73 —
De volgende soorten behooren meer tot', d'e siereendën.
eerste, plaats, aanmerking:
waaraan breede zwarte cm wittié strepen aan-
||3ïp||ntl Be snavel is aan de basis bruinachtig, in het midden geelachtig
en aari de|fmts zwa^j;; de ^ geel.
^ Hét ■ dé' kröp lichtbruin gestreept , ) ‘zijdén • lichbruin I
'gevlekt ; kop,'keel en onderiijfVwitgböVènko|> en rug met violetkleurigen
l^ëer^him^^M ^ viéufereW rfieétèen grooten metaaigrOenen spiegel. Deze I
Ifr&ajë’ ëéröff^bèWopnt Noord-AmëjfÉ&af,JDe verzorging, de voortplanting
renfmëkfebohw' zijn? gëlijk- aan die Vaal de Mandarijn-eend.
|k ' > N^EEN DV'rPlaa^ XlpP/ ly ö ® É'° mannetje en
51 wijfje, (Anas, Lampronessa galerigulata). D. Mandarin-ente; 'J&
'Canard mandarin; M Maméarin ©ïfék... Üén waar sieraad voordelen
vijver, zoowel om de fraaie kleuren als, de sierlijke houdïng. De woerd
'kenmerkt zich^vié^r waaiervormige naar omhoog1 gerichte opperarm- ij
pla^pmoen.. en een maanvormigeh. lh;aiskMa|:,.' terwijl éen-siérlijke groéhe
■ én purperblauwe, naar" en aan de zijden bruine en 'gio'ene vederbos
van den het ^óg%aat]’| eM b r c ^ ^ /
van voren bruinachtig gele, naar achter meer witachtig gele streep
tot aan het achterhoofd' en loopt smal - vèd'erbos van den
kop ; lange spitse veeren van :den halskraag r ijp ’kersrhöd., de
voorhals en de zijden van de bovenborst bminachtig rood, de veeren
van den rug lichtbruin, de beide omhoogstaande waaiervormige veeren
aan 'd e ' büitenvla’g staalilanw, aan de? bminachtig geel,
zwart f f ¥ièr dwarsstrepen', ' witte *
vórmen eene> fraaie teekening op de zijden van de b o r s t t e rw i j l de ■
zijdeh -pp geelachtigen grond zwarte 'golflijnen vertonnen. D e 1
- naar buitens toe wit
:H e lf^ )g^ is f1 gëëla'chtig spits I
..witachtig
Het wijfje is bruinachtïg, violet, I
ój>7? 4 "gró^e^s^^êl^ ^
fry? ph^Mahdarijn-eéid i'
schat en veel als siervogel gehouden wordt.
In Europa heeft zij in korte jaren’ gekreged I
"fen^yblmt;^^plelffl^^ia^%gfeEeé^^BÉo^ p ^D e prijs, die
j areh1 mog^^ërllhcpg^ I
^ ^ ^ p ^ / 'v ö p r 'is ‘dbor invöer1' eh^ ^ e^M jg ë ' téélit r z^ .'j
waaier-eend een
;jj|féÉtèeïïidf is ,; moet men haar een lag ed^ bÖ ^ lïa^% fe l,'it^ ^ ^ ^ ^M p^ |
1 meter höogt^Éeeji' knot-1
- -^||lheJ^%i|^K9id|en%^ p is ook zeer goed. Evenwel broeden zij in de
gevangenschap’ ook op* den grönd of in -hroedkastèn. / 1 ‘
kan deze' sierlijke dieren zelfs in den kleinsten tuin houden,,
daar zij niet vëel water behèëyëh.'' Eene gröótefkjsiip', een vijvertje óf
reen gemetseld' bekken van 50 è, 60 cM. diepfê^ 2 ^ 3 meter lengtenen
i Èt meter breedte is ruim voldoende. Dén bodem 'bedekt men met
'fignén kiezel en het water diént ëlke week vervërsèht te worden.
DE KAROLINA-EEND. Plaat III, vogels1 52', (man) en 53 (wijfje), (Anas,
JLampronessa sponsa). D. Braut-oder Karolina-Ente; F. Canard Caroline;.
E. Slimmer Duck, Carolina Duck; geeft in pracht en sierlijkheid aan ]
M e voorgaande weinig toe.‘
" * De woerd is aan den boveh'kop glanzend donkergroen, de zijden
van den kop en eene gróote Vlek aan |||mpmjdëh|^n dëühal&purper-
!|gfóem’ 'met blauwachtigen glaps; een afhangende vederbos,- gelijk aan
diën van de Miandarijn-eend, prachtig geelgroen; over het oog' twee wittè I
smalle strepen, die ver haar achtéÈ-veflbopen; keel, kin, midden van
de borst en buik' wit;’ krop en zijden ,van de borst met witte vlekken
op chocoladebruinen ‘ grond; schouders, vleugels' éit ‘ vlëugeldekkeh
. fluweelzwarü met purperen glóèd.,,>Rrtfg|fenifsEa^
groen; op buik enJpLjatn' déh-'borst^geëlachtig grijs met zwarte golfljnen,
-zrijn de mannetjes varif beide soorten zeer eenvou- I
grijs ^É^Méüfr en gfelijkén’ dan 'zoo zeer op elkander #
men ze bijna niet 'v ^ :i^ ^ ^ 6D 0hdèrscheideÜ kan. De witte oogstrepen
van de Carolina eend doen deze van de andere''erkennen. ■
ft^dpKASA’RKA^iÊNDl: X(*lnas* ^ KasarkarEnflëj? 'Jh > Canard
to^altc^-é. '*€asa0caW©n‘ck;;i in Afrika ,d]Oein-Akië' 'én1 Ahstralië^1 huis I
’ kSiörvogél. Hèt gansche gevederte
|^èx|obnt' eene fraaie roestgele kleui?,. 'dié aanvd!eh’'k*op libhteris; om dén
I hals? '^^pttrë , ring. Deze eend is nog vrij
M D BAHAMA-EEND.: Icvhamensis). D. 'Bahama-Ente;
L^l^^al^-'d^^aham'a';! ’■ Ë*J )BMhkma!^^^M^^^ht^'lifi;.'dÖnkèf' bruid
r^^jx^ikelfe .dcf’keel' Wih/1 a%!s^.vël''%wart ,J aan ■ v^eerszijdei van de basis
met' eërié^dWmër •l0b(de!!vlëk. Deerlichten '{vêrschflleri niët van kleur-.
¥adérla if^^^^^^^m^HP
zwart metsehoohed
DE TURKSCHE, M'UISCUS OF BISAM-EEND. »a!a4 : XHI, vogel | g |
|® fch u^ enÖ ^ ffs l^ '^Wr^Husqué; ['E. (ïtó co^; fDiick ié
Kn |- '4ii j' 'grödÉH?v^el%jj0ndl|5l^ ^ -Voorkomende gêiccdïf
IIna'tifeeefd'^f^^êls'i treft men ' 2èerr'véél- witte aan, die|échter door dé
1 karmijnfoodej^^^mS^^déii •‘sriaveb er' Vëe^ zóndérling üitz|ën.' ''Dè
I ; Vertböhen évdiwél’ een meer bont
-'gè^had. ’De ËL^f|ile®M^zwart ^,?^^en vïolétgraiizénde; dè^gtóbm
| ^|MllÉ^^ïijili 'wit^VdéfteV®^ is1 dë^basis' vimétBlattwg’-de spits j
1 M l knobbels j^re&fe^ên bdgsbréek%ijh'f4^ o d ^ ^ g ^ J ë 0is kleiner, doffer
/ Vaf^^le^ë^^è#/gë|n^aveI^ODbbK VOüder de tamme ihtffvrdüéil
| mén:, befi^^*^itó{ö^dk!^óerie, 1 zwart bóntë^vpilhiflëndë andere
J kkn IÉ*- w^eflig? aanbevelenl'^Deswöerd !s boosaardig dn nijdig
• vykn ilatuür e ^ ^ ^ ^ ^ ?:klëihërë'?eendén-,‘- vraarmede lêj^eêm vijvér deëlt,
I 'eó 'zóólang öfrdèCivater
' ' j K b ü d i / H e t vleesch d^'óita^J ? $ óm' dé muscus-
J '.^e^^énlpméigenaardi'gèn émfs^^icÉ^ïë; gebruiken / dat der johgeri’is
I '^éh^ëIfgoë€^J:||
Door kruisingen tüéépÊei^^^^mllliidëi soorten dezer ^éëödeh bekomt
men -■ soiÜ^4eerca^iibevelenswaardige bastaardsoorten, - zodaJs ' van -de
1 jÉ>e Ö |^ n d i met den ^Kó^^h^wó’èfd, van ^ Pekihg-^êud1 èh eén witten
Bisam-wóerdl DëzéHafei.tëte bastaardën ^ijfllbuitengewocm gróót/r im ^ o ó l
zeètr* b^^krdig É l^'d^ ë i^m n d^ a an te bevéleni Peking-eend met
^ylesbhry-wóerd Pfekm'g-ëend mét Zweedschen woerd!, ?Ajdestitöy-eend
• én Italiaanschén-WOetd, ver-
| '^fehën Vvenwël^1 kUé^ 'i^ b ëv élmg i*
De Vogelwereld, II.