch;}‘iGabalrefe;^Siz^|l^boreal^FitanècKy^.Organetto, Ital.; komen
y^plim'ét ;-ipÊ|^nèuiéMoi.e^i
M^fé^EraterIje e^^nt^melMizÓnberf'^eelj j.moeitp aan den wasgelen
‘SjSayel,, ‘aan de bruinzwarte kleur en aan het rood van keel; kropi én
zijden
Het Barmsijqe - of ^a&pje1 is kenbaar aan eene'zwarte kinylék'en het
prachtige karmijnrood van den schedel, dat zich'dn. den paartijd bij het
.mannetje over - stuif en onderdeden verspreidt. Het gezang van
’deze'- beidA’Vogels .iMydéL1 ge^ger'par&idp't van de Kneu. Het Fratertje
tzinJgt '".evenwel, beter s dan de^BaimqÉi^ Qyerigeüis-^jn het zeer lieve,
m^uge’ :vogj|ltj es, eyen aangenaam in de kooi als in de volière. De
^bbHa.ndelmg- èn.!yoedmg^M^^^élfd^hls^b5MÏ| Ksberr^jpet welke zij
in levenswijze b^k;: veel, overeenkomen.