— 50 —
dan ook maar zelden <ih, een tuin,” zegt gemelde schrijver, ^zónder;
den kardinaal té zien. Maar waar -men ^em^mM''lnóge, aantreffen,
overal is hij een welkome gast, een lieveling, van ieder, zóó fraai is
zijn gevederte, zdó ïnjk^isijff gezang.”
Gedurende den zomer leeft, hij paarsgewijze, in den winter echter in
kleine gezelschappen. In den paartijd storten dé (mannètj,ès, *ziëh onder
luid gekrijsch” op, eiken indringer, die iöf|||i| nabijheid van hunne
. broedplaats. ko|ht.j en rusten niet, voor , en. aleer z|'pÉ|mi:;-.‘'vêrdreven
hebben. Het, paartje ^is/^zejer^ -v Audubon' zegt,
d a t to eh ‘lnj„;de|^^^a^eén' mannetje in een knip gevangen diad, het
wijfje. er den volgenden morgen bij zat en ook gevangen werd. Het
nest wordt in een boschje, een boom’of in het struikgewas^f^^e/;
eene hoeve, aan den boschrarïd' en soms’ dicht bij eene
boerenwoning en staat dikwijls in de nabijheid 'van 'dat van
den spotvogel (Arnerik. bladeren en
twijgen en^<^ra|^nit^d'odnige takjes, die met halmen en1 wijngaardranken
verbonden zijn, maar van ‘funnen (ii het met grashalmen bekleed.
■ Het^gelég 'bestaat uitvier tot zes eieren varr'éene vuilwitte Meur, die
i overal met olijfbruine vlekjes zijn- veél^èp'; *dië
van:jde;^ui!spï^^ dat de B f iM è e i f dikwijls in
'Meur/verschalen 1 zoodat men no|>iiPgen geleg :vindt, waarin zij ‘allen'
dezelfde teekening vertoonen.
■ Het voedsel' in dé. vrijheid * bestaat hoofdzakëlijk uit aUerlei^zaflén;
maar er wordt ook -ijverig jacht gemaakt o^^^p®,^jèèyer% sprinkhanen,
en andere insecten-, terwijl ^^ffiën':hn beziën .evenmin versmaad i
®e naam van Virginische nachtegaal, waaronder dè f pode kardinaal _
# 'meeste'
Ofschoon’ het kan * wedijveren met dat van^^H liefèlijken zÈigen
^an>1 den nacht, is het echter ‘zeer fraai en vQl».^^p)d!M;i^p)e gevoelens
over £dit l/gezam^zijn Rechter z e e r® ^ ^ ^ ^m l Eenigen
:begeestering^ over, anderen spreken er met veel minder' ophef van. Dit
^izekef, dat het gezang bij alle individuen niet evên~fraai is. Ik Jffèbi
een e x e m p l a a r w a t ^ j g '
nu heb, is minder kunstrijk. De omgeving en de levenswijze zjAlflen» daarop '
#©ils niet . 'zond^MimQeQ^a^^Pn daarom moeten wij ifde- getuigenis
Irooraï, üimffiaMrlam> hebben; gehoord. '„De
toonen van dén kardinaal,” zegt Wilson, „zijn aan die van den nachtegaal
gelijk. Men heeft hem dikwijls^Virginische nachtegaal” genoemd
, ën^hij ^verdiént dien naam d e r fd e -zuiverheid en de' verscheidenheid
van zgmjgez^g, dat even afwisselend als klankrijk is.” „ „Het'gezang,”
zegt i'Audubons, „is eerstj$iid en- helder en herinnert aan de“schoonste
toonen van den flageolet; het .neemt echter meer en meer aï^totdat
hebben slotte-uitsterftl/*J^den^d^der liefde wordfeffèfc//lied Van dezen
praChtigen zanger, mét gróote.'^èht voorgedragen,. Hijj is;lijSér kracht -
bewust, zweltYde borst op, spreidt zijn-ri|H|| staart uit ^klkat met
de vleugels, wendt zich steeds van‘rgdits naar links-* aïsóï hij zijne
verrukking o Verfde, ^onderyollè* toonen kont geven. Steéds.
Worden de wijzer*: weer van voren af aan begonnen, want de, vogel
zwijgt v slechts omvadem te halen. Mëfl; hoort hem reeds lang voor de
zon den hemel in het oosten verguldt/tot aan den tijd .als~het flaminendé
gesternte licht en warmte doet nederstroomen en alöte, v©;gelfsftot eene
^st-mteoeddgft, '2o.o'dra de natuur, echter wederom 'herademt;
begint de vogel opnieuw en rust niet, voordat.''dé avond zijne
; schaduwen udtëpf^idt.” ■
U • Ik zöu nog veel1 zulke begeesterde beschrijvingen kunnen aan voeren,
maar/ deze, <JnnÉf mij,, zijn voldoende om de waarde van' het gezang
te kunnen beoordeelen. Er z ijn ^ |k .andere réizi^rsVK e E tefóz^jl
^ 'k0^8 ..V#*1 het gezang van den kardinaal opgeven; in en vergete „echter
, mdi^du^Y&iï'®hfif^?, */z elfde^w^e^ol^^^^^go'édsi
zingen. ïCfok 'jbiirdef' yogels treft mén rijkbegaafde kunstenaars en armzalige
stumpers aan.
_ 'Öóklh de gevangenschap zijn sommige kardinalen echte zangkunstenaars.
Ik ?wp‘ • hierover ■ mijne eigene ondervinding inv ditVppz-icht spreken,
maaiÉ laat liever hef anderen. Baron Drachenfels zegt in
„Die gefiederte Welt” . „De slag fyjm den ïooden kardinaal is'waaihjk
:• VjÉiliWljt e Hetzelfdez'egt'barones
,§chechta in bovengeripemd'* t4jdfè|SaS^ ; j
Ik heb reeds eëfodgè^ woorden gezegd' ov^^fe:!Éa>idinaal als kamer-
vogel en zal hem nu ''allsVzöpdanig pchetséh.^ In de^l^^pi^ hij een
aangeïïaine .gastypniefr alléén -om- zijn fraai géwaad, maar ook óm
zijn gezang en zijn béwegelAikLen ilpjlpik kaïakteiv l l lj lp vap-pl-
kamer eii vVoi|pi^~ <indér * kleine vogels vertoont hij soms kwade
hoedanigheden. - In • den, paartijd, is hij onstuimig en dus lastig, maar
wat erger is, hij rooft zeer dikwijte dé jongen uit de nesten "van kleine
^wakkelijke
wel mét allen ^^^^^Ml%zers van ..Onze gevederde vrienden” hehhen
^ageschreven. dat hun kardinaal zich zeer verdraagzaam betoont. Dit
moet echter niémand in dwaling brengen, noch een onbegrensd geloof
|a^^,de^wedellevéhdhéid van
zou men -'SÉïaié i : ,^lp|É: v || | | _
, gepn-goede gezel voor kleine vogels is.
In den regeh.bro^^fee kardinaal goedj zoowel in de vogelkamer als
'm - 'èene ruime ' koor. ’ Men ^d©"et het best, wil mëm> hem-tot broeden
bréngen in een boompje in de ^vogelkamer ^ ^ ^ b ézena^i# de
. kpoi een biezen duivennest^^^^^^^^^gfl®yan§.eehe .vijgenben
te plaatsem. De yogels zullen daarin verder het nest b©uwën> en zonder
veel 'zwarrghéid^aan het broeden gaan. De’ jóngen, die na • 15, a iV8Ü=
dagen uitkomen/- wöi:^ën^iffèipz^lcff^^^rl|i^^^g^efb^q^3leü ^meel-
•Wèrmen grootgebracht. Gewoonlijk broeden zij >hejf.best m' het 'najaar
of tegen den Winter. -
T^eAvo^fifzijn sterk en zeer gehard tegen de 'jkoude; ’t is zelïs'aan
te bevelen -ze eer koud dan warm te houden. Men kan ze 'zonder- het
'inmste bezwaar in een onverwarmd yertrek en zelfe in eene buken-volière
overwinteren. Wanneer; men ze te warm^Mbudt, sterven zij' nog al licht
- “De prijs van een enkel mannetje gjilden, ,(dié vai^Veèh, '
paartje ' izrè, ^5 ’ gulden^'
D E t i | | Z .
Synoniemen, l&oxia.,. Fringilla, Paroaria, Spiza eucullata; Cal-yptrophorus cucullatus. ,v ■
Yreemde \Le ‘oardina, gris k huppe rouge,' paroare, jiuppé^ J^ranèch; — Q-ehaubte graue Kardina; ö-r^uka'rdina, Duitsch; — Red-crested cardinaal;
\ , crested dominican grosbeak, imfigeTsfihf._
;!i-^^MBM | y d e n is zeker de grijze kardinaal met roode kuif wel de
meest bekende onder,.. deze familie. Tegenwoordig vooral wordt deze
vogel veelvuldig.ingevoerd, meer zelfe dan', de roode kardinaal.. M den
Antwerpschen "ch'^^^^^M^^^pj^mjks^tlé^duizendtalléh" van puiten-,
landsche yogels worden aangevoerd, heb; jk- meermalen verscheidenei
honderd stuks, zelfs eens meer dan duizend, bijéén gezien. Deze grooféj
invoer is wel een bewijs, / dat de vogel in zijn vaderland verre' van
zeldzaam is; niettemin zijn de berichten, die men~over zijn vrijleven
heeft, nog tamelijk schaarsch. In hoofdzaak komt zijne levenswijze met
'dié^yaigr .^Ih^lB^^i'l^^nQ^mëniliem^bii na.'iv|rMv
in grootere of kleinere gezelschappen in het struikgewas en- kreupelhout,
bij voorkeur langs de oevers dej nivieren. Het nest wordlt go:êé verborgen
in het loof aangelegd en bevat.van' drie tot vier witte, groen-
gespikkelde^feieren,, het donkerst aan het stompe ;ein’dé.V> Evenwel
'grondldgur: ^nog^lij dikwijls.
V{-- De grijze kardinaal met roode kuif is aan kop, kgef/en aan
een naar de borst spits toeloopend schild bloedrood; de lange,
puntig toeloopènde kuif, die uit zeer fijne-veertjes ^bestaat, %
p i !p ^ ^ è è ^ g ^ P § ^ ^ # n e k .■ rug. ïfleügetó en staart zwartachtig
veeren van den^i|elfe;zjjnjwit gevlekt; slagpennen en
‘^iStaa^yëderënC'&e^^^^^’ze» ;buitenzoomen; aan el^;,öpf loopt
^ ^ ^ ^ ië i ^itte streep en-het gëpéêlë^dttdMrilijf is ook wit, meer lei-
‘ grau^w wleeschkleurigbtmnachtig aan
* dén ruglyppg roodbmin3." 'grijs.
HeÊf v maar I dé kleuren s S i ä n d e r
meer bruinrood v'anjldé^^/.jv,
In de vogelkamer en in def|kód^M^^Mdézé’. vogel' zich even voor-
treffelijk als de vorige; maar evenmin als .den rooden kan men hem bij1
tmen' stelt zich aan het gevaar^BÏöplfi.
dat jfjnjl^'dé zwakke ‘ off ip ^ ^^^^^pggomtd^ë^Jxéfhebbers beweren
pelm dat de' roode kardinaal is. ,Oók onder, deze
soort treft men soms zeët gpeWM^ng^s'-asip: btó'ëdvogel verdient
- Wat ik over den rooden kardinaal^l^K^zsegd /><is ódk op den grijzen
van toepassing. Voor voeding, nestbouw en verpleging behandele men
is gewoonlijk een paar guld^ minder^
D E D 0 M I N I K A N E R ilK A R D I N A A i ^rioccotlasaustes dominicanus).
, . Synoniemen. Loxia, Spiza, Fringilla, Paroaria dominioana; Spiza, paroaria larvata; larvatus.
Vreemde namen. Le oafji^ ^ paroare oi^N'^piü^iKuici';:. .paroare dominioain, Fransch; — Éardinal, Duitsch; —•
dominican cardinal, dominican grosbeak, Engëlsch.
Déze'* söpri-^kómt^tëgenwöM'^^rook nog al vrij dikwijls in-den handel,
zonder evenwél’- ëene alledaagsche verschijning te zijn.' Het vaderland
strékt1, zich over ISfeord- en)’Midden-Brazilië uit. In levenswijze .stemt
hij met zijne verwanten overeen.
De kop, keel '%/eéh’^ f f l^ ^ t aan de borst löópen’dhf^ctöpd^
^^s©Md*|i^M|^edr'ood; de nek tot aan^denpmafitêl^'zw^irtachtig;
j^^^Jte'.vëer met een’e groote witte vle’k; mantel grijs, iëd!ere,sve'er
' ■' met een fijnen, zwarten eindzoom; slagpennen zwartbruin-met
witte zo’omen; vleugeldekveeren donkei grijs, bijna zwart,J staart-
vedëren zwart, met smalle, g^&Bml^zdomen;. het onderlijf yan
, \ -ïif 1 benedenhals en de onderste- i^lëugefdekvèdefèm wit'|,
Bovensnavel ^^^r&chtig; onde’rsnlgel ’grijsachtig; o%- .brupï; -
4p6ötën!^on^bM ’
•* ’ Het• wijfje ■ verschilt weinig in kleur, hoewel de tinten minder
f . bèl^r’'p jW 'M
Over deze sport zijn ons minder bijzonderhedën' '|M|nja.K^an over
de voorgaande. OljÉrShet leven in -den vrijen staat hebben wij, nog
"weinig ‘ bescheiden en dé vogel' is nog .maar sedert ^ we^igpf jaren
eenigszins veelvuldiger ingevoerd, zoodat
'pi^'heeft kunnen öptèekënteiivt Volgéia& hetgeen een mijner vrienden mij
medëdëëldé' m'^^^le^er^g^'akkëliikV T^roë^^ ,de.
gevan^ênschap, -vêrschilt’' niet van die zijner verwanten. Bij éénvoudige
' hjétfëra^^TOeeiwo^êfl. èi%évdsseld, hoüdtohij .ziéh vobrtreffe-
Si|k^ De-prijs kan tegenwoordig nog .iets hooger M^p^dhïi ^bij^de beide.
poórga^d^^È^én|^^p^i|men-imag met grond verwachten, dat bij.
spoedig^géljjÊ' aan dien der aÉd^é^©ÉÉëÉ#ai ||j|p|
k.f^lbp MANTELKARPJNAAL; (Cóccothrauates, eapitatus).
:,iS^©3s|DEMÊN; Taohyphonus, Cardinalis eapitatus; Paroaria capitata.
Vreemde ^naïébn., Le cardinal A. gorge bruue, Fransch; — Braunkehliger
Eardlnal'j Mantelkardinal, Duitsch; — Brown-throated,
; ^Mtyêh^^MLl'éd cardinal,' Engëlsch.
-.'- -M den1 laatsten pSMs déze sodp^|>k herhaalde malen en in toehé'f
mend aantal ingeyÓërC, zpodat wij spbedig eene meer algemeene
v'èrspreiding mogen verwachten. , deze ^ ’ vbgel?l;hdört’,'v in Amerika
'tehuis ;.en' wel hoofdzakelijk in zuidelijk BraziHe, in.IJBaraguay en Bolivie.