36 -
gevederte is bij beide geslachten prachtig zwart met een sterken groenen
glans, die. vooral bij den haan zeer in ’f'tp'bg valt, terwijl de halsveeren
dikwijls eene purpere> tint • vertoonen. De zuiver witte of melkwitte
kleur van het gelaat strekt zföh.
.de ooren, die er als eene zwarte punt op afsteken, vereenigt zich , met
het fraaie wit der oorlellen en strekt zich uit tot o,p de ^ binnenzijde van
het bovenste gedeelte der kihleïlëh tot dwars over den kam. De kin-
lellen en de kam schitterend rood.r Do^snayel, i'ss Korenklëurig;"
pooten donker loodkleurig oftna^eppeg zwart.
te broeden; broedsels uit het vroege voorjaarfzij-n^^g al zwak en
' sterven dikwijls op eene onverklaarbare, wijze. Zoodra de kleur van 'de..
" wangen zich begint te vertoonen,■ kan mefr .do. dieren• schiften. Die,
■ welke 100de .tenten vertoonen, moet, men maar want d'ëze
zullen op verderen^ lëefujdl' steeds roode wangen krijgen, i wat tot, geen
aanbeveling dient. Die, welke eene blauwe tint vertoonen, kunnen
: voor leghoenders , gehouden :• worden, want onder ■ deze vindt men
>^ew'dbnlij^\dë beste legsters. De zuivere witwangen, eindelijk, worden
voor de tentoonstellingen yerder -gekweekt’. Goede Spaansche hah’en •
Z w a r t e M i n o r k a s^!!o)Ét^Sp^Sns.che zwarte met-roode Wangen
(poule de .Minprqiue, Fr.;, SchWarzé Minorkas' p.dër xothwangigen Spanier,
D,; .black Minorcas or red-faced black Spanish, E.)-. -Deze komen in
alle opzichten met' de vorige overeen*, ► met^uitzondenbagvechter- van de
wangen, die^aa^bSd?lzijn,~ terwijl de oorlellen wit blijven.
Wit t e SW A n s ch e (poule espagnolie var. blanche, Fr.; Weisze
Spanier, D .j’ -white Spanish, E^^Deze( /^m^i^ÓWohien cmët ^de
zwarte witwangen Qver^eh^tóeff^eze»uitzondering natuurlijk, dat het
gevederte overal onberispelijk wit moet’ zijn, zonder vlekken of eenigerlei
teekehing.’ - Snavel en pooten zijn gewoonlijk donker van kleur.
W it t e M in^oX e a s I Het gevederte is vlekkeloos wit, zonder gelll
of roodachtige 'tmtehy ’Oorlellen , snavel, scheenbeen en voeten, eveneens
wit. Kam, kinlellenȎn gezicht' schitterend ,rpyp.d;.
A nd a-l u s ië r s , Plaat IV,- ypgel/19/Hen (racé^A^jüoüsëj^Ff.»;^
Andalusier, D .;' AndalusiousIA);.Deze gelijken weer in alle punten
op de zwarte vrd^dwahgéh erf zwarte Minorkas, maar het gevederteis
*Plauwachtig; grijs, dat van een bleek ■ duiyëu'blauw;| |||| een donker
leigrauw afwisselt.j- Diéren, die'aan elke weer een zoom van donkere
o f ' zwarte-?Iclëur | In zwarte of donker' purper hals- en zadelveeren ■
hebben., worden steeds.voorgetrokken. ■
'! , A n c o n a s (racê}d?^ie^Wg^ptj^^^onaS^-^p^; AnconasorinoMed'
S p a n i s h B i j deze ’ duidt ook slechts ,het -gevederte het verschil
aan tussehen ‘zwarte- Minör^afe..T;Zij ~ vertoonen de", zoogenaamde,
koekoeks- of Dominique-kleur, waarbij elke veer op’ grijzen'. of|pï^^p
grijzen grond ;dp^é^bfê.^^ij^e dwarsbahden of dwarsteekening heeft.
£|j®ed geteëkehde dieren mogen geen sporen’'van geel, rood of wit
het vederkleed vertoonen.
’ ‘s Broed ING van, Sp. hoenders. Eén zwarte witwang, die onberispelijk
van vormen én kleur is, met eén'fieren, rechtopstaanden kam .bij^deü^
' hasarc^lh- éeh 'si’erlij ken Qverhangenden^Bij^^ë^hcBl^i^^ehe^^^vsièraad
voor den?41dC|en een voorwerp van bewondering op de tentoonstellingen.
Om -echter ; zulke eerste klasse-dieren
kweekïng eénige punten niet uit het oog’ verliezen als men zijn fokstam
zamenstelt. Men moet ^bjj^.yoórkeur, een haan- van. twee jaar en niet
meer dan^^é^ennèp^yarC' denzelfden leeftijd bijeenbrengen. Vooral
plette mén er op dat de- kam. Vah,!^hjhaahry^^pm^|k^f| rechtstaande
v en'Lt<^^^aïiTden - basis zij en naar de spitsen sierlijk puntig toeloope.
De kam-, van de hènr möèf maar eveneens dik aan
den basis en sterk zijn.’ Is de kam van de&hëh -té; slap , 'dkSjZS^^'qê,
daarvan ^o.Oïl^'mënde, h^êhl^dikwijls „overvallende kammen hebben
hetgeen een kapitaal gebrek is. Verder; moet men-, bij het uitkiezen
I van zijn fokstam, er wel degelijk op letten of de'voorouders van deze;
dieren waren met fraaie zuiver witte wangen en öörleUëh j2knMers,loopt;
men gevaar onder zijn broedsel slecht geteekende vogels,,te bekomen,
. zoodat ^Lë^móéite $té vergeefs!; is geweest. Ten slotte-mag mén pok
de verdere punten, wat betreft grootte, vorm, gevederte, pooten, niet
over het hoofd Zien; in één woord: ^dé.fokstam moet met de meeste
zorg gekozen zijn. Ten slotte raden wij aan deze soort niet voor April,
igeringe\roode tint; men kan dit verhelpen dpor.
ze van 'de' hennen afgezonderd in het donker*'.tèv-zèt|ëh^|èn<kht^gëzipht^
een paar; keer daa^ fmét;^ e lk te wasschen.
Bij het zamenstellen der fokstammen van de' andere slagen gaympiu
^^r'^é^l^ë^^wijz^b^.werk’ terwijl men nalumlijk voóf^op|#é.^®l^’
maaktheid let van die deelen, die hen het meest kenteekenen, zooails
f pp/d'p“roode'of witte wangen en keellellen en opw’hel gevederte.
Economische waarde. Alle ^ Spaansche hoenders „zijn uitstekende
4 legsters; men kap t e f - feij de zwarte 1 én witte- M&pikaslop; i^êieren
per week en ppr v^ ^ ^ ^ ^ n ^ D e witwangen zijn gewoonlijk minder
deze treft jmen zeer gpeie feghenneu ajam
Hét vleesch, hoewel eèn wéihj|. is zeer smakelijk./*
niet té vroeg broedt -— niet ■ voor; het iepn * van - - r 1 de
kuikens zeer vlug en krachtig ©pgroeien ^en dan ook mjn^U^plföhndCTS^
zeer sterk en geharde Broedt men vroeg, zoodat de kuikens "binnenshuis
moeten grootgebracht worden, dan worden zij yëëlvminde^sterk en®é;
sterfte in-de eeiste 'levensweken is zeer groot. In dé ©pén lucht' .feró'ot
- gebracht,-.'zijn’ het in alle opzichten uitstekende hoenders, ;dlie de g'evan-
gensehap goed verdragen. Zij broeden evenwel'weinig,
Yopr kruisingeiï 'ziji^^^ Spaanschen zeer gesch ikt; vooral (die van
• een Sp.;ha’an met eene ’Brahma-hen of met Houdèè's - geven uitstekende
leghoenders, vooral de‘ laatste i géven' buitengewoon- groote en talrijke
j eieren, m!| i f dé hennen uit deze kruising zullen jaarlijks eenmaal
| wiMen broëdéi> »
b e o o r d e e l i n g e n .
\ , kleur en hoeda-nigr
ï heden , Mien .............................. . . . punten.
PUNpS^’-VAN ÄFKEHRTNG: (BID AVITWANGEN). :
(Slepht ■’gevormde kam .
Onvoldoende grootte van het gelaat . . . . . . . 10
Ruwheid o f gebrek van hoedanigheid' van h¥t'^è^^v.
Belemmerd gezicht . . . .. • f4'.-/-& iV\
©brlelien* g e . ... ^ .. ...
Korsten of vlekken linWet, wit . /'. . . r . . . 8
T e sweinig ontwikkelde halsveeren . •• .. • . * ■ ,•. ‘ .. . ^
”, Qebrekeft^mfhjllligë^ëdjt^ i&i
'Eekhoorh;Staart .. . . ., l||
Onvoldoende'^oplrte. . . . . . . . .. . . . Bi
Onvoldoende^éjrmmetije-^ • . • v'-":
Biecht, geconditionneefd................................... 15
Punten vAün uitsluiting. Overhangënde kam bij den haan of een,
die aan hét „voorhoofd gewrongen is ; staande, kam bij de hen. Eenigszins
duidelijk rood aan het gelaat -Eenigés,andere' kleur dan zwart , bij de
zwarte of zuiver wit bij de witte. Pooten, die .eerie andere kleiir.
hebben dan dorckter loodkleur^ 'blauw o f zwart. Ingedeukte rug ofi êépige
Hchamelijkè; mismaaktheid. Qpgemaakte of doorbporde'. kam. Wegnemen
van de veeren tusschèn het bovengedeelte van het gelaat en den basis
?y^%d^hkam.
— 37
AFKBURING^bij' MlNORKAS^ AN^^USI^S^|^|.'NCONAS])'.
^prleleB gevouwen, geplooid of dubbel . . . . i . - •
Roode tinten in de oorlellen . . . . . i .................... - » ’# i; '
Korsten ^ :'u
Onvoldoende halsveeren. ikf; % . . . • • . . . ^
* • ......................... ..... 12 ”
Gebrek in het gevederte. , . . . , . . . • \ :
^gebrek :aan./grootte^ •*. ........................................x5 >»
'Sebrek aaoa Symmetrie 1«. 1 ■ .; . , jU ...................................>*
r|M|eh>t gecondkionneerd . , ............................................. *5 „
fUNTEN VAN uitsluiting (bij, al deze slagen). Overvallende kam
B $ | e hanen of opstaande kam bij de hennen. OppÄaäik%, afgesneden
Of doorboorde kammen. Ingebogen ruggen, staarten of eenige andere
mismaaktheid. Bedriegelijke opmakingen, opsiering of andere handelingen
, die dienen om eenigerlei gebrek te verbergen. — Bij zwarte en
wittel Minorkas. Eenige andere kleur dan donkergrijs of zwart bij
4e.,|ersten; o£ wife bij de laatsteh, of het voorkomen van anders gekleurde
' Eenig ^poor var^ï'Mjfte wangen. — Bij Andalüsiërs, Niet bij
„elkander(passende dieren, wat- der kleur betreft.' Witte .veeren of ook
wek zwarte;.;'met^fezQn®|® van! démWom' aan de halsveeren van den
po^en Niet bq elkander passende
van wit, ÏÏmfy'geel of zwart in het gevederte.
hï4t dé Spaansche hoenders vertoonen twee Duitsche
rassen, nS^pfBfergsch^^É^iMten dé zoogenaamde Schlotterkamme.
Dezeffl|atÉ,ër|^ vérschillenl; slechts, vt^i fde Spaansche hoenders door de
door oehl zier grooten overhangenden kam.
"De BI Kraaiers bespreMjffivijf nader Elk y^<|Ver‘de Duitsche land-
hoenders zullen handelen. ^1' 1
H E T I T A L I A ANS CHE OF LI V 0 R N 0 - H 0 E N (Gallus domestic™ italicus). - i-
PLAAT y ï |
T ebemdb l l t f l tA t . M T O Livorno, « H M W Ë Ê Ë Ê Ê Ê ïÈ Ê È Ê M Ë xé
Awat meer
^ ^ ^ ^ S |& M r f c r h e e f t | ^ ^ ^ ^ w 4 d ® o v ^ M ) a a n r ig e b ^ k ë n i^ ^ ^ ^
: v - ^ E n g e l a n d em ^ ^ W ^ ^ É d c^^^Fmikrqlg
"niet van het Italiaansche: hoen, maar alleen van het Leghorn-hoen en
rassen. ^ b jgH d I
E ^ AWftliVflpIM ^ ^ ^ ^ n g s ten s de v ^ ^ ^ ^ M ebben "
P véredd^^ffib^: ’
(Livorno) is geheel Italiaansch en de kleur en vorm dezer zoogenaamde
Amerücaansche hoenders . zijn gelip.el .die van de patrijskleurige Itali-
aansche hoenders.
, 1 Het Italdaansche hoen mag zeker onder de oudste — zoo niet het
oudste — rassen vt$^>-^lgein^en
gevoelen is, dat dit hetzelfde hoen is, dat reeds bij de Romeinen in
zulk eenfeteipsmzien!: stond en--dat ook bij 'de Grieken als hoen vah'
Delos bekend was.
gele pooten en gelen snavel niet voor de offers gebruikt werden, duidt
onmiskenbaar op het nog bestaande Italiaans-che hoen.
^^^i^sèkoonj/pm zijne buitengewone viuchtbaarheid zeer gezocht en -ver
verspreid, werd < hë^u'ë'g.'vo©]' slechts betrekkelijk zeer korten tijd buiten
Italië bekend. In Italië, vooral 'in-het noordelijk gedeelte en ia®
Lombardeie ^ ;'%ët overal - zeer talrijk en brengt het uitsluitend die
Vogelwereld, II.
fflkóëhén /ek dié'jaarlijks wofdéh iiitgevoerd
een ware ^r011
'^^mEfHoenders ^
Idhjjbngè' hënn^a I
'xe^s d an^^^^^fef'?gemiiidél8 ,;t^ ^ g 5^ÊSieren jaarlijks
d^yer lo o ch ehw ^ ^ ^ ^ vruchtbaarheid niet fen‘ bpt.
hö'en
^ edei(ie itaü'
NB HE
ml' van den ^aanschen.hSan^ J
kleur.
r vetoillQÖi-rood^’ ré^htstaande,
?köÉiiÉ^ ^ ^ to ór, maar verdienen
geene aanbeveling.)
afhangend 5 dun en glad, pfeÈ
•„ ...
, w^ gen , •h^t'naakf ’en 'fraai • j
," rechtop Igedragen . ^ ^ k - $ietIhalsv^rmi
b M » dérf'staart-toe afloopende eh' vrij' Tond^-’:'1 1
1 sterk;^öoïüittirédende en; fohd. '