D E G R A S P A g i l
PLAAT 3EV'
SntoxiEJtElï. Molopsifcfcnous, Kanodes undul'ntus; Euphema, Euphemia u
Y kebmdb kamen, ■ Wollansittioh, Eanariensittich, Du.'r,,, — perru he o
Budgerigav, JSiigelsch.
W»in g bu a i andseh ogels hel ben in korten til 1 z lk éne' buitengewone
verspreiding gevonden en weinig zijn zoo algemeen gezocht
als de Grasparkie De groote rnitholoog -ei Australie-reiziger C mld
• in 1S40 het eerste paartje naar Engeland, waar de lieve vogels
algemeene bewondering opwekten. Kort daarop bracht de bekende
: dierhandelaar Chs. Jamrach in Londen het eerste paar in den handel'
en dit werd toen met 27 pond Sterling lus ruim 300 gu en betaald.
Weldra werden talrijke pa en ingevoerd en de prijs daalde langzamer-
hand, maar bleef nog langen tijd tamelijk hoog. Spoedig "echter ded n
de grasparkieten zich alsuitstekende broedvogels kennen; de talrijke
in Europa gekweekte exemplaren en de steeds toenemende invoer
maak en dat de prijzen allengs meer en meer daalden, zpodat men nu
s< e 3e pa en ’00 ^ 1 i 8 dden en de g impor e<
kan koopen Zelfs daalt de prijs tot 5 gulden, maa goede broedvogels
zulten steeds de bovengenoemde waarde blijven behouden.
Wanneer de eerste grasparkieten in ons land werden ingevoerd en
doör wien, kan ik met zeggen, alle bescheiden daarover ontbreken;
evenwel ben ik zeker een van de eersten geweest, die dezen, vogel in
mijn. bezit heb gehad. Voor ruim dertig jaren had mijn broeder een
pahrtje jut Australië meê gebracht en deze vogels hebben zeer lang
bij ons geleefd.
Natuurlij! 1 bb<m w óns niet op de kweeïing er van toegelegd.
*• P l vogelliefhebberij was toen in óns land nog eene nagenoeg onbekende
zaak, althans de vogelliefhebberij, zoo als wij-die nu kennen. Hier en
jk s r zag men in de havensteden wel eenige bnitenlandsche-vogels en
de Nederlanders, zijn zeker niet'de laatsten geweest die.de buitenlandsche
™Sels in de gevangenschap kweekten, maaTmen hoorde er weinig
van en aan de zaak werd weinig openbaarheid gegeven. Zoo kwam
het dat ik reeds in mijne vroegste jeugd met tal van buitenlandsche
' v°SeIs> door mijn broeder van zijne talrijke reizen naar alle wereld-
deelen medegebracht kennis maakte. Wij hielden ze uit liefhebberij
en als nieuwigheid, maar dachten er niet aan ze voort te kweeken; de
mogelijkheid daarvan is waarschijnlijk nimmer bij ons opgekomen. '.
? e natuurvorscher Shaw heeft de eerste beschrijving van den Gias-
parkiet gegeyen, maar zijn Vrijleven, gewoonten, broeding enz. danken
,wij aan Gou,d> die 200ils wij boven zagen, het eerste levend paartje
naar Londen bracht.-1
vond dezen kleinen papegaai in de Livérpool-vlakte in Zuid-
oost-Australie en zag daar aan kleine wateren verscheidene zwermen
van 20 tot 100 stuks, waar zij regelmetig des mogens en des avonds
hunne dorst kwamen lesschen. Voor het'drinken zetten zij zich troeps-
ge wijze op de over het water hangende takken Gedurende den dag
hielden zij zich zonder beweging in de met loof. bedekte toppen der
Gomboomen op. Even regelmatig als naar het water, vlogen zij ook
»aar de vlakten om hun voedsel .te zoeken, dat hoofdzakelijk uit
elleriei graszaden bestaat. In hunne bekoorlijke snélle vlucht Jieten zij
een krijschehd geschreeuw 'hóóren term) zij in rust zijnde een bal>
helend gezang doen hooren. Zij nestelen'in verschillende paartjes bijeen
E T (Psittaous -ondulatua.)
lulce, FramcJi; — TJndÓlated. Srass-Parrakiefc, Wnrbling Sras-Parrakiof;
in de natuurlijke holten, der I ucalyp is-booroen of in. -zelf; geki agde
gaten. Het legsel bestaat m t||to t 4 witte eieren, die in ongeveer 18
I 1 - uitS , deijonge» vliegen na ongeveer er vekenuit.
Mannetje en wijfje zijn niet verschillend van kleur.
Voorhoofd-,- teugel en- onderste vangstreek lichtgeel , Tip de
. laatste twee A drie . zwarte stippels, en aan weerszijde een'blauwe
„• streep; benedenrug, ifsfSt' lënli onderdeden .groen,' achterhoofd,
nek, bovenrug, bovenste vangstreek en oorètreek'zwart' en
lichtgeel gegolfd Groote anddekveeren',groent 1 tig blauw met
. . bleeke spits; slagpennen op de buitenvlag groenachtig blauw
met bleeker vlek in het midden? der vlag (uitgenomen bij de
eerste, slagpe re ), biunei lag zwarta tig .brui 1 et gee u tig
' 'Vitte vlek 1 het mldc ar der vlag. Middelste; staartvederen,
blauw, onderzijde zwart, de overigen aan basis,en spits blauw-
achtiS groen, in het midden, hooggeel, onderzijde aan basis en
spits zwart Sn el bleek geelachtig brntns, wasl nd bij Sheti
mannetje h ruw 1 ij liet wijfje wit of licht gedachtig bnïin,
,©Pg geel, pootjês bl'amvachtig.
■ ' In de laatste ja ri 1 eeft men verskillende, kleurvarieteitén ge veekt’.
I waaronder de witte .met -rqode oógeh en de blauwen zeker wel de
zeldzaamste zijn, maar nrk de zuiver gele of gele met onduidelijke
zwarte golfteekening zijn verre van. algemeen. Waaraan deze kleurafwijking
moet toegeschreven worden, ' is niet bekend, daar zij-geheel 1
toevallig was. Ik geloof dat wij de; oorzaak 11 eene verbastering moeten.,
[zoeken, daar ik reeds meermalen, heb dpgemerkt' dat zwakke vogels,
en vooral % , welke gekweekt z n an bloedvó-.waiite ouders zeer
dikwijl: eene duidelijke gele tint over het geheele lid, urn vertoonen en
enkele geheel gele staartvederen hebben.. Zeer opmerke jk is het ook
dat de gele graspardieten bijna- a«e>wpek zijn en dat men, zoo.'deze
me‘ groen krac tige mannetje gepaard worden, geKeei groene jpn en
voortbrengen. Het »chynt bovendien dat deze afwijkend gekleurde
tegels weinig goede en levenskrachtige jongen voö 1 ngeh, 'het'geta
dezer blauwe of.gele parkieten is dan gok zeef gering, veel geringer
dan het zou moeten zijn, indien de kweèking er van betere resultaten
| opleverde. 1 olgens mij zijn die 1 ogels, hoe fraai en buitengewoon' dam.
pok> niet de| hooSe Prijzen waarc , dié'mén-er voor besteedt, tenzij
men ze alleen beschouwt als.' zeldzaamheid' en ze als zoodanig 'ook
[betaalt., Twee honderd Gulden was voor fraaie blauwe of gele paartjes -
dan ook voor een pa jaar geen overmatig hooge prijs voor sommige
I lefhebbers. Ook. ojïdè|; de groene parkieten vindt men soms afwijking
~ kleur, vooral veel id'offer naar het.'grauwe overhellende groen en
°ok dit zal men meestal bijj zwakke vogels waarnemen of in volières,
waar men niet bij tijdsj||foqr bloedvemieuwing heeft gezorgd. Deze
doffere kleuren zijn meestal een voorléeken van latere misvormde en
1 slecht ontivikkelde jongen, zooals er tègewoordig maar al te veel ge-
k"reekt worden. Bij geene enkekT diersoort doen de gevolgen van de
paring onder blpedvèrwan.tén zich. zoo spoedig, en zoo onmiskenbaar
gevoelen, als bij den grasparkiet. Na drie of v g slachten krijgt men '
bÜna n'et abrir-s r dan kale, kreupele en misvormde jongen, akelige
scl e 1 )e tie ' zieh slee ts i utere ide lang . Ie tralies of kruipend. !
over den grond kunnen voortbeweg n. Doch alvorens hierover vet le
te spreken, zullen wij de broeding en de verpleging 'an den gr sparkiet
wat uitvoeriger behandelen. ■
Ik heb reeds gezegd lat de grasparkieten tot de beste broedvogels
behooren en inderdaad is het g I zei Izaamh 1 < a een , nkel paar
:• drie A vier broedsels, elk van 4 tok ié jongen per jaar groot brengt.
1 (©ver d inrichting van de volière of-kooien zal 'ik hier niet spreken
g | men I r d,ie iuric ten naar oedvinden ■ en. zij verse ril n n T g ^ g n
I plaatsen, dat de vogels de morgen- of middagzon kunnen hebben,
evenwel moet men haar zoo imrkhten dat 1de vogels zich voor de al te
heete zonnestralen kunnei beschutten. I de volière goed geplaatst, zoodat 1
zij op geen tocht,, t it en de koude noorden of 'oostewinden er niet
in kunnen ■ spelen lan kan men de parkieten er den geheel vin ter
in- laten, slechts bij al :e strenge koude kan men' ze door voorgehangen
7 zeilen een wéinig ies< hutten.. Zulke ju- de buitenlucht geharde vogels I
zijn in den regel de beste broedvogels en geven de krachtigste jóngen. !
Wil. men in de kooi broeden, dan nèemt men daarvoor het best eene j
F van lang erpig i kante, gedaante. Eene gewone akk t, die men aan
£ evlocht ‘ voorziet. in zeer goed voor dit
doel diepen en is gewoonlijk beter dan eene kooi, die . geheel en al uit
gevlochten ijzel ad is. Eene broedkooi voor tv affjes zou minstens j
75 cM- 1 ng, 65 cM. en 40 cM. diep m ten zijn, ever e' zullen 1
grootere afmetingen te verkiezenzijn. Volière èn kooi moeten: van
■ zitstokken, boomst n men en dergelijken voorzien zijn.
• '®5tenals p - meeste papegaaien zijn de grasparkieten holenbroeiers, |
Ë wd nlea ze jlerhalve tot . broeden brengen, dan moet men ze eene
f e l end broedholte een. nes kastj ge e 1) tkastjes zijn ya e r
versc 1 Henden vorml en van verschillende grondstof gemaakt en de
'grasparkieten zijn wijsgeèrig genoeg om te nemen wat hun aangeboden
wordt z‘: oeden derhal e zoowel in een hil van Ie cocosnoot d I
in een sigarenkistje, maar niet altijd en-niet ailtijd ev.éh' gewillig; en hét 1
gebeurt niet zelden dat een paartje, dat 3 en meerjaren niëöbt broeden
. overging, óewel bet erschillende broedkastén ten dienste stonden., na
epnige dagón ter voortplanting schreed, als men andere, hun meerpassJnde
nestkasten gaf. Ik hels allerlei nesten beproefd en soms in mijne volière'.kas- I
F ten van verschillenden vorm en maaksel opgehangen, maar ik heb altijd
bevonden dat zij de oorkeur gaven aan gewone stukken boomstam, die
uitgehold en van een vlieggat voorzien waren. Zulke nestkasten kan
elke pompen- of klompen naker en desnoods elke timmerman of draaier I
voor zeer veinig geld' leveren" of maken. Men neemt een gaaf blok ,
lipden- of beukenhout met de bast er om, dat ’ongeveer 16 cM. in
■ •doorsnede eu 3° -#I hoog'is. Van dit blok zaagt men een schijf ter
dikte n a 2 U 3» | dat men.kiter met een draadnagel er wéér op
spijkert, 1 zoodat h e t-u itten nagel als eene spit .kan draaien Nu laat
ï“01 dat blok ;zoodanig uitbooren of .1 thakken dat. er een holte in
ontstaat van 22 cM. hoogte en 12 cM. in doorsnede. Op. 15 cM. van
den bodem brengt men een rond! vlieggat aan van 4 cM. doorsnede
er onder ditlvlieg^t een stokje, waar de vogels op zitten kunnen. Men I
■ behoeft nu slechts het deksel op de bovenbeschrevene wijze er op te
bevestigen en;ijgjij.nest is . klaar. Den Achterkant kan men een weinig vlak
laten af kappen .zoodat bet nestkastje .goed .tegen den’ -.muur of den
wand kan hangen. Zulke nesten nemen dé grasparkieten liever aan dan
eemg ander; Zeer gaarne nestelen zij ook in de zoogenaamde boom-
nesten- Deze zijn inr^erkelijkheid' iü ë l« ^ te :;d « h e^ ^ to b e sb h ïe ?^ l
oa<fe*dheW i3at men in een grooter
lIn ’ Ö®1 meer nesf#^ onder elkander maakt De vlieggaten
op staan, maar naar
^ ^ g M ^ ^ p f f l ^ a a t s t A 'z a M ii dé' vogels: « É M » nipt kunnen
[ I ^ ^ F ^ B'rietfgrAtparkiet een zeer gezellige vogel ïs.jS ^W 'lig
^ ak f^ ^ ? # 4 ^ -^ ^ ^S& lsch aP sn e ste n rl^M d e ri'' Óodem vatf Ja* nest
P ff lM s p S 6en eieren;
Gewoonlijk zal men echter zien, dat zij, alvorens in het nest te gaan
t, t è i . l t k dan eeü zeker
teeken dat zij spoedig zullen broeden. Een andere oorzaak voor goede
te zamen brengen v a n ^ e ^ l f 'W e r paartjes ia,
broeit niet altijd, ifieerdere
paartjes bijeen broeden bijna altijd. De keuze Van de fokvogels is
1 Men moe Jus'èlken
" B B ï 5ei V k ’porteneenglan*
f'ebbm mH B , W m en peoten
moeten goed gevormd en ontwikkeld zijn. Het H H H
staart, als deze door toeiSl is verloren gegaan, is geen beleWl, maar
b‘- ^ y cl5. l | , » et zfejséha ^ botstb'éert
deugen niet, deze zijn reeds in verval, zijn reeds verbasterd. Bij de
met
' : e 1, . y l^ p o ï t ^ B
dezen zijn meer .la iw bij de in ’t land gekweekte vogels, — en aan
u5 m-,i,èn
Als men de vogels!kort e ft, is het raadzaam ze ni t onmiddelijk I
-■ PvJjalfrj&wlu awaj/ 0f ^ P ; '
loopt men gevaar de wijfjes aan legnood te zien sterven. Het best is, ze"
I «t
oedsel spoedig s Y1 I we S H der
is kanariezaad en
gierst en verder wat rauwe en vooral gekookte haver. Hennipzaad moet
Hgty^iimfézénmrfju^M|ónrifï^klBoki m Jen I
I 11 1 B B11B ■
Very
l 1 iC f r in - t f i^ y f tdetdc
Vnen en" mij geschreven, dat hunne grasparkieten die voedingsstoffennyn^
iTCT.iÉelo ^ iïtfaVondeTf. mssr
61 i t V’1 ■ r*tlaat
T Deze eten I
gaarne van de miereneieren en het brood met el en dit ziende „aan
• z<aI1g l! ^ M ga«me vanl^^paar
in .de vollere heeft nog dit voordeel dat de grasparkieten de kanane-
^ ^ S lS a ^ £ S l J-*?den ’ is'Voor HuirSd'gè-,
zondheid zeer dienstig. Ander voedsel acht ik overbodig, alleen zal
men de vogels veel genoegen doen met hun van tijd rot tijd een
verschen Enden- of wilgentak te geven. Zij knagen daar zeer gaarne
aan en de bast en de jonge scheuten en knoppen zijn een zeer goed
voedsel- Jonge gierstaren, die zoogenaamd in de melk staan, eten zij